Thirteen

3.2K 86 1
                                    

[Laura]

Ik heb de jas van Ryan aangekregen, omdat ik het koud kreeg. De jas is mij te groot dus mijn handen zitten warm in de mouwen van de jas. Ik doe de sleutel in het slot en open met trillende handen mijn appartement. Ik klik het licht aan en neem plaats op de bank. Ryan sluit de deur en loopt naar de keuken. Hij maakt een doekje nat.

Hij knielt voor me en laat zijn ene hand in mijn nek rusten. Met zijn andere hand gaat hij voorzichtig naar mijn neus. Hij maakt het rustig schoon. Het is halverwege de fietstocht eindelijk gestopt met bloeden. Als mijn neus schoon is, maakt hij mijn lip schoon. Al het bloed is van mijn gezicht af. Beide blijven we stil. Hij legt het doekje vol met mijn bloed naast hem neer. Dan pakt hij mijn hand. Hij bekijkt mijn knokkels die open liggen en ook onder het bloed zitten. Hij kijkt me aan. 'Waarom deed je dit?' Vraagt hij. In zijn te grote jas haal ik mijn schouders op. 'Je weet het wel, Lau.' Hij kijkt me dringend aan. 'Oké, ik was jaloers en ze stond me niet aan met haar leugens.' Zeg ik dan eerlijk. 'Wat dus ook betekent dat je haar leugens geloofde.' Beschaamd knik ik en kijk weg. Hij pakt het doekje er weer bij en veegt mijn knokkels schoon. Door een pijn trekje trek ik mijn hand terug en ik kijk hem weer aan. 'Sorry.' Hij pakt voorzichtig weer mijn hand. Ik kijk toe naar hoe hij mijn hand schoon maakt.

Als hij dan klaar is legt hij het doekje weer weg, maar hij laat mijn hand niet los. Hij komt naast me zitten. 'Je was jaloers.' Zegt hij dan. Ik blijf stil. 'Dus het doet je nog wel iets?' Ik glimlach zwak. 'Ja Ryan, jij wint. Gefeliciteerd.' Ik kijk hem aan. Hij schudt met zijn hoofd. 'Ik heb het op een domme manier aangepakt.' Ik kijk hem speels aan. 'Nee hoor, je liet gewoon even zien hoe jij bent.' Grap ik. Hij schudt met zijn hoofd en lacht. 'Ik hoop maar dat je een grapje maakte!' Lachend knik ik. Ik kijk hem diep in zijn ogen aan. Ik heb hem zolang gehaat voor zijn fout, maar ik voel geen haat meer. Niet eens een klein beetje. Ik voel wat anders.

'Wat is er?' Vraagt hij met een zenuwachtig lachje. Ik twijfel geen moment meer. Ik wil dit al een hele week doen en misschien al langer. Ik druk mijn lippen op de zijne. Misschien heb ik er ook niet goed over nagedacht, maar ik wil dit. Ik weet dat hij vreemd gegaan is en ik beter verdien, maar ik kan niks veranderen aan de manier hoe ik mij voel. Hij reageert meteen op mijn zoen en gaat er in mee. Onze lippen strelen elkaar. Dan vraagt hij om toestemming. Ik geef hem die voorzichtig. Onze tongen spelen een vurig spel met elkaar. Ik kruip, zonder de zoen te verbreken, op zijn schoot. Hij legt zijn beide handen op mijn kont. Ik vouw mijn beide handen om zijn gezicht. Vol lust en passie zoenen we elkaar. We horen bij elkaar. De zoen klopt op deze manier. Niemand kan zoveel gevoelens en emoties in me los maken zoals hij dat kan met elke aanraking.

Even stoppen we en kijken we elkaar aan. 'Eén van ons moet nu iets zeggen.' Glimlach ik. 'Het is fout, maar het voelt zo goed.' Zegt hij dan. Voor ik iets kan zeggen zoent hij me weer. Ik ga er meteen in mee. Ik wil hem niet meer los laten. Voorzichtig legt hij me op de bank neer en komt boven me hangen. Mijn hand streelt over zijn borst heen. We blijven elkaar zoenen. Hij gaat naar de onderkant van mijn T-shirt.

Dan klinkt er gerommel in het slot en gemompel aan de andere kant van de deur. We stoppen met zoenen en snel gaan we recht zitten. Aylin komt bezopen het appartement binnen. Ongemakkelijk zitten Ryan en ik naast elkaar op de bank en kijken haar aan. Ze blijft stil staan en kijkt ons aan zonder iets te zeggen.

'Hij heeft me geholpen na wat er gebeurd is in Bijoux.' Zeg ik dan. Ze kijkt naar het doekje wat op de tafel ligt met mijn bloed erin. Dan kijkt ze ons weer aan. Ik lach ongemakkelijk. 'Het zal wel.' Mompelt ze en wankelt naar haar kamer. Zodra haar kamer deur dicht is beginnen Ryan en ik te lachen. Hij bekijkt me van top tot teen. 'Hoe heb ik jou ooit zo'n fout kunnen maken? Kijk wat ik had.' Hij kijkt me beschaamd aan. 'Ik was misschien niet genoeg voor je.' Zeg ik zacht.

'Wat? Dat is niet waar. Je was perfect voor me!' Ik kijk hem aan en slik. Hij legt een hand op mijn wang en kijkt me diep aan. 'En je bent nog steeds perfect voor me.' Hij zucht. 'Het spijt me zo erg. Je verdient beter. Dit had niet mogen gebeuren.' Zegt hij en staat op. Dit doet hij dus altijd. Zodra hij zijn fout onder ogen moet komen, begint hij te stressen en loopt dan weg. Weer wil hij weg lopen van dit probleem. Ik laat hem niet weglopen. Ik pak zijn arm en houd hem tegen. Ik sta ook op en kijk hem weer aan. 'Stop, stop met weglopen van dit probleem.' Zeg ik dan geïrriteerd. Hij zucht. 'Ik verdien niet beter, als ik niet beter wil.' Vertel ik hem en pak zijn hand vast. 'Wat wil je daarmee zeggen?' Zegt hij verbaasd. Ik neem een goede hap adem.

'Ik vergeef je. Ik weet dat het je echt spijt en ik heb geprobeerd je echt diep te haten en dat lukte me toen je er niet was. Nu ben je hier en ik voel geen stukje haat meer. Ik kan jou niet haten. Dus ik vergeef je. Noem me dom of naïef en ik weet ook dat ik dat ben, want je hebt me zoveel pijn gedaan, maar ik wil dit.' Glimlach ik. Even blijft hij stil. Niet wetend wat hij nu zeggen moet. Dan glimlacht hij. 'Dankjewel.' Zegt hij dankbaar.

Ik ga op mijn tenen staan en leg mijn andere hand op zijn wang. Hij legt zijn arm op mijn onderrug. Ik geef hem een kus op zijn lippen. Hij glimlacht. 'Kleintje.' Beledigd kijk ik hem aan, maar al snel lach ik. Dan drukt hij zijn lippen weer op de mijne wat weer uitloopt op een zoen.

We laten elkaar even los. 'Wat gaan we nu doen?' Vraagt hij. Hij neemt weer plaats op de bank en hij trekt mij aan mijn heupen ook op de bank. Ik kom tegen hem aanliggen. 'Weet ik nog niet.' Zeg ik. 'Maak ik nog kans?' Vraagt hij dan. Ik lach. 'Wat een rot vraag zeg!' Hij lacht ook.

'Dan moet er nog wel heel wat gebeuren voordat dit weer echt iets kan worden. Ten eerste wil ik echt niet te snel gaan en ten tweede wil ik weten of dit het wel waard gaat zijn.' Zeg ik dan. 'Je bedoelt dat je er achter wil komen of je me nog wel kan vertrouwen.' Verbeterd hij mij. Ik knik. 'Ja, eigenlijk wel. Ik vertrouw je met mijn geheimen of andere dingen, maar of ik je nog vertrouwen kan als in hoe dat in een relatie zou moeten, dat weet ik niet.' Leg ik mezelf uit. 'Dat snap ik natuurlijk ook. Ik ga je bewijzen dat ik het nog waard ben. Je kan me echt vertrouwen.' Verzekerd hij me.

Hij is bereid om weer moeite in me te stoppen, om me te laten zien dat hij echt nog wel te vertrouwen is en om te laten zien dat hij, of eigenlijk wij, het nog waard zijn voor een tweede keer. Ik vertrouw er op dat hij zijn best gaat doen. Ik kan hem niet beloven dat ik hem nog ga vertrouwen. Ik weet ook nog niet of ik nog een keer iets met hem wil nemen. Dit zijn dingen waar ik nu rustig over na moet denken en uiteindelijk tot een besluit ga komen. Het is een lange rit, maar het is het waard om te kijken waar we op uit komen.

Voor nu is dit moment alles wat ik nodig heb. Ik kruip iets dichter tegen hem aan. Zijn sterke armen en gespierde lichaam voelt zo vertrouwd en fijn. Samen vallen we in slaap op de bank. 

Hem en hem alleenWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu