Hoofdstuk 4

164 21 20
                                    

Trede voor trede rende ik naar beneden. Als ik uitgleed of viel was ik de pineut.
Onder mij op de trap stond een jongen die ik niet kende.
Met mijn elleboog duwde ik een leerling over de reling van de trap. 'Ik was niet één van hen!' schreeuwde hij, terwijl hij een paar verdiepingen naar beneden stortte en met een klap op de grond viel. 
O, shit. Ik heb iemand vermoord. Ik heb iemand vermoord! IK HEB FREAKING IEMAND VERMOORD! 
Ik keek voorzichtig over de trapleuning naar beneden. Op de grond lag het levenloze lichaam van de leerling. Daar omheen stonden nog meer mensen die hem begonnen te bijten en aan het lichaam begonnen te trekken.
Ik hoorde een deur openslaan en ik hoorde het gebrom van mensen achter me.
Ik keek achterom en zag dat de groep mensen bovenaan de trap stond met vooraan het meisje van net. Ze had vier flinke sneeën in haar gezicht en haar linkeronderbeen lag open. Haar huid was grijs en ze brulde hard.
De groep mensen begon langzaam de trap af te lopen. Ik rende snel de laatste trap af.
Ik kwam bij een nieuwe gang. Ook deze gang stond vol met mensen met wonden en een grijsachtige huid.
Ik was ingesloten.
Ik moest kiezen. Of mijn leven wagen en deze gang door rennen of mijn dood tegemoet lopen door terug de trap op te lopen.
Ik waagde het erop. Ik rende door de gang. Ik rende, rende en rende.
Ik beukte wat mensen aan de kant, tot ik opeens tegen een rij kluisjes werd gedrukt door een docent. Ik trapte hem in zijn buik, waardoor hij een stukje achteruit viel en hard begon te brullen. Daardoor draaiden alle andere mensen in de gang zich ook om naar mij. Ik keek doodsbang om me heen. Vluchten had geen zin, ze waren met teveel. 'O, mijn freaking nuggets,' hoorde ik ineens iemand fluisteren. Ik ken maar één iemand die dat zegt.
'Joos? Waar ben je? Help!' riep ik in paniek. Ik voelde getik op mijn rechterschouder.
Ik keek omhoog en zag Wouter en Joselien bovenop de rij kluisjes zitten.
Wouter had zijn hand uitgestoken en ik pakte hem dankbaar aan. Wouter trok me met een soepele beweging op de rij kluisjes.
'Joos!' 'Inez!' Ik knuffelde Joselien stevig. 'What the frick gebeurt er allemaal? Is dit een droom?' vroeg ik.
'Eerder een nachtmerrie dan, maar nee,' zei Wouter. 'Ik ben zo blij dat jullie veilig zijn,' zei ik opgelucht. 'Als Wouter er niet was geweest had ik hier nu niet gezeten,' zei Joselien zacht. 'Ongelofelijk bedankt, Wouter,' zei ik. 'Geen probleem, het was het beste om te doen,' zei hij terug. 'Weet jij wat er allemaal gebeurt?' vroeg ik aan hem. 'Zombie-virus,' zei hij zacht. 'Het wat?' vroeg ik verbaasd.

Zombie Flare (Dutch)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu