Hoofdstuk 16

63 5 1
                                    

We liepen terug naar de anderen. Er lag een grote groep zombies op de grond waar Joselien, Wouter, Ella en Cassandra net hadden gestaan.
'Waar zijn de anderen?' vroegThomas. 'Boven, zoals je had gezegd,' antwoordde ik en ik had het nog nauwelijks gezegd of er vielen een paar zombies van de trap naar beneden.
Thomas en ik sprongen nog net op tijd aan de kant, waardoor we op de grond vielen op de zakken met eten.
'O, mooi, we hebben nog wat zakken met eten over. We kunnen nu met z'n zessen nog wel een dag of twee vooruit,' zei Thomas en hij pakte de zakken op.
Met zijn vrije hand trok Thomas me omhoog. 'Waar kwamen die zombies ineens vandaan? Sinds wanneer vallen zombies in zulke grote hoeveelheden van trappen af?' vroeg ik hardop af.
We keken naar de trap waar steeds meer zombies vanaf liepen. Bovenaan de trap stond Joselien met haar knuppel in haar hand de zombies naar beneden te duwen.
Ze zwaaide enthousiast naar ons. Ik begon te lachen. 'Dit is echt een typische Joselien actie, ik had het kunnen weten,' zei ik en ik liep richting de trap.
Vanaf de zijkant kon ik gewoon naar boven lopen. Thomas liep achter me aan de trap op naar boven.
Boven stond Joselien triomfantelijk naar de zombies te kijken die door Wouter, Ella en Cassandra van de trap af naar beneden werden geduwd.
Toen Thomas en ik boven kwamen omhelsde Joselien me meteen.
'Jullie zijn ongedeerd, gelukkig maar. Wat vinden jullie van mijn plan? Snel, makkelijk en het kost bijna geen energie! Niet dat we dat nog over hadden van net, maar goed. Wat hebben jullie net gedaan?' zei Joselien triomfantelijk.
'We hebben de deur gebarricadeerd met zakken eten,' zei Thomas.
'Oekels! Nu hebben we geen eten meer en sterven we van de freaking honger!' riep Joselien boos.
'Voordat je ontploft van woede, we hebben voor de komende dagen nog wel genoeg eten voor ons zessen, dus maak je geen zorgen,' zei ik.
Wouter, Ella en Cassandra kwamen erbij staan.
'Alle zombies zijn weg, wat nu?' vroeg Ella. 'Nu moeten we een manier vinden om op de rommelzolder van het museum te kunnen komen,' zei Thomas. 'Oké... en hoe doen we dat?' vroeg Wouter en hij deed zijn armen over elkaar.
'Laten we zoeken naar een andere trap. We splitsen op in drie groepjes van twee en roep als je iets van een trap hebt gevonden,' stelde ik voor. 'Top plan, Inez,' zei Thomas. 'Ella en Cassandra, zouden jullie samen willen?' vroeg ik.
Ze knikten en liepen weg. 'Ik stel voor dat ik met Inez ga en jullie twee ook samen gaan,' zei Joselien en ze pakte me bij mijn arm en we liepen weg.
'Wilde je niet met Wouter?' vroeg ik verbaasd. Joselien schudde haar hoofd. 'Ik vond dat het wel weer eens tijd werd om tijd met m'n beste vriendin door te brengen,' zei ze en ik glimlachte. 'Je vind het toch niet erg, hè?' vroeg ze bezorgd.
'Nee, joh. Waarom zou ik het erg vinden om even zonder de anderen te zijn?' vroeg ik en ik sloeg mijn arm om Joselien heen.
Ineens hoorden we een harde klap, een schreeuw, nog een harde klap en keihard gelach.
Joselien en ik draaiden ons om en we zagen Wouter op de grond liggen onderaan een soort ladder dat uit een luik uit het plafond kwam.
Wouter had een schilderij om z'n nek, alsof iemand hem op z'n hoofd had geslagen ermee. Daarnaast stond Thomas te schudden van het lachen.
Joselien en ik renden er snel naartoe, direct daarna kwamen Ella en Cassandra, die het ook hadden gehoord, ook aangerend.
'Wat is er met jou gebeurd?' vroeg ik verbaasd, waarna ik ook begon te lachen. Wouter keek ons chagrijnig aan.
'Ik deed dat luik open en toen kwam er een ladder uit. Ik liep de ladder op en meteen daarna kreeg ik dit schilderij tegen m'n hoofd gegooid, waardoor ik naar beneden viel. Gelukkig maar dat meneer Graspriet meteen te hulp schoot om me te helpen,' zei hij sarcastisch.
'O, ja, sorry. Het zag er gewoon zo komisch uit. Jij met dat schilderij tegen je bakkes en ja... je had het gewoon zelf moeten zien,' zei Thomas, waarna hij weer begon te lachen.
'Maar wie heeft het schilderij gegooid?' vroeg Ella. 'Misschien is het gevallen,' zei Cassandra. 'Lijkt me niet waarschijnlijk, aangezien het schilderij pas door het luik kwam nadat Wouter de ladder op liep en niet al meteen,' zei Thomas.
Ik keek het luik in en keek recht in twee ogen. Meteen daarna verdwenen ze weer.
Ik pakte mijn knuppel en klom de ladder op. 'Inez, wat ga je doen?' vroeg Joselien verbaasd. 'Die is gek,' zei Wouter schuchter. 'Als je zo een schilderij tegen je aan gegooid krijgt moet je niet bij mij komen klagen,' zei hij erachteraan.
Ik stak mijn hoofd door het luik en keek rond.
'Wow, ehm... hallo,' zei ik ongemakkelijk, waarna ik het rommelzoldertje in klom.

Zombie Flare (Dutch)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu