Hoofdstuk 18

62 6 4
                                    

'We zaten allemaal op de grond op de zolder en we hadden geen idee wat we nu moesten doen. We hadden geen eten, geen drinken, geen medicijnen, niks. Sommige bezoekers van het museum hadden wat lunch in hun tas zitten. Nadat we dat hadden verdeeld gingen de jongste kinderen slapen en wilden de oudere mensen een soort vergadering houden over wat we nu zouden doen.'
James, Liesbeth en nog wat andere volwassenen knikten.
'Natuurlijk mochten Isa en ik er niet bijzijn,' voegde Hester er chagrijnig aan toe.
'Omdat we zogenaamd te jong zijn, wat natuurlijk nergens op slaat ik bedoel, Isa is al zestien en ik ben bijna zestien!' 'Hes, je bent vier maanden geleden vijftien geworden,' zei ik grijnzend. 'Dat maakt niet uit,' zei Hester grijnzend terug.
'Hoe dan ook, Isa en ik moesten wat voor onszelf doen, maar aangezien we beiden onze schooltas niet meer hadden konden we niet zoveel doen. Dus om de tijd te doden gingen we tussen de oude schilderijen kijken naar oude kunstwerken die vroeger ten toon gesteld werden tot Isa op het geweldige idee kwam om door het luik te kijken naar de zombies. Isa zei dat zombies toch niet op ladders kunnen klimmen dus we bedachten een spel. We zouden om de beurt van de ladder aflopen en weer oplopen om bij de zombies te kijken,' vertelde Hester.
'Dat is levensgevaarlijk!' zei Ella geschrokken.
Hester en Isa knikten enthousiast. 'Daarom was het ook zo leuk!' zei Isa.
'Maar toen ik net van de ladder af was hoorde ik jullie de trap opkomen. Van schrik vluchtte ik de ladder op en verstopten Isa en ik ons tussen de schilderijen.' 'Als ik had geweten dat jullie dit allemaal uitspookten had ik jullie nooit daar alleen laten zitten!' zei tante Lily bezorgd.
'Anyways,' ging Hester weer verder. 'Isa en ik zaten dus in het donker af te wachten tot we jullie niet meer hoorden, maar het leek wel alsof het geluid steeds luider werd. We dachten dat jullie een soort zombie mutanten waren of zo die veel sterker waren en we waren doodsbang. "Hester, we hebben de ladder nog uitgeklapt," fluisterde Isa toen. "Ik trek hem wel weer in," fluisterde ik terug en precies toen ik bij het luik was hoorde ik iemand zeggen: "Een ladder!" en toen raakte ik in paniek, omdat ik dacht dat het een zombie was,' zei Hester.
'Zombies kunnen toch helemaal niet praten?' vroeg Cassandra. Wouter begon hard te lachen. 'Zegt de persoon die dacht dat Joselien, Inez en ik ook zombies waren op het dak van de school,' zei hij. Cassandra werd rood en draaide zich weer om naar Hester.
'Maar ik dacht dat die zombie mutanten dat wel konden,' zei Hester. 'Gemuteerde zombiestembanden, erg logisch,' zei Wouter sarcastisch.
'Ja, precies. Maar goed, ik was dus in paniek en toen ik iemand de trap op zag klimmen gooide ik het eerste wat ik zag naar beneden.' 'En raakte je?' vroeg een man van het personeel van het museum.
'En of ze raakte,' zei Wouter chagrijnig. 'Ik heb nu zeker een hersenschudding door jou,' zei hij en hij wreef over z'n hoofd.
'Nou sorry hoor, ik was gewoon in paniek,' zei Hester. 'Toen hoorden wij Wouter schreeuwen en renden we op hem af,' zei Joselien.
'Toen ik zag dat Wouter en die blonde jongen niet alleen waren zat ik versteend naar beneden te kijken tot ik zag dat iemand ineens naar boven keek en me recht aankeek,' zei Hester.
'Dat was ik,' zei ik. 'Ik heb je recht aangekeken en toen verdwenen je ogen ineens,' zei ik.
Hester knikte. 'Daarna was ik van paniek weer bij Isa tussen de schilderijen gaan zitten en wat er daarna gebeurde weten we allemaal. Inez kwam de ladder op, James riep naar haar of ze gebeten was, tante Lily kwam bij haar zitten, daarna kwam de rest de ladder op geklommen, de ladder werd ingetrokken en het luik werd dichtgedaan, toen vertelden jullie van het schilderij, wist tante Lily dat Isa en ik het waren en toen herkende Inez me en nu zitten we hier,' zei Hester. 'Wow,' zeiden we met z'n zessen in koor.
'En dat allemaal op één dag,' zei ik. 'Wie weet wat de toekomst ons nog brengt,' zei Thomas.
'Maar hoe zijn jullie hier gekomen?' vroeg tante Lily.
Ik keek de anderen één voor één aan. Joselien knikte, dus ik begon te vertellen vanaf het begin tot het eind.
Eerst dat Joselien en ik te laat waren en dat we een te-laat-briefje moesten halen bij de conciërge en daar Wouter voor het eerst ontmoetten.
Dat we daarna in de klas zaten en Sander me op date vroeg en dat hij naar de gang moest en Daan en meneer Staartjes later ook naar de gang gingen en dat toen in de pauze Sander raar deed en dat ik Maya redde en dat we samen wegrenden.
Joselien vertelde dat zij weggevlucht was, omdat er in de gang waar ze liep ook allemaal zombies waren en ze tegen Wouter was opgebotst.
Wouter had haar bij haar hand gegrepen en de gangen door meegetrokken en uiteindelijk klommen ze op een rij kluisjes en zaten ze daar veilig, maar ze wisten niet wat ze moesten doen dus wachtten ze bang af wat er zou gebeuren.
Ik vertelde toen dat Maya ook een zombie werd en ik op een gegeven moment de gang in rende waar Wouter en Joselien op een rij kluisjes zaten, maar er waren heel veel zombies die ineens op me af kwamen en toen trok Wouter me op de rij kluisjes, waardoor ik niet gepakt werd door de zombies.
Dat we daarna naar het dak vluchtten om op die manier naar het sportveld te gaan en dan veilig in het opslaghuisje te kunnen zitten.
Cassandra vertelde dat zij al op het dak zat en de deur op slot had gedraaid, dat ze dacht dat wij zombies waren en Joselien en ik uiteindelijk de deur hadden gebroken en dat Joselien en Wouter via de vlaggenmast naar beneden gleden en dat er terwijl ze naar beneden gleden allemaal zombies op het dak kwamen en haar wilden aanvallen, maar dat ik haar redde door met dakpannen te gooien op de zombies en dat we daarna samen van de vlaggenmast gleden en met z'n vieren naar het sportveld renden om naar het opslaghuisje te gaan.
Daarna vertelde ik dat we veel vrienden, vriendinnen en klasgenoten van ons gebeten zagen worden op het sportveld en toen we bij het opslaghuisje aankwamen Wouter werd neergeslagen door Ella.
Ella zei dat ze dacht dat Wouter een zombie was en dat ze uit zelfverdediging hem neersloeg met haar honkbalknuppel.
Thomas vertelde dat terwijl Wouter bewusteloos op de grond lag we ons aan elkaar voorstelden en we niet wisten wat we daarna moesten doen totdat ik op een bak met voetballen ging zitten en toen merkte dat ik een sleutelbos van een auto ging zitten en erachter kwam dat die van meneer Staartjes waren.
Ella vertelde dat we daarna naar de parkeerplaats renden en dat we met de auto naar de stad gingen rijden om eten en schone kleding te halen.
Joselien zei daarna dat we voor eten naar het restaurant van haar ouders gingen, maar toen ze medicijnen wilde halen ze zag dat haar familieleden waren veranderd in zombies en dat we daarna besloten om snel weg te gaan.
Cassandra vertelde met een brok in haar keel over dat we naar haar ouders' kledingwinkel gingen, maar dat zij al gebeten waren en dat we daarna wegrenden om naar het museum te gaan. Dat we onderweg Daniëlle en Maarten tegenkwamen, maar dat Maarten al een zombie was en dat Wouter Daniëlle niet wilde redden en dat Maarten uiteindelijk Daniëlle gebeten had.
Ik vertelde dat we snel doorrenden naar het museum, maar we eventjes een pauze namen en dat ik over Hesters tas heen viel, dat ik hem meenam als aandenken en toen we bij het museum aankwamen de tas ons meerdere keren had gered van zombies en dat Thomas en ik uiteindelijk de ingang hadden geblokkeerd met zakken eten.
'En daarom hebben we nu nog maar een paar zakken over. Ik dacht dat we wel genoeg hadden voor ons zessen voor de komende paar dagen, maar ik vrees dat we tekort komen aangezien ik er niet helemaal op had gerekend dat er nog zo'n twintig monden meer gevoed zouden worden,' zei Thomas peinzend.
'Maak je geen zorgen, we hebben al een plan bedacht. Luister goed iedereen, ook jullie, Isa en Hester. Dit is belangrijk voor iedereen!' zei Liesbeth luid, zodat iedereen het goed kon horen.
'Goed, dit is het plan...'

Zombie Flare (Dutch)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu