Hoofdstuk 14

82 8 1
                                    

We stonden onderaan de trap.
'Waar wachten we nog op? Laten we naar boven gaan,' zei Wouter. 'Ga lekker zelf voorop,' zei Ella.
'Best. Ga je mee, Joselien?' zei Wouter en hij maakte een kleine buiging waarbij hij zijn hand uit stak naar Joselien.
Joselien pakte zijn hand aan en glimlachte naar hem. "Maar natuurlijk," zei ze.
Samen liepen ze de trap op.
'Ahw, ze zijn wel echt heel schattig samen,' fluisterde Cassandra tegen Ella. 'Jup. Mijn nieuwe ship is geboren,' fluisterde Ella terug.
'Wilt u mij metgezellen bij deze tocht naar boven, mejuffrouw?' vroeg Thomas en hij boog voor me met uitgestoken hand. 'Maar natuurlijk, meneer,' zei ik lachend en ik pakte zijn hand aan.
We wilden net de trap oplopen, toen we ineens een harde, bekende gil hoorden en we Wouter en Joselien de trap af zagen rennen.
'NOPE, NOPE, NOPE, NIET NAAR BOVEN GAAN!!' riep Joselien, terwijl ze half van de trap af viel. Ik kon haar net opvangen, waardoor we samen nog een stuk over de grond rolden.
'Wat is er?' vroeg Ella, terwijl zij en Cassandra ons omhoog hielpen.
'Teveel zombies daarboven. Nah-ah dat ik daar nog heen ga,' zei Joselien.
We hoorden zombiegeluiden en achter ons kwamen er zombies door de deur de zaal binnen.
'Oeps, ik heb ze vast gelokt met m'n gegil, alweer,' zuchtte Joselien.
'Wat gaan we eraan doen? Waar kunnen we naartoe? Gaan we dood? Wordt dit onze dood? Ik wil nog niet dood! Iemand, HELP!' riep ik wanhopig.
'Vluchten, geen idee, voorlopig nog niet, als we hier blijven staan wel ja en ik ook liever niet,' zei Thomas.
'Nee maar serieus, wat moeten we doen?' vroeg ik wanhopig. 'Heeft iedereen zijn of haar knuppel nog?' vroeg Cassandra. 'Ja,' zeiden we in koor.
'Dan moeten we vechten. Geef het aan als je gebeten bent en denk erom: red eerst jezelf en daarna pas de anderen,' zei Cassandra.
'En daarna? We kunnen nog steeds niet naar boven,' zei Wouter. 'Dat zien we dan wel weer. Iedereen klaar?' vroeg Cassandra. Iedereen knikte. 'Go!' riep Cassandra en ze begon op een paar zombies te slaan.
Ik keek Joselien vragend aan. Ze keek terug met een zelfverzekerde blik.
'We kunnen dit, zolang we er maar in geloven,' fluisterde ze en ze glimlachte.
Ik zuchtte diep.
'Kijk uit!' riep Joselien en ze sloeg een zombie bij me weg.
'Oké, geen tijd voor zuchten, je kan dit, Inez!' zei ik tegen mezelf.

We sloegen meerdere zombies neer en hadden, ondanks dat Cassandra het had afgeraden, meerdere keren elkaars levens gered.
Ondanks dat we allemaal nog leefden en nog niet gebeten waren kwamen er wel steeds meer en meer zombies het museum in.
'Waar komen ze toch vandaan?' vroeg Ella. 'Door de deur,' zei Wouter sarcastisch.
'Genoeg geintjes, het wordt laat en we kunnen niet voor eeuwig tegen de zombies vechten,' zei Thomas. 'Thomas heeft gelijk, vroeg of laat raken we uitgeput en zijn we niet meer in staat om terug te vechten,' zei ik. 'Maar de vraag is voor nu vooral, hoe houden we de zombies tegen?' vroeg Joselien.
'Hetzelfde als wanneer er mieren in je huis zitten. Je moet ze niet bestrijden op de plek waar ze op dat moment zitten, maar bij de bron aanpakken. Je moet kijken waar ze vandaan komen,' zei Cassandra.
Ik dacht diep na. We moeten de zombies niet bestrijden, maar bij de bron aanpakken...
'Ik weet het! We moeten de deur blokkeren, zodat er geen nieuwe zombies naar binnen kunnen!' zei ik enthousiast, waarna ik nog een paar zombies wegsloeg.
'En waar wil je dat mee doen?' vroeg Joselien.
'Met de zakjes met eten van Joseliens restaurant,' legde ik uit.
'Jij bent nog gekker dan ik dacht, dan hebben we geen eten meer!' zei Wouter verontwaardigd. 'Ik vat dat op als een compliment,' zei ik terug. 'Luister maar niet naar Wouter, Inez. Ik vind je idee heel goed. Daarbij, heel veel langer dan dit houden we het toch niet uit. Ik heb liever een poosje geen eten dan dat ik een zombie word,' zei Thomas. 'Ik vind je idee ook heel goed, Inez. Waar liggen de zakken nu eigenlijk?' vroeg Ella.
Ik keek om me heen om naar de tassen te zoeken. Ik zag ze liggen onderaan de trap. 'Daar liggen ze!' riep ik en ik liep erheen. Thomas trok me weer terug. 'Ik ga wel,' zei hij en hij liep erheen.
Ik vocht nog tegen wat meer zombies tot ik ineens een harde brul hoorde. Ik draaide me om en zag een zombie op Thomas aflopen.
'Thomas!' riep ik, maar Thomas hoorde me niet.
Ik bedacht me geen moment.
'Joos, bescherm me effe,' zei ik en ik knielde op de grond neer. Ik zette Hesters tas op de grond, ritste het open en haalde haar sleutelbos met de sleutel van haar fiets en heel veel sleutelhangers eruit.
Met een boog gooide ik de sleutelbos naar de zombie die op het punt stond om Thomas aan te vallen. De sleutelbos raakte de zombie precies in zijn gezicht. Er spoot allemaal groenbruin bloed uit zijn gezicht en de zombie zakte op de grond.
Joselien sloeg nog een zombie bij me weg.
'Die tas van je zusje is echt geweldig,' zei ze.
Ik stond snel op en rende naar Thomas, die verward naar de zombie zat te kijken.
'Wat is er gebeurd?' vroeg hij.
'Die zombie wilde je aanvallen. Ik riep nog, maar je hoorde me niet. Ik had Hesters sleutelbos uit haar tas gehaald en op de zombie gegooid. Hij raakte hem in het gezicht, waardoor hij op de grond viel en jij niet gebeten werd,' vertelde ik.
'Holy... Je hebt gewoon mijn leven gered,' zei Thomas. 'Het was het beste om te doen,' zei ik en ik pakte wat plastic zakken van de grond.
'De anderen kunnen niet lang doorvechten. We moeten nu die zakken voor de deur leggen,' zei ik. Thomas knikte en pakte ook wat zakken. Één hand liet hij vrij.
'Dan kan ik jou ook beschermen tegen zombies,' zei hij glimlachend. Ik glimlachte terug.
'Let's do this," zei ik vastberaden.

Zombie Flare (Dutch)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu