Hoofdstuk 5

13.2K 534 12
                                    

Hoofdstuk 5

Op vrijdagavond was ik nogal zenuwachtig. En ik wist niet waarvan. Voor Daans reactie als hij zou ontdekken dat ik weg was? Of was ik bang dat het toch nog fout ging? Ik snapte niet waarom ik bang moest zijn voor zijn reactie. Het is mijn leven. En hij hoorde er niet in. Alleen was ik bang. Zo gruwelijk bang. Bang om het tegen mijn ouders te zeggen, en daarnaast zou het ze toch geen bal kunnen schelen. Ik was bang om het tegen Marlies te vertellen. Bang om naar de politie te stappen. Misschien lachten ze mij wel uit? Misschien was dit wel normaal? Ik baalde ervan dat ik geen ervaring met eerdere relaties had. Want ik wist echt niet wat ik hiermee aan moest. Op internet las ik termen als ‘’verkrachting’’ en ‘’aanranding.’’

Het kwam overeen, dat wel. Ik zuchtte diep. Oké Sarah, dit is niet normaal. Maar iets in mij wilde dat dit normaal was. Want anders was je raar toch? Als zoiets jou overkwam, was je raar. Dit overkwam ook mij ook niet. Dat kan niet. Ik had niets verkeerds gedaan. En zo dacht ik er elke avond over na. Misschien wist ik wel dat het niet normaal was, maar wilde ik het niet zien.

Zaterdagochtend, 6 uur 30.

Al de hele nacht had ik wakker gelegen, maar nu besloot uit bed te gaan. Dit werkte niet. Ik kon niet slapen, en daar moest ik vrede mee hebben. Ik liep naar de badkamer en keek ik de spiegel. Ik zag er vreselijk uit. Ik had dikke wallen onder mijn ogen, en ook mijn haar stond alle kanten op. Zuchtend kleedde ik mezelf uit en sprong onder de douche. Dankzij de warme stralen voelde ik mij iets beter. Eenmaal uit de douche gekomen, deed ik mijn nieuwe kleren aan, die ik afgelopen donderdag samen met mijn moeder had gekocht. Zou ik ook make-up op doen? Ik had nooit make-up op, het stond mij gewoon simpelweg niet. Ik besloot het niet op te doen, ook om de vervelende reacties van mijn moeder te ontwijken. Ze ging dan vast zeggen dat het mij niet stond, zoals de vorige keer. Eens had ik mascara op, ik en Marlies gingen die avond uit. Ik ging voor het eerst. Mijn moeder lachte mij uit. Sindsdien durf ik het ook niet meer. Snel deed ik mijn haren in een knot, en liep de trap af naar beneden.

‘Goedemorgen mam.’

Mijn moeder draaide zich om en mompelde iets onverstaanbaars terug. Ze was druk bezig met stofzuigen.

‘Kan ik helpen?’

‘Nee, ga jij maar naar de huiskamer of naar boven, ik ga vandaag schoonmaken.’

Ik wist dat ze dan liever had dat iedereen weg was, anders schoot het schoonmaken ook niet op natuurlijk. Maar toch deed deze reactie pijn. Nooit maar dan ook nooit was ze vriendelijk tegen mij. Nee, dan kon ik het nog iets beter met mijn vader vinden. Ik liep naar de huiskamer en zette de tv aan. Ik was helemaal vergeten om ontbijt te maken, gewoon niet aan gedacht. Geen honger.

Eindelijk was het dan vier uur en ik pakte mijn fiets uit ons schuurtje.

‘Waar ga je heen?’ vroeg mijn moeder.

‘Ik ga naar Marlies, dat had ik toch gezegd?’

‘Ja maar Daan kwam toch?’

‘Nee hij heeft een feest.’

‘En jij gaat niet mee?’

Ik rolde zo onopvallend mogelijk met mijn ogen. ‘Nee mam.’

‘Wat raar in mijn tijd was zoiets heel normaal.’

‘Ja in de mijne niet’, zei ik geïrriteerd en fietste weg.

Sarah Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu