Ik heb mijn best gedaan...
Hoofdstuk 17
Zijn handen gleden over mijn lichaam, en eigenlijk…Eigenlijk kon ik het niet verdragen. En dat deed mij pijn. Ik kon niet goed genoeg zijn. Ik kon hem niet geven wat hij zou willen. Niet nu zou willen, maar in de toekomst wel zou willen. En wie weet wanneer die ‘’toekomst’’ is. Over een week? Over twee weken? Of pas over twee maanden? Ik duwde zachtjes zijn hand van mijn buik af. ‘Sorry.’ Ik zuchtte. Ik zou dit nooit kunnen.
Ik durfde die nacht niet eens tegen hem aan te slapen. Ik wilde ook niet dat hij tegen mij aan zou slapen. De slaap zelf kon ik ook niet te pakken krijgen. Ik haatte mijzelf. Ik haatte mijn leven. ‘Ben je nog wakker?’ Samuel draaide zich naar mij om.
‘Ik kan niet slapen.’
‘Ik ook niet.’
Ik kroop tegen hem aan. ‘Sorry’, zei ik nogmaals.
‘Waarvoor Sarah?’
‘Ik stelde je teleur.’
Samuel schudde zijn hoofd. ‘Nee dat deed je niet. Je kwam voor jezelf op, en dat was goed.’
Ik twijfelde nog, maar schudde daarna mijn hoofd. ‘Nee.’
‘Jawel Sarah.’
‘Maar waarom is dat bij Daan dan niet goed?’
‘Omdat die heel anders dan mij is. Hij gaat je dan pijn doen.’
Ik beet op mijn lip. Samuel had gelijk. Ik keek in zijn blauwe ogen. ‘Waarom.’
‘Wat waarom?’ vroeg hij niet begrijpend.
‘Waarom houd jij van mij?’
‘Omdat ik dat simpelweg gewoon doe. Waarom is de melkweg oneindig?’
Ik haalde mijn schouders op.
‘Precies. En dat is ook mijn antwoord op jouw vraag.’
Ik staarde hem voor een paar seconden zwijgend aan. ‘Dat is een gemeen antwoord’, concludeerde ik uiteindelijk.
‘Je zult ermee moeten leven.’
‘Ja…’, zei ik zuchtend. ‘Morgen ga ik wel weer naar school.’
Samuel knikte bedachtzaam. ‘Laat mij je brengen.’
‘Nee dan krijg ik vragen.’
‘Beter dan dat Daan je onderweg grijpt.’
Ik slikte. Daar had hij natuurlijk een punt. Het gevaar, om het zo maar even te noemen, lag altijd op de loer. Als ik ergens heen ging, ging ik altijd met angst. Al was dat ergens bull shit. Er was onderweg nog nooit iets gebeurd.
‘Dus ik breng je en haal je op.’
‘Oké’, zuchtte ik.
‘Probeer nu maar wat te slapen.’
We gaven elkaar een kus, en ik draaide mij weer om. Samuel kwam nu wel tegen mij aan liggen.
De volgende ochtend ging de wekker om zeven uur. Kreunend werd ik wakker. ‘Veel te vroeg’, mompelde ik. Ik stond op en trok mijn kleren aan. Het duurde een paar minuten voordat ik besefte dat Samuel helemaal niet meer in mijn bed lag. Waar was hij? Ik liep naar beneden, en liep de keuken binnen. Daar zat Samuel de krant te lezen. Hij had de tafel al gedekt. ‘Ik was al wakker’, zei hij.
‘Sinds wanneer lees jij de krant?’ vroeg ik lachend.
‘Jij kent mij helemaal niet goed’, zei hij lachend. ‘Ik lees elke dag de krant.’
Ik ging aan tafel zitten en at een broodje. Daarna liepen we naar zijn auto en bracht hij mij naar school. Het was niet ver naar mijn school. Na tien minuten waren we er dan ook.
‘Bedankt’, zei ik en gaf hem een kus op zijn wang.
‘Hoe laat ben je uit?’
‘Half vier.’
‘Zie ik je dan!’ zei hij en hij reed weer weg.
‘En wie was dat dan?’ vroeg Marlies verbaasd. Oh shit. Ze had mij en Samuel dus gezien.
‘Een vriend.’
‘En waarom bracht hij jou dan naar school?’
‘Heb je je strafwerk af?’ vroeg ik snel om op een ander onderwerp over te gaan. Marlies keek mij even fronsend aan.
‘Natuurlijk, ik ben een voorbeeldige leerlinge.’
‘Als je voorbeeldig was, had je geen strafwerk’, zei ik en stak mijn tong uit.
‘Oh jij bent echt een wijsneus’, zei Marlies lachend.
Gelukkig hield ze de rest van de dag stil over Samuel.
JE LEEST
Sarah
General Fiction(Let op! Dit verhaal heb ik geschreven toen ik net begonnen was met schrijven, dus het is verre van perfect. Wil je echt een boost krijgen van hoe ik schrijf, raad ik je aan mijn nieuwere verhalen te lezen. :) Ik wil wel dit deel ooit eens gaan hers...