Meer krijg ik er echt niet uit vandaag.
Hoofdstuk 16
‘Jij stomme trut’, hij stompte mij nogmaals in mijn maag. Ik kromp in elkaar en probeerde weg te kruipen. Wat natuurlijk niet lukte.
‘Daan doe eens chill.’ Samuel probeerde Daan vast te pakken, maar het mislukte. Ik had geen idee wat er aan de hand was, alleen dat ik weer niet goed genoeg was. Ik zag Daan weer op mij af komen, en kon een gil niet onderdrukken. Daarop werd hij nog bozer. Ik zag dat Samuel hem ruw vastpakte. ‘Daan kappen nu, wil je dat ze morgen naar school gaat met fácking blauwe plekken? Wil je dat de mensen vragen gaan stellen? Kappen gast’, zei hij nog best kalm. Daan leek het te begrijpen en ging rustig op de bank zitten. ‘Breng mij drinken’, beval hij mij. Bang deed ik wat er van mij gevraagd werd. Ik had ontzettend veel pijn in mijn maag. Ik had zelfs moeite met rechtop lopen. Ik schonk wat te drinken in en bracht het naar hem. Ik durfde hem niet aan te kijken. Ik was bang, doodsbang. Misschien was ik nog nooit zo bang voor hem geweest als nu. Hij dronk zijn drinken meteen op en stond op.
‘Jij bent nog niet van mij af’, zei hij en ik voelde een rilling achter op mijn rug. Hij liep zonder iets tegen Samuel te zeggen de deur uit. Huilend viel ik in zijn armen. ‘Waarom?’ vroeg ik hem. Hij schudde zijn hoofd. ‘Ik weet het echt niet, serieus niet.’ Ik wist dat hij het niet wist. Ik wist zelf ook niet waarom hij mij moest hebben.
‘Wat deed ik fout?’ vroeg ik met trillende stem.
‘Ook dat was voor mij een raadsel Sarah. Ik weet ook niet wat hem bezielt.’
De volgende dag was ik ziek. Erg ziek. Ik gaf continu bloed over.
‘Dit is echt niet gezond Sarah’, zei Samuel peinzend. Ik had niet eens de kracht om iets te zeggen. ‘Hij heeft je vast recht in jouw maag geraakt…’
Ik keek hem chagrijnig aan. ‘Je meent het.’ Meteen voelde ik een nieuwe golf misselijkheid op komen en gaf over in de emmer die naast mijn bed stond. Weer bloed. Natuurlijk.
‘Wanneer komen jouw ouders terug?’
Ik schudde mijn hoofd. ‘Geen idee. Maar ze kunnen ook zomaar besluiten om een paar dagen langer te blijven.’
‘Ik kan je niet mee nemen naar de dokter’, zei Samuel. Ik zag de paniek in zijn ogen staan.
‘Nee want ze zouden maar eens weten van Daan, echt een wereldramp. Denk jij dan alleen aan jezelf?’ zei ik boos.
‘Ik denk aan jou Sarah. We hebben niets.’
‘Nee niet ‘’we’’, ik heb niets.’
De volgende dag was ik gelukkig al iets opgeknapt. Ik gaf nog wel over, maar een stuk minder. Wel voelde ik mij erg duizelig. Samuel had van die ijzerpilletjes gehaald, hij was er heilig van overtuigd dat ijzer te kort kwam. Ik was er eerder van overtuigd dat ik een beetje veel bloed verloren was. Maar verder ging alles prima. Niets levensbedreigends.
‘Voel je je al iets beter?’ vroeg Samuel toen hij zachtjes mijn kamer binnen kwam lopen.
‘Jawel’, zei ik en glimlachte zwakjes.
JE LEEST
Sarah
General Fiction(Let op! Dit verhaal heb ik geschreven toen ik net begonnen was met schrijven, dus het is verre van perfect. Wil je echt een boost krijgen van hoe ik schrijf, raad ik je aan mijn nieuwere verhalen te lezen. :) Ik wil wel dit deel ooit eens gaan hers...