'Hij is zo rustig', terwijl Eva op de laatste hap van haar tosti kauwt, kan ik mijn ogen niet van ons mannetje afhouden. 'Dat lijkt nu zo', grinnikt ze zachtjes, 'maar over een halfuurtje komt hij wel weer, denk ik'. 'Komt hij wel weer? Hoe bedoel je?', vragend kijk ik haar aan. 'Dat hij gevoed moet worden, bedoel ik. Dat zeg je als een baby gaat huilen omdat hij honger heeft', legt ze uit terwijl ze wat aan zijn sokjes plukt. 'Oh ja, natuurlijk', ik moet nog zoveel leren. Ik heb wel doodleuk beloofd haar te helpen maar ik weet waarschijnlijk minder van baby's dan zij. 'Zullen we maar gaan dan? Ik bedoel...', wat ongemakkelijk wend ik mijn blik van haar af. Misschien wil ze wel helemaal niet dat ik met haar mee ga. Dat zou ik best begrijpen. We hebben elkaar zeven maanden niet gesproken. 'Graag', haar vingers vegen zachtjes over mijn hand, wat me doet opkijken. Ze glimlacht geruststellend, wat ook een glimlach op mijn gezicht tovert. Terwijl Eva haar jasje aantrekt, installeer ik het baby'tje dat ik tot nu toe nog niet losgelaten heb weer in zijn stoeltje. 'Waar staat je auto?', 'ik, eh...', haar bleke gezicht kleurt lichtroze. 'We gaan wel met mijn auto', knipoog ik naar haar. In de tijd dat ik haar heb moeten missen is ze in ieder geval niet minder eigenwijs geworden. Nadat ik haar had overgehaald iets te eten, heeft ze me verteld dat ze Marion heeft opgedragen haar niet te komen halen. Als ik haar niet tegen het lijf was gelopen, had ze dus gewoon een taxi moeten nemen. 'Wacht hier maar, dan rij ik hem voor', 'ik kan heus wel een stukje lopen, Wolfs', ze staat op en grijpt mijn arm beet. Ik laat mijn blik even op haar gezicht rusten. Al snel kijkt ze weg. Ze is kapot. Dat ziet iedere gek. Ik stap op haar af en leg mijn hand op haar wang, 'jij wacht hier'. 'Maar...', 'jij wacht hier en ik rij die auto voor', streng kijk ik haar aan. 'Oké', geeft ze uiteindelijk toe. Ik glimlach flauwtjes en druk een kus op haar voorhoofd, 'tot zo'. Ze wendt haar blik af en gaat weer zitten. Als ik omkijk, zie ik hoe ze de Maxi-Cosi naar zich toedraait. Haar gezichtsuitdrukking is zo zacht als ze met haar vinger over het handje van onze zoon gaat. Zo heb ik haar nog nooit zien kijken. Zo snel als ik kan beweeg ik me naar mijn auto. Even kijk ik bedenkelijk naar de oude Lancia, maar al snel schud ik de twijfels van me af. Ik ben al lang blij dat ik niet op de motor ben gekomen. Ik ga achter het stuur zitten en haal mijn hand even over mijn baard, een kort ritje zal best gaan, maar voor langere ritten zal er toch echt een andere auto aangeschaft moeten worden. Dit is nou niet echt ideaal om een baby in te vervoeren. In gedachten verzonken rij ik naar de hoofdingang van het ziekenhuis. Ik ging hier naar binnen om mijn gewonde dochter te bezoeken en ik kom naar buiten met een pasgeboren zoon. Wie verzint het? Als ik de auto parkeer, zie ik dat Eva al onderweg naar buiten is. Hoofdschuddend zet ik de auto op de handrem, om zo snel mogelijk uit te stappen en de Maxi-Cosi van haar over te nemen. 'Kom maar', het feit dat ze zonder morren haar baby aan mij overdraagt vertelt mij genoeg. Ze is écht op. Leeg. Kapot. Ik snap niet dat ze haar zo hebben laten gaan. Dat Marion er niet op heeft gestaan haar op te halen. Als ik haar niet tegen het lijf was gelopen, zou ze nu zielsalleen zijn. Zowel geestelijk als fysiek uitgeput nadat ze amper 36 uur geleden ons kindje op de wereld heeft gezet. 'Wolfs?', haar stem onderbreekt mijn gedachtestroom, 'gaat het niet?'. 'Jawel, sorry', ik open de deur en zet de Maxi-Cosi op de achterbank, 'ga maar naast hem zitten'. Na wat gestoei zit het autostoeltje stevig vast. 'De Ponti?', in de achteruitkijkspiegel ontmoeten we elkaars ogen. Ze glimlacht kleintjes en knikt, 'ik kon meer verandering niet aan'. Ietwat onhandig breng ik mijn hand naar haar been, 'dat snap ik, Eef'. Zachtjes knijp ik, zonder dat we ons oogcontact verbreken, in haar bovenbeen, 'naar huis dan maar'.
JE LEEST
Overgave
FanfictionNa maanden van elkaar gescheiden te zijn, komen Wolfs en Eva elkaar weer tegen. Maar er is het een en ander veranderd. Hoe gaan ze hiermee om? Beginnen ze samen een nieuw leven of vervallen ze in hun oude gebruiken?