18

790 26 4
                                    

'Wacht, Wolfs', hij draait zich om en kijkt me vragend aan, 'haal Fleur even, dan kan ze helpen'. Hij kijkt me even onderzoekend aan, maar al snel verschijnt er een glimlach op zijn gezicht. 'Je bent lief', hij drukt een kus op mijn voorhoofd en legt Melle in mijn armen, 'ik ben zo terug'. Terwijl hij naar de kamer een stukje verderop loopt, nestel ik Melle dicht tegen me aan, zodat hij lekker warm blijft. Als vader en dochter de slaapkamer inlopen, liggen we allebei al bijna te slapen. 'Jullie zijn echt té lief samen', Fleur komt op de rand van het bed zitten, 'wat een dot van een broertje heb ik, zeg'. 'Kan ook niet anders met zo'n vader', Wolfs staat te grijnzen aan het voeteneind. 'Hij lijkt op jou hoor, Eef', ze streelt zachtjes over het handje van mijn baby, 'hopelijk heeft 'ie ook jouw persoonlijkheid'. 'Kies nou maar een pyjamaatje voor hem uit', grinnikend druk ik een kus op zijn hoofdje, 'ze liggen in de commode'. Enthousiast trekt ze alle laatjes open. 'Oh mijn god, Eva', ze haalt allerlei verschillende rompertjes tevoorschijn, 'dit is zo schattig allemaal'. Wolfs is inmiddels op het bed gaan zitten en knijpt zachtjes in mijn been. De grote glimlach op zijn gezicht zorgt voor kriebels in mijn buik. Dit hele huisje, boompje, beestje maakt me gelukkiger dan ik ooit had kunnen bedenken. 'Deze wordt het', ze haalt een blauw pyjamaatje volledig bedekt met walvissen en pinguïns tevoorschijn. Ik knik goedkeurend, 'dat is ook mijn favoriet'. Wolfs neemt Melle uit mijn armen en legt hem op de commode. Terwijl hij Fleur helpt ons mannetje aan te kleden, voel ik m'n ogen zwaar worden. Wolfs moet door hebben dat ik naar ze lig te staren, want hij draait zich om en knipoogt lief naar me, 'ga maar lekker slapen, Eef'. Zijn warme stem is het laatste wat ik hoor voor ik met een gelukzalig gevoel in slaap val.

Terwijl Sanne onze lunch opruimt, ligt Melle heerlijk bij me te slapen. Voor de zoveelste keer tel ik al z'n vingertjes en teentjes. Laat ik m'n vinger van z'n voorhoofd, via z'n oortje, over z'n wangetje naar zijn borst glijden. 'Eef', 'mm?', Wolfs knijpt zachtjes in mijn bovenbeen. 'Is het zo goed?', 'ja', zachtjes streel ik over z'n kin, waar een schattig kuiltje in zit, 'prima'. 'Heb je überhaupt gekeken?', snel kijk ik even naar het scherm van de laptop waarop Wolfs de nodige aanpassingen doet aan het geboortekaartje. 'Als je gewoon zijn naam erop zet en jouw naam erbij zet, is het goed, toch?', hij is al minstens een half uur bezig. 'Misschien kunnen we ook zijn lengte en gewicht erop zetten?', ik haal mijn schouders op en glimlach verliefd naar mijn kleintje dat in zijn slaap zijn lipjes tuit.  'Eva', hij pakt mijn hand vast, knijpt er zachtjes in en dwingt me zo hem aan te kijken, 'wat is er?'. 'Niks', zijn bezorgde ogen boren zich in de mijne en ik moet wegkijken. Want ik lieg. En ik kan hem niet in de ogen kijken terwijl ik lieg. 'Ik ben zo trots op hem, Flo. Zo trots dat ik zijn mama ben, zo trots dat jij zijn papa bent', snel veeg ik een traan van mijn wang, 'maar ik ben ook zo bang'. 'Bang?', hij streelt zachtjes over mijn wang, 'waar ben je bang voor dan, lieverd?'. 'Voor de reacties...', verslagen bijt ik op mijn lip. 'Oh Eef', hij trekt me dicht tegen zich aan. Stevig, maar voorzichtig, rekening houdend met de fysieke pijn waarin mijn lichaam sinds de bevalling verkeert. Hij is zo lief voor me terwijl ik hem net vertel dat ik bang ben voor hoe mensen zullen reageren op het feit dat hij de vader van mijn kindje is en niet Frank, zoals iedereen denkt. Want ook al heb ik dat tegen niemand gezegd, ik heb het ook niet ontkent. Mijn baas denkt dat het van Frank is. Franks familie denkt dat het van hem is. Onze vrienden denken dat het van Frank is. Alleen Marion weet van begin af aan dat het Wolfs' kindje is. 'We hoeven mijn naam er niet op te zetten, hè', de pijn in zijn stem breekt mijn hart. 'Nee, Wolfs', ietwat wanhopig leg ik mijn hand op zijn wang, 'nee, geen sprake van. Jij bent zijn vader en iedereen mag dat weten'. 'Misschien is het beter als we sommige mensen persoonlijk op de hoogte brengen?', 'je bedoelt Hoeben?', ik grinnik door mijn tranen heen. 'Bijvoorbeeld', hij glimlacht flauwtjes en veegt de tranen van mijn wangen. 'En de familie van Frank? En onze vrienden', de paniek in mijn buik begint weer te groeien, 'ik had het ze veel eerder moeten vertellen'. 'Eef, om heel eerlijk te zijn', hij pakt mijn handen vast en kijkt me doordringend aan, 'gaat dit helemaal niemand iets aan'. 'Ik heb hem verraden, Wolfs!', het kindje in mijn schoot strekt geschrokken zijn armpjes uit. Wolfs legt zijn grote hand om Melle's hoofdje en hij kalmeert onmiddellijk. 'Wij hebben hem verraden, Eva', hij kijkt me doordringend aan, 'maar hij wist hoeveel wij van elkaar houden. Hij wist het, Eef. En we hebben het verkeerd aan gepakt, maar het is goed zo. Wij samen en Melle... Het is goed, Eva'.

OvergaveWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu