Als ik de slaapkamer binnenkom, hangt Eva met haar hoofd boven het wiegje. Na een badje, waar meneer weer enorm van leek te genieten, ligt Melle heerlijk te tukken. Verliefd staart ze naar ons mannetje. Af en toe gaat ze even met haar vinger over zijn wangetje, of met haar duim over zijn buikje. Ze mompelt lieve woordjes die ik amper kan verstaan. Een zachte glimlach verschijnt rond haar mond als hij in zijn slaap wat smakt en er kleine bubbeltjes op zijn lippen verschijnen. Het is een kant van haar die ik pas net ken. Ze is zo zacht. Zo anders nu dan ik haar ooit heb gezien. Met kinderen is ze goed. Dat wist ik wel. Als we een zaak hebben waarbij een kind betrokken is, dan weet ze altijd precies wat ze moet zeggen of doen. Of het nou om een slachtoffertje gaat of een getuige, ze krijgt ze altijd aan het praten, of ze weet hoe ze ze moet troosten. Maar dit is anders. Ze voelt ons kindje perfect aan. Nu al. Ze weet al dat hij honger heeft voor hij begint te huilen. En als hij huilt weet ze of het is omdat hij moe is, of een vieze luier, of omdat hij krampjes heeft. Het gaat allemaal zo natuurlijk bij haar. Terwijl ik bij elk huiltje of kreuntje denk dat er iets mis is, is zij de rust zelve. Althans, zo lijkt het. Zij is vast ook nog onzeker. Ons ventje is nog geen vijf dagen oud. Voor haar is dit ook allemaal nog nieuw. 'Hé, dromer', grijnzend kijkt ze me aan. 'Hé', ik loop verder de kamer in en sla mijn armen om haar middel. 'Wat is ie mooi hè', ik laat mijn kin op haar schouder rusten. 'En wat zijn we trots', grinnikt ze. Het is de tekst die op het geboortekaartje komt te staan. Wat ben je mooi. Wat zijn we trots. Kort maar krachtig. En zo waar. 'Hij ligt heerlijk te slapen, je weet wat dat betekent', 'nog even, Wolfs', ze laat haar hand even over mijn wang glijden, 'ik kan dagen naar hem kijken'. Een tijdje staan we in een innige omhelzing naar ons bundeltje liefde te kijken. 'Kom', 'ja, ja', ze zucht diep en draait zich naar me toe, 'ik ga m'n bed weer in'. 'Nee', ik til haar kin op en kijk in haar prachtige, heldere ogen, 'jij gaat met mij mee naar beneden'. 'En Melle dan?', 'hij slaapt net en de babyfoon staat aan, als hij wakker wordt ben ik zo boven', ik druk mijn lippen op de hare, 'wij gaan lekker lunchen'. 'Lunchen?', 'ja, lekker broodje kaas?', ze glimlacht flauwtjes, 'heerlijk'. 'Kom op dan', ik kus haar voorhoofd en neem haar hand in de mijne. Snel grijp ik de babyfoon mee voor we hand in hand naar beneden lopen. 'Wacht', voor ze de kelder in wil lopen trek ik haar met de mee de andere kant op, 'hierheen'. 'Wolfs, wat doe je?', giechelend pakt ze mijn arm beet. 'Wacht even', ik laat haar hand los en rommel wat aan de dubbele deuren. 'Die zijn al jaren niet open geweest, man', 'wacht nou maar', met veel gekraak zwaaien de openslaande deuren open. 'Kijkt u eens', ik draai een kwartslag zodat ze het kleine binnentuintje in kan lopen. 'Wauw, Wolfs', ze slaat haar hand voor haar mond, 'wat... Hoe?'. 'Sanne en ik hebben het wat opgeknapt terwijl jij lag te slapen', ik laat mijn hand op haar onderrug rusten. 'Wat lief', er staan tranen in haar ogen. 'Ga lekker zitten', ik knik richting de oude stoel die we wat hebben opgeleukt met allerlei kussentjes, 'dan ga ik een broodje voor je smeren'. Ze gaat zitten en trekt me nog even naar zich toe, 'ik vind dit echt heel lief, Floris', fluistert ze tegen mijn lippen. 'Dank je wel', zachtjes drukt ze haar perfecte lippen op de mijne. 'Graag gedaan, lief', glimlachend kus ik haar nogmaals, 'alles voor deze prachtig mooie mama'. Haar wangen kleuren rood en ze slaat haar ogen neer. Grinnikend laat ik mijn duim even over haar jukbeen glijden, 'ik ga een broodje maken. Ik neem de babyfoon mee en jij blijft hier lekker zitten'. Ze knikt dankbaar. Ik wil net naar binnen lopen als ik haar stem hoor, 'Wolfs? Mag ik een glas chocomel?'. 'Tuurlijk', knipoog ik. Dit is de eerste keer dat ze daar om vraagt, sinds donderdag. Hopelijk betekent het dat haar eetlust een beetje terugkomt. Vrolijk ga ik in de keuken aan de slag. Naast het gebruikelijke broodje kaas, maak ik een schaaltje fruit voor haar. Ze kan de vitamientjes goed gebruiken. Fluitend loop ik terug, de trap op, de hoek om, het binnentuintje in. Even word ik verblind door het middagzonnetje, waardoor ik mijn ogen tot spleetjes moet knijpen. Mijn mondhoek krult omhoog bij het vertederende aanzicht van mijn slapende vriendin. Ik zet het dienblad in de schaduw en leg mijn theedoek eroverheen. Voorzichtig, zonder haar wakker te maken, buig ik me over haar heen om een vederlichte kus op haar voorhoofd te drukken, 'slaap lekker, lieve Eef'.
JE LEEST
Overgave
FanfictionNa maanden van elkaar gescheiden te zijn, komen Wolfs en Eva elkaar weer tegen. Maar er is het een en ander veranderd. Hoe gaan ze hiermee om? Beginnen ze samen een nieuw leven of vervallen ze in hun oude gebruiken?