4. Een band

813 57 9
                                    

Aiden

Ik opende de deur van mijn kantoor en plofte neer op mijn bureaustoel. De papieren had ik inmiddels al opgeruimd en ik had mezelf beloofd om voortaan niet meer de papieren op de grond te gooien. Ik zou wel een stoel slopen, maar niet meer de papieren omgooien. Ik was namelijk heel de dag bezig geweest met opruimen en alles op volgorde leggen.
Ik pakte een aantal stapels papieren en stopte ze in mijn tas bij de andere spullen die ik mee moest nemen naar het overleg met Alpha Mack. Ze waren precies twee dagen geleden terug gekomen. Gister had hij mij opgebeld om te vragen waar we elkaar zouden ontmoeten. We vonden het beide prima om elkaar op zijn territorium af te spreken. Ik zocht de laatste papieren op en stopte ze in mijn tas. Toen ik net wilde opstaan om Kay te zoeken en te vertrekken, kwam Kay al binnen stormen. 'Sinds wanneer kom jij binnen zonder te kloppen?' bromde ik. 'Sorry, maar dit is een noodgeval.' antwoorde Kay hijgend. Vragend trok ik een wenkbrauw op. 'We zijn aangevallen.' hijgde Kay verder. 'Door wie?' vroeg ik verbaasd en trok een wenkbrauw op. We waren nog nooit aangevallen. Meestal waren wij juist degene die aanvielen. 'Ken je dat stel jongens dat je uit de pack hebt gegooid drie dagen geleden?' vroeg Kay. Gelukkig hijgde hij al minder. Ik knikte. 'Wat is er met hun?' vroeg ik. 'Zij zijn degene die ons hebben aangevallen.' Verbaasd stond ik op. 'Zoveel schade kunnen ze toch niet hebben aangericht?' vroeg ik achterdochtig. Kay knikte. 'Dat dacht ik eerst ook toen ik het hoorde, maar dat was voor ik wist dat ze de hulp van een aantal Rogue hebben ingeschakeld.' vertelde Kay verder. Ik gromde. 'Hebben jullie ze vermoord?' vroeg ik brommend. Kay knikte. 'Maar niet allemaal. We hebben de jongste en de middelste van de drie gevangen genomen en de Rogue hebben we vermoord, maar de oudste loopt nog rond.' legde Kay verder uit. 'Waar zijn ze?' bromde ik. 'In de kerkers.' antwoorde Kay. Samen liepen we de trap af richting de kerkers. Onderweg haalde ik mijn telefoon uit mijn broekzak om Alpha Mack te bellen en te zeggen dat ik later zou komen. 'Hallo u spreekt met Alpha Aiden. Er zijn wat problemen ontstaan in mijn Pack en ik denk dat ik het niet ga redden om op tijd te zijn voor onze ontmoeting vanmiddag.' legde ik uit. 'Geen probleem, hier is er ook iets tussen gekomen ik wilde u net bellen.' antwoordde Mack. 'Komt u maar gewoon wanneer alles geregeld is en als dat voor vanavond niet gaat lukken dan spreken we een andere datum af.' Ik stemde in en hing op. Dat ging makkelijker dan gedacht. Beneden in de kerkers hing een vreselijk sterke geur van zweet, bloed en dood. Om mij heen smeekte gevangenen om hun los te laten en natuurlijk dat ze mij nooit meer iets aan zouden doen. Alsof ik zo naïef was om dat te geloven. Niet dus. Kay en ik liepen samen verder en negeerde het gesmeek van de gevangenen. Kay stopte voor een van de cellen en zocht de sleutel uit de sleutelbos. Hij opende de deur en samen liepen we naar binnen. 'Wie zijn idee was het om mijn pack aan te vallen?' bromde ik naar de twee jongens voor mij. 'Het was Wendel zijn idee.' zei de jongste angstig. Wendel was de oudste van de drie, net wat ik al dacht. 'Waarom?' gromde ik kortaf. 'Hij is boos dat hij uit de pack is gegooid. Voordat hij het aan ons vertelde, heeft hij een grote groep Rogue aan zijn kant gepraat. We moesten wel meedoen anders dan waren we er geweest.' vertelde de middelste. 'We hebben zelfs geprobeerd hem om te praten, maar hij was zo kwaad dat het ons niet lukte.' praatte de jongste angstig verder. 'Weten jullie waar hij op dit moment is?' vroeg ik de twee. Ze knikte beide. 'Timo weet jij de weg nog te vinden?' vroeg de middelste aan de jongste. Timo knikte. 'Hij verschuilt zich ergens diep in het bos tegen de voet van de berg, ik kan jullie de weg wel wijzen.' zei hij. Ik knikte. 'Niet nu. Ik heb eerst nog een andere afspraak en bovendien het wordt zo donker. Morgen zullen we vertrekken en Wendel vangen.' legde ik uit. Dan zou ik die Wendel even laten zien wat we met zijn soort doen. Kay en ik verlieten de cellen weer en liepen terug naar mijn kantoor om de spullen te halen. Ik stuurde Alpha Mack een sms met daarin dat we eraan kwamen. Het territorium van Alpha Mack lag niet ver van dat van mij en daarom waren we er dus zo. Kay en ik stapte uit de auto en belde aan. Het duurde niet lang voor Luna Caith de deur opende. 'Alpha Mack komt zo bij jullie. Ik breng jullie alvast naar zijn kantoor.' glimlachte ze vriendelijk. Ik knikte en met zijn allen liepen we naar Alpha Mack zijn kantoor. Kay en ik namen plaats en even later kwam Caith weer binnen gelopen met een dienblad en kopjes koffie erop. Je kon zeggen wat je wilde, maar zelfs ik als vijand gaf toe dat Alpha Mack het goed had getroffen met zijn mate. Luna Caith was de meest liefste en zorgzaamste Luna en mate ooit. Ik hoopte nog steeds dat ik mijn mate ook ooit zou vinden. Al zou die kans klein zijn. Waarschijnlijk is ze dood. Met die trieste gedachte zag ik Alpha Mack binnen komen lopen. Alpha Mack gaf een knikje. 'Alpha Aiden en Beta Kay. Het spijt me dat ik jullie heb moeten laten wachten, maar het probleem is nog niet opgelost.' legde hij uit. 'Waar wilde jullie het ookal weer over hebben?' vroeg hij. 'Over de wapenstilstand die we hadden afgesloten.' vertelde ik. Alpha Mack knikte. 'Wat mij betreft is die er nog steeds. Ik geloof jullie op jullie woord dat de aanval niet vanuit jullie kwam. Bovendien zijn er bij ons geen doden gevallen, alleen een aantal gewonden. Het is aan jullie.' Dat was iets wat ik nog niet wist. Ik dacht juist dat er wel doden waren gevallen, maar blijkbaar waren dat alleen gewonden. Hmm dat moest ik nog maar eens bespreken met de boodschapper van de Roedel. Ik keek Kay verbaasd aan, maar uiteindelijk knikte we beide.
Na nog een aantal dingen besproken en ondertekend te hebben, was het overleg eindelijk afgelopen. Alpha Mack liep met ons mee om ons uit te laten, toen ik onderweg een meisje tegenkwam. Ze leek ons niet op te merken en liep zonder op te kijken door. Ze zag er slecht uit. Een openstaand raam blaasde een heerlijke geur naar binnen. De geur rook zo lekker dat mijn wolf er onrustig van werd en dat kon maar één ding betekenen. Mate. Fluisterde mijn wolf. Het duurde even voor ik mij realiseerde wat mijn wolf beweerde. Ik keek naar het meisje dat net voorbij liep en het duurde even, maar uiteindelijk kreeg ik door dat zij mijn mate is. Ik rende snel achter haar aan voor ik haar kwijt was. 'Aiden, wat ga je doen?!' riep Kay mij achterna. Ik negeerde hem en rende naar het meisje toe. Ik pakte haar bij haar schouders en draaide haar om. Van dichtbij zag ze er nog slechter uit. Ze had wallen onder haar ogen en haar huid was bleek en ingevallen. Ze was erg mager en haar ogen stonden leeg en afstandelijk. 'Is er iets?' vroeg ze koel en leeg. Geschrokken keek ik haar aan. Mijn wolf piepte ervan. 'Averie ga maar even naar je kamer.' hoorde ik Alpha Mack achter mij zeggen. Het meisje voor mij, Averie, knikte en liep weg. 'Wat? Waarom!' vroeg ik boos. 'Er is iets dat je eerst moet weten, Aiden.' begon Alpha Mack. Blijkbaar had hij dus al door dat ik mijn mate gevonden heb. Bij dat idee begon mijn wolf vrolijk te springen. 'Averie heeft een ernstig ongeluk gehad samen met haar familie. Haar ouders en broertje en zusje zijn overleden en zij is de enige die het overleeft heeft. Sindsdien is ze niet haar oude zelf meer. Bovendien weet ze niets van ons bestaan af.' legde Alpha Mack uit. Oef. Dat was een hoop. 'Misschien dat jij er iets aan kan veranderen, omdat je haar mate bent. Ik wil wel dat je voorzichtig met haar bent, ze is familie en als haar ook maar iets overkomt..' Ik knikte snel voor Alpha Mack zijn zin af kon maken. Ik snapte hem helemaal. Ik heb Averie alleen maar gezien en nog niet gesproken, maar ik gaf nu al om haar. Ik zou er persoonlijk voor zorgen dat haar niks overkomt. Ik zou voor haar zorgen en ervoor zorgen dat ze weer helemaal de oude was. Ik kende haar nog niet zo goed, maar ze had mij nu al veranderd.

Speciaal Verwant - Moonmates *VOLTOOID*Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu