Averie
Binnen no-time stonden we op een groot plein. De zon ging langzaam aan onder. We moesten dus opschieten als we voor het donker in het paleis wilden zijn. 'Kom we moeten deze kant op.' zei Luna. Aiden en ik volgde haar door de smalle straatjes. Het dorpje was mooi om te zien. Je kon duidelijk zien dat het dorp oud was en het was een heel mooi gezicht. De mensen leken ons niet op te merken. Ze liepen langs ons heen alsof er niets bijzonders was. Misschien had Luna wel een spreuk gebruikt ofso. We liepen snel door en het duurde dan ook niet lang toen we bij het kasteel aankwamen. We stonden voor de poorten en nadat Luna een paar woorden tegen de wachter had gefluisterd ging de poort voor ons open. Aan de andere kant stond een nieuwe wachter. 'Goedendag, mijn naam is Conn en ik zal jullie de weg wijzen in het kasteel. Jullie worden al verwacht, dus ik stel voor dat we een beetje opschieten.' zei Conn vriendelijk. Het viel mij wel op dat hij de woorden meer tegen Luna sprak dan tegen Aiden en mij en het viel mij nog meer op dat Luna net zo hard terug keek met dezelfde blik. Al sprak hun blik boekdelen, ik wist dat er iets was tussen die twee. Aiden liet mij los en ging naast Conn lopen om allerlei vragen te stellen. Ik snoof en zag Aiden als een klein jongetje naast Conn lopen. Ik wist meteen mijn plek. Conn bleek de hoofdwacht van Avani te zijn, de hoofd van een soort Zwitserse Garden. Dat gaf mij de kans om Luna uit te horen. 'Wat was dat net?' vroeg ik. Luna schonk mij een vragende blik. 'Dat tussen jou en Conn?' probeerde ik te verduidelijken. 'Ik weet niet waar je het over hebt.' zei ze en er kwam een lichte blos op haar wangen. 'Ik weet dat je liegt. Iedereen kan al vanaf honderd meter afstand zien dat er iets is tussen jullie twee.' zei ik geamusseerd. De blos op haar wangen werd alleen maar roder en groter. 'We zijn er.' meldde Conn nog voor hij op de deur klopte. Vanaf de andere kant riep een zware stem dat we binnen mochten komen. Twee wachters die bij de deur stonden opende de deuren voor ons en wij liepen met zijn allen naar binnen. Meteen rende er een vrouw naar Luna toe en omhelsde haar. 'Oh wat ben ik blij om jou te zien. Het is zo'n tijd geleden.' riep ze vrolijk. 'Jij bent vast Averie.' zei ze nadat ze Luna had losgelaten. Ik knikte. 'Wat leuk je te ontmoeten.' zei ze vriendelijk. 'Liliana ga zitten.' bulderde een zware stem. Liliana kromp een beetje ineen, maar deed wel wat de stem haar opdroeg. Aiden kwam beschermend naast mij staan, maar ik gaf hem een stoot tegen zijn arm waarop ik een boze blik kreeg. Dus gaf ik hem een boze blik terug. Uiteindelijk zuchtte Aiden en ging meer naast mij staan. 'Averie wat een eer om je eindelijk te ontmoeten.' zei de zware stem. De man waar de stem bij toebehoort kwam tevoorschijn. De man was lang, ongeveer net zo lang als Aiden. Hij zag er oud uit, alsof hij al een aantal eeuwen rondliep en dat zou nog best wel eens de waarheid kunnen zijn ook. De man had donker grijs haar en een baard in dezelfde kleur. Meteen viel het mij op dat er in zijn baard een licht grijze pluk zat. Hij droeg een simpele witte linnen broek met een simpel wit flanellen overhemd. Daarbij droeg hij een paar sandalen. Met een vriendlijke glimlach kwam hij dichter naar ons toelopen. 'Mijn naam is Georg. Luna heeft ons alles over je verteld. Ik weet dus waarom je hier bent, maar voor we het daarover gaan hebben wil ik je even onder vier ogen spreken.' zei hij. Aiden keek mij beduusd aan en hoopte dat ik zou vragen of hij niet meekon, maar de ogen van de oude man zeiden mij dat hij mij alleen wilde spreken en geen tegenspraak dulde. Ik gaf Aiden een bemoedigend kneepje als teken dat het oke was. Toen ik aanstalte maakte om achter de oude man aan te lopen, trok Aiden mij terug en zoende mij. Ik zoende hem liefdevol terug en trok me uiteindelijk terug om met Georg te praten. Natuurlijk wist ik wat er aan de hand is met Aiden en waarom hij dat deed. Dat kon ik voelen. Aiden was jaloers. Hij was jaloers omdat ik alleen met een andere man weg ging. Eentje die weliswaar al heel erg oud is, maar het blijft een man. Ook kon ik voelen dat Aiden zich daar schuldig over voelde, daar kon hij niks aan doen dat hoorde nou eenmaal bij het zijn van een wolf. Bovendien is hij Alpha en dus zijn zijn gevoelens sterker. Ik schudde mijn hoofd. Ik moest mijn nu concentreren op het gesprek. 'Dankuwel dat u ons wilt ontvangen.' zei ik uiteindelijk. Georg knikte. We liepen stil verder. Het voelde eingenlijk een beetje ongemakkelijk. Georg leidde mij uiteindelijk naar een kleine kamer. Hijzelf nam plaats in een stoel en gebaarde dat ik hetzelfde moest doen. 'Ik ben gewillig je te helpen.' zei hij. Mijn gezicht klaarde meteen op. 'Maar-' Daar was het alweer. De maar die waarschijnlijk alles ging verpesten. 'Ik wil dat je luistert naar wat ik je ga vertellen.' Ik knikte voorzichtig. 'Vroeger zijn er een aantal behoorlijk grootte fouten gemaakt en één hele grote daarvan is mijn schuld.' zei hij vol spijt. 'Je kent het verhaal van de twee wolven?' vroeg hij. Ik knikte. 'Het is mijn schuld dat de moonmates zijn ontstaan.' ging hij verder. Even snapte ik er helemaal niks meer van. Ik dacht even na, tot alles op zijn plek viel. 'U bent Alpha.' fluisterde ik. Georg knikte. Georg was de jongen uit het verhaal en Luna was zijn mate. 'Ik dacht dat ik verliefd was op Tahlia, maar toen ik Luna leerde kennen wist ik dat wat Tahlia en ik hadden niet echt was. Ik maakte het uit met Tahlia en ze werd woedend. Ze sprak een spreuk uit. Ik was te trots om haar te smeken om de spreuk terug te nemen, dus vergat Luna wie ik ben. Tot de dag van vandaag weet ze nog steeds niks over onze geschiedenis samen.' zei George verdrietig. 'Heb je nooit overwogen om het haar gewoon te vertellen.' vroeg ik voorzichtig. George knikte. 'Natuurlijk, maar ik wist dat ze mij nooit zou geloven. Bovendien is ze nu verliefd op iemand anders. Tussen ons zal het nooit meer hetzelfde worden.' Ik keek George bedroefd aan. Hoe had het zover kunnen komen?
JE LEEST
Speciaal Verwant - Moonmates *VOLTOOID*
Hombres LoboMoonmates, iets waar Averie nog nooit van had gehoord...tot nu. Na het plotselinge overlijden van haar familie, gaat Averie door een moeilijke periode. Als ze de mysterieuze Aiden leert kennen, komt ze weer tot leven. Het gevoel dat hij haar geeft...