7. Een hechtere band

677 46 3
                                    

Averie

Samen met Aiden liep ik het bos in. Ik vroeg mij af wat hij ging vertellen. Nieuwsgierig wachtte ik af tot hij ging vertellen. Het duurde even voor hij begon met praten, maar uiteindelijk had hij toch zijn moed bij elkaar geraapt. 'Ik weet niet goed hoe ik je dit moet vertellen, maar ik hoop dat je gelooft wat ik zeg.' begon hij.  Ik knikte. We liepen zachtjes verder tot Aiden ineens stilstond en zich naar mij omdraaide. 'Averie ik wil dat je in mijn buurt blijft.' commandeerde Aiden mij. Ik fronste mijn wenkbrauwen. 'Wilde je mij dit zeggen.' vroeg ik hem. Hij schudde zijn hoofd. 'Er is iets mis en ik wil dat je bij mij blijft zodat ik je kan beschermen.' zei hij fluisterend. Ik fronste mijn wenkbrauwen dieper. Zijn dwingende blik was moeilijk te negeren, dus moest ik wel luisteren. 'Tegen wie moet je mij beschermen?' vroeg ik fluisterend. 'Tegen wat, bedoel je.' mompelde Aiden. Ik zuchte gefrustreerd. Wat bedoelde hij daar nou weer mee. Aiden drukte mij tegen een boom aan en kwam beschermend tegen mij aan staan. Achter ons hoorde ik zachtjes gehijg. Blijkbaar waren we een beer tegen het lijf gelopen. Even kroop er een gevoel van angst over mij heen toen het beest vlak bij ons stond te hijgen, maar Aiden bleef rustig afwachten en gelukkig maakte mij dat ook rustiger. Ik keek Aiden vragend aan. Hij schudde zijn hoofd licht. Nu pas kreeg ik door hoe dicht onze gezichten eigenlijk bij elkaar waren. Ik bekeek zijn gezicht goed en het viel mij op dat zijn ogen bijzonder mooi waren. Ze waren helder groen en als ik niet beter wist zou ik er zo in verdrinken. Mijn ogen dwaalde af naar zijn lippen. Daar mocht ik nu niet aan denken. Ik moest mij focussen. Ik probeerde mij te concentreren op de geluiden om mij heen en ik hoorde niets dat een gevaar voor ons kon vormen. Ik snapte niet waar Aiden zich zo druk om maakte. 'Aiden ik denk niet dat-' Aiden kapte mijn zin af door zijn hand op mijn mond te drukken. Ik gaf hem een boze blik en keek toe hoe paniekerig hij om zich heen keek. Zijn hand lag nog steeds op mijn mond en dat maakte het erg aantrekkelijk om hem te likken. Na een tijdje haalde hij opgelucht adem en deed een stap naar achteren. Zijn hand lag niet langer op mijn mond en zijn lichaamswarmte was verdwenen. Iest wat mij nu extra opviel was dat ik hem miste. Verward schudde ik de gedachte snel van mij af. 'Wat was er aan-' Voor ik mijn zin kon afmaken sprong er een enorm zwart beest bovenop Aiden. Ik gilde van schrik. Toen ik beter keek zag ik dat het een wolf was, tenminste dat denk ik want hij is groter dan de gemiddelde wolf. De wolf beet Aiden in zijn arm en ik hoorde Aiden zachtjes kreunen van pijn. Ik wilde hem helpen, maar om eerlijk te zijn wist ik niet zo goed hoe. De wolf stond alweer in de houding om Aiden opnieuw aan te vallen en iets zei me dat als ik nu niets deed dat dit het einde was van Aiden en dat kon ik niet laten gebeuren. Ik raapte een klein steentje van de grond op en gooide het naar de wolf. 'Laat hem met rust!' riep ik. De wolf gromde lichtjes, maar bleef toch zijn aandacht op Aiden houden. Het leek bijna alsof de wolf het op Aiden gemumt had. Ik pakte nog een steentje, eentje die iets groter was deze keer en gooide het opnieuw naar de wolf. 'Ik zei je iets!' riep ik. Het was mij gelukt de wolf had zich omgedraaid en kwam nu dreigend op mij af. Angstig zette ik een stap naar achteren en vervolgens nog eens. De wolf bleef echter langzaam op mij afkomen en ik kon niet veel doen. Angstig keek ik om mij heen voor een oplossing. Als ik nu weg zou rennen dan zou de wolf mij pakken en zeker weten doden. Ik kon in een boom klimmen, maar tot nu toe waren er niet veel bomen waar ik in kon klimmen. Ik keek terug naar de wolf wachtend op het moment dat hij mij zou doden. Toen gebeurde er iets verrassends. Er sprong een andere wolf boven op de wolf voor mij. De nieuwe wolf kwam beschermend voor mij staan nadat hij de gemene wolf had aangevallen. Hij had een zwarte vacht net als de gemene wolf, alleen was de vacht van de lieve wolf mooier. En was de wolf voor mij een kop groter dan de andere wolf. Aan hun oogkleur kon je de twee wolven gemakkelijk herkennen en dus ook uit elkaar houden, de gemene wolf had rode ogen en de lieve wolf had groene ogen net zo groen als het gras en de blaadjes aan de bomen. Ze deden mij een beetje denken aan die van Aiden. Al snel viel de gemene wolf aan en raakte ze in een gevecht. Ik sloop stilletjes om de twee vechtende wolven heen naar de plek waar Aiden lag. Ik keek in het rond, maar zag Aiden nergens liggen. Ik riep zachtjes zijn naam om de wolven niet af te lijden, maar ik hoorde geen antwoord. Ik wilde een stuk verder lopen om hem te zoeken, maar een diepe grom achter mij weerhield mij daarvan. Langzaam draaide ik mij om en stond in oog met de rode ogen van de gemene wolf. Blijkbaar had de andere wolf hem niet lang tegen kunnen houden en dat treurde mij. De gemene wolf sprong naar mij toe en op dat moment sloot ik mijn ogen mezelf voorbereidend op de pijnlijke tanden en klauwen die hij zo in mij zou zetten. Toen de pijn niet kwam, opende ik voorzichtig mijn ogen. De gemene wolf was weg net als de wolf die mij beschermd had. Ik zakte zachtjes op de grond en merkte toen pas hoe erg ik trilde. Ik trok mijn benen op en liet mijn voorhoofd op mijn knieën steunen. De tranen liepen één voor één over mij gezicht. Niet lang daarna voelde ik twee sterke armen, die mij tintelingen bezorgde, om mij heen. Ik keek voorzichtig op en zag Aiden naast mij zitten. 'Waar was je nou?' vroeg ik een beetje boos. Ik had mij zoveel zorgen om hem gemaakt bedacht ik mij net pas. Hij trok mij op zijn schoot en trooste mij. Toen pas viel het mij op dat hij alleen een sportbroekje aan had en helemaal onder de wonden zat. 'Waar zijn je kleren en hoe kom je aan die wonden?' vroeg ik verbaasd. 'Je moet iets weten.' begon hij. 'Dat wat je mij eerder ook al wilde vertellen?' vroeg ik. Hij knikte. 'De wolf en het gevecht...' hij zuchte en haalde een hand door zijn warrige haar. 'De wolf die je aanviel is een weerwolf.' zei Aiden in één ademzucht. Een weerwolf? Ik keek hem afwachtend aan, hopend dat hij mij nu ging vertellen dat het een grapje was. Aiden zei echter niets hij keek mij aan om mijn reactie te peilen. 'En de andere wolf? Die wolf die de weerwolf tegenhield?' vroeg ik nieusgierig. Aiden bevestigde wat ik al dacht. 'Dat is ook een weerwolf.' zei hij zachtjes. 'Dat verklaard nog niet waarom jij ineens verdween en vervolgens terugkomt zonder kleren en een heleboel wonden.' riep ik gefrustreerd uit. Aiden keek ongemakkelijk heen en weer. 'Aiden?' vroeg ik nadat hij geen antwoord gaf. Toen viel het kwartje. 'Jij was die wolf is het niet?' vroeg ik. Aiden knikte voorzichtig na een tijdje. Ik stond op. 'Je hoeft niet bang te zijn voor mij. Echt niet. Ik ben nog steeds dezelfde Aiden en dat je nu weet dat ik een wolf ben veranderd daar niks aan. Het maakt het eigenlijk alleen maar makkelijker.' Ik draaide mij om en zag zijn smekende en een klein beetje gekwetste blik. 'De anderen? Mack en Dex? Zijn die ook...' Aiden knikte. Ik haalde mijn hand door mijn haar. Dit klonk allemaal zo ongeloofwaardig. Een kleine pijnscheut trok door mijn borstkast heen. Waar kwam dat ineens vandaan? Ik dacht na. Natuurlijk was ik niet bang voor Aiden, alleen. Ik zuchte en liep terug naar hem en legde mijn hand op zijn wang. 'Ik ben heus niet bang voor je, het is allemaal zo onwerkelijk. Niet dat ik je niet geloof, maar-' ratelde ik door. Er verscheen een kleine glimlach op zijn gezicht. 'Als je mij wilt zien veranderen mag je het ook gewoon zeggen.' zei hij plagend. Ik schonk hem een scheve glimlach en knikte. Aiden trok zijn sportbroekje uit en al snel stond er een gigantische, zwarte wolf met mooie, groene ogen voor mij. De wolf boog voor mij zodat ik bij hem kon. Ik aaide zijn hoofd voorzichtig. Uiteindelijk veranderde Aiden zich weer terug. 'Het is beter als we terug gaan. Als we eenmaal terug zijn leg ik alles wel verder uit.' zei hij. Ik knikte. Dat leek mij ook een verstandig idee. 'Ik wil je niet bang maken, maar het gaat sneller als je op mijn rug zit terwijl ik terug ren, als we terug zijn leg ik je de rest uit.' zei hij. 'Oke.' piepte ik. Ik wist niet zo goed of dat idee mij aanstond, maar Aiden was al terug veranderd naar zijn wolvenvorm en lag nu op de grond zodat ik op zij rug kon klimmen. Voorzichtig klom ik op zijn rug. Zodra ik zat kwam Aiden omhoog en rende weg met mij op zijn rug. Aiden rende zo snel dat ik mezelf steviger beetpakte, omdat ik bang was dat ik er anders vanaf zou vallen.
Aiden had gelijk gehad met mij op zijn rug waren we een stuk sneller terug dan als we hadden moeten lopen en om eerlijk te zijn was het nog best leuk ook. Toen Aiden eenmaal stilstond voor mijn huis klom ik van zij rug af, zodat hij zichzelf terug kon veranderen. Toen hij klaar was pakte hij mijn pols beet en trok mij mee naar binnen. Mack, Dex en Kay stonden al op ons te wachten. 'Averie waarom ga je niet even langs bij Caith?' vroeg Aiden. Ik schudde mijn hoofd. 'Niet voor jij mij alles hebt uitgelegd, want dat is wat je zou doen zodra we terug zouden zijn.' zei ik. Hier kwam hij natuurlijk niet zo gemakkelijk mee weg. Aiden zuchte. 'Heb je het haar verteld?' vroeg Kay. Aiden knikte. 'Min of meer.' mompelde hij. 'Wat bedoel je daarmee?' vroeg Mack, zijn ogen tot spleetjes knijpend. 'Eerst werden we aangevalen door een enorme wolf en daarna kreeg ik te horen dat die wolf niet zomaar een wolf is maar een weerwolf en dat jullie ook zo zijn.' zei ik licht gefrustreerd. Nu alle adrenaline weg was begon ik te beseffen wat er zojuist eigenlijk gebeurd was en om eerlijk te zijn maakte het mij gefrustreerd en bang. Ik liet mij zakken op een traptrede en liet mijn hoofd in mijn handen steunen. Even later trok Dex mij tegen hem aan. 'Kom dan breng ik je naar boven zodat je schone kleren aan kunt trekken.' fluisterde hij. Ik knikte zachtjes en liep met Dex naar boven. 'Het komt wel goed, weet je.' zei Dex ineens. Ik knikte voorzichtig. 'Ik ben blij dat je het nu weet. Al is het nogal verbazingwekkend.' zei hij. 'Dat is één manier om het in uit te drukken.' mompelde ik. Dex opende mijn kamerdeur en sloot hem weer toen ik binnen was. Ik liep meteen naar de badkamer toe om te douchen. Ik legde schone kleren en handdoeken klaar en stapte vervolgens onder de warme douche. Na het douchen kleedde ik mij weer aan en liep ik terug naar beneden. In de keuken was Caith bezig met cupcakes. 'Waar is Aiden?' vroeg ik haar. Ze haalde haar schouders op. 'Weet ik niet, misschien in het kantoor van Mack.' zei ze. Ik knikte en liep naar Mack zijn kantoor. Zachtjes klopte ik twee keer. 'Binnen.' hoorde ik vanaf de andere kant. Ik opende de deur voorzichtig en liep naar binnen. Caith had gelijk gehad. Aiden, Kay, Dex, Sam en Mack zaten binnen. Aiden wilde opstaan om naar mij toe te komen, maar Dex hielt hem tegen. Dus besloot ik om zelf naar Aiden toe te lopen. 'Wil je mij nu de rest van het verhaal vertellen?' vroeg ik. Nadat hij een knikje van Mack had gekregen knikte Aiden ook. 'Vindt je het goed als de rest erbij blijft?' vroeg hij. Ik knikte. Ik ging naast Aiden op de bank zitten en Dex kwam aan mijn andere kant zitten. Mack bleef achter zijn bureau staan en Kay en Sam kwamen ook iets dichterbij staan. 'Dus jullie zijn allemaal wolven?' vroeg ik om de spanning een beetje te breken. Allemaal gaven ze mij een kort knikje. Het was best gaaf om eerlijk te zijn. Ik bedoel, ik dacht dat dit alleen kon in sprookjes en andere boeken en series. 'Kennen jullie die wolf van eerder?' vroeg ik. Mack gaf als eerst antwoord. 'Nee niemand kent hem tot nog toe, waarschijnlijk was het een Rogue. We houden alles goed in de gaten en houden contact met de andere roedels.' zei hij. 'En omdat we dus nog niet weten wie het is en hij dus nog steeds vrij rond loopt, wil ik dat je hier blijft en niet in je eentje op pad gaat.' vervolgde Mack. Ik knikte. 'Hoe zit dat in elkaar?' vroeg ik. Mack schonk mij een vragende blik. Het leek dat zelfs de andere het ook niet begrepen. Ik rolde met mijn ogen. 'Dat wolvending? De roedels?' zei ik ter verduidelijking. 'De meeste wolven behoren tot een Pack, ofwel Roedel. Iedere Roedel heeft een naam en een indeling.' zei Kay. 'Indeling?' vroeg ik verbaasd. Dat er een leider was is logisch, maar dat er ook een complete indeling is verbaasde mij. Kay knikte. 'Iedere Roedel heeft een Alpha, de Alpha is de baas van de Roedel. Daarnaast komt de Luna. De Luna is de mate van de Alpha en helpt hem bij het besturen van de Roedel. Niet iedere Roedel heeft al meteen een Luna. Bij de meeste duurt dat wel even. Dan komt de Beta en dat is de rechterhand van de Alpha. De Beta geeft advies en helpt de Alpha bij veel dingen. Na de Beta komt de Third in Command. Daarna heb je de Roedelleden en als laatst heb je Omega.' vertelde Kay. 'Vergeet de Rogue niet.' mompelde Sam. 'Rogue?' vroeg ik. Dex en Aiden schonken hem een boze blik, waarbij hij een beetje inelkaar kromp. Dex zuchte. 'Rogue zijn wolven die niet meer bij een Roedel horen. Ze zijn uit de Roedel gegooit of ze zijn er zelf uitgestapt.' legde Mack uit. Ik knikte. 'Horen jullie allemaal bij dezelfde Roedel?' vroeg ik nieuwsgierig. Mack schudde zijn hoofd. 'Dex, Sam, Alex en ik zitten in dezelfde Roedel, de Full Moon Pack en Aiden en Kay zitten in een andere Roedel.' vertelde Mack. 'Ik ben de Alpha van de Blue Moon Pack. Kay is mijn Beta en Jake is mijn Third in Command.' vertelde Aiden. 'Alpha?' vroeg ik verbaasd. Aiden knikte trots. 'Hoe zit het met mijn- mijn ouders? Zijn zij ook wolven?' vroeg ik met een brok in mijn keel. 'Je moeder was wel een wolf, maar je vader niet.' zei Mack. Ik knikte. Betekende dit dat ik ook een wolf ben? Het leek alsof Mack wist wat ik dacht, want meteen gaf hij antwoord op mijn vraag. 'Het kan zijn dat jij ook een wolf bent, maar dat weten we nu nog niet. Daar komen we later vanzelf achter.' Even wist ik niet meer wat ik moest zeggen. 'Wat gaan we nu doen?' vroeg ik. Ze keken mij vragend aan. Ik zuchte. 'Die wolf van eerder loopt nog steeds vrij rond. Wat gaan we daar tegen doen?' vroeg ik. 'Hoezo wat gaan wè doen?' vroeg Aiden. 'Nou ik neem aan dat we wat moeten doen zodat hij niet nog een keer aanvalt.' zei ik. 'Maak jij je daar maar geen zorgen om, dat regelen wij wel.' zei hij. Ik wilde tegen hem ingaan, maar besloot uiteindelijk om maar gewoon mijn mond te houden. Aiden stond op en stak zijn hand naar mij uit. 'Kom dan breng ik je naar bed toe.' zei hij. Ik fronste mijn wenkbrauwen en toen viel het mij pas op dat het donker en laat was. Ik nam Aiden zijn hand en nadat ik iedereen welterusten had gewenst liepen Aiden en ik naar mijn kamer toe. Aiden liet mij alleen om mij om te kleden en dus kleedde ik mij snel om in mijn pyjama voor ik terug naar Aiden liep. Aiden was op mijn bed gaan zitten en ik ging naast hem zitten. Hij gaf mij een kus op mijn hoofd en wenste mij welterusten voor hij de kamer uit wilde lopen. 'Aiden?' vroeg ik. 'Hmm.' Hij draaide zich om en keek mij afwachtend aan. Tja wat moest ik nu zeggen. 'Welterusten.' zei ik uiteindelijk maar, voor Aiden mijn kamer uitliep.

Speciaal Verwant - Moonmates *VOLTOOID*Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu