6. Een nieuw gevaar

741 52 2
                                    

Aiden

Onderweg naar huis dacht ik na. Ik wilde het haar zo graag vertellen, maar het kon niet en misschien was het wel beter zo. Hoe langer zij niet van ons bestaan te weten komt des te veiliger ze is. Of niet. zei mijn wolf. Misschien werkt het wel tegen je. Ooit komt ze toch wel achter jullie geheimen. Het is beter dat ze het van jou hoort dan dat ze er zelf achter komt. Misschien had mijn wolf wel gelijk, maar hoe ging ik dat Mack uitleggen. Kay schudde mij uit mijn gedachtes. Aiden we hebben hulp nodig! Schoot er door mijn hoofd heen via de mindlink. Ik vroeg wat er aan de hand was en waar hij was. We worden aangevallen. Het ziet er naar uit dat het Wendel is en hij valt aan met een groep Rogue. Een die nog groter is dan de eerste groep. Ik gromde en zei dat ik eraan kwam. Ik zette de auto aan de kant en rende in mijn wolvenvorm verder.
Toen ik eenmaal aan kwam op mijn territorium zag ik goed dat er een gevecht plaats had gevonden. Overal lagen lichamen. Veel waren van Rogue, maar er lagen ook een aantal van mijn Roedel. Ik gromde en rende verder. Halverwege hoorde ik gepiep. Ik rende op het geluid af en zag dat Kay daar stond. Samen met Roedelleden en Wendel. Ik liep grommend op Wendel af. Zit jij hier achter. Gromde ik naar hem. Hij knikte trots. Ik gromde weer en sprong bovenop hem. Zo te zien had hij dat niet verwacht. Zonder moeite beet ik diep in zijn nek waardoor hij dood op de grond viel toen ik hem losliet. Ik commandeerde een aantal Roedelleden om hem op te ruimen en de rest stuurde ik naar de Packdokter. Kay had een paar wonden. Misschien is het verstandig als jij ook even langsgaat bij de Packdokter. Kay snoof. Maak je om mij maar geen zorgen ik ben binnen no-time genezen. Antwoordde hij luchtig. Ik zuchte en liep hem voorbij richting het packhuis. Eenmaal binnen veranderde ik mezelf terug en trok schone kleren aan. Kay was naar zijn kamer gelopen om zijn wonden schoon te maken en schone kleren aan te trekken. Toen ik klaar was liep ik maar mijn kantoor om een aantal Alphazaken te regelen. Gelukkig was dat met Wendel afgelopen en kon ik mij nu concentreren op andere dingen. Je kan je nu concentreren op hoe je Averie ons geheim gaat vertellen. Vertelde mijn wolf. 'Nee dat gaat niet. Ze is veiliger zo.' zei ik. Het was beter voor haar op deze manier. Dat met Wendel was een goed voorbeeld. Als hij had geweten dat Averie mijn mate is dan had hij haar vast iets aangedaan alleen om mij te kwetsen en dat kon ik Averie en de pack niet aandoen. Mijn wolf gromde als teken dat hij het er niet mee eens is. Jammer dan. Kay kwam het kantoor binnen gelopen. 'Er is een probleem.' zei hij voorzichtig. 'Wat is er nu weer?' vroeg ik zuchtend. 'Mack belde net en hij zei dat ze Averie kwijt zijn.' zei Kay in één ademzucht. Ik keek op. 'Ze zijn Averie kwijt? Hoe kunnen ze haar nou kwijt raken?' vroeg ik licht kwaad. Kay haalde zijn schouders op. 'Ze zit niet op haar kamer en ze kunnen haar ook niet vinden op een andere plek in het huis.' legde hij uit. Ik sprong op uit mijn stoel en rende het kantoor uit op weg naar buiten. Eenmaal buiten veranderde ik zo snel mogelijk in mijn wolf en rende naar het bos. Waar zou ze kunnen zitten? Ik snoof in de lucht maar kon haar geur nergens vinden. Misschien moest ik dichter bij haar huis zoeken. Ze kan nooit verweg zijn. Ik rende richting haar huis toe en kwam Alpha Mack tegen. Aiden je bent hier. Zei Mack verbaasd. Natuurlijk ben ik hier. Ik kom zoeken naar mijn mate. Zei ik geïrriteerd. Hij knikte. Ze heeft tegen Caith gezegd dat ze even een rondje wilde lopen en zo weer terug zou zijn, maar ze is al sinds tien uur 's ochtends verdwenen en het is nu bijna vijf uur. Legde Mack uit. Ik knikte en rende er vandoor. Ik snapte niet dat ze niet eerder zijn gaan zoeken. Het was makkelijker zoeken geweest als we de matebond nu afgerond hadden, dan hadden we haar zo gevonden. Zei mijn wolf gefrustreerd. Helaas moest ik hem gelijk geven. Het had zeker makkelijker geweest. Bovendien had ik dan minder bezorgd geweest. Ik snoof voorzichtig in de lucht, maar ik rook niets vreemds. Ik liep weer verder en keek goed om mij heen. Helaas was het hier stil zonder vreemde geuren. Ik dacht na en rook nog eens, maar nog steeds rook ik niks vreemds. Toen drong het eindelijk door mij door. Het was stil, te stil. Normaal hoor je vogels fluiten of herten rondlopen. Je hoort de natuur en nu hoorde je niks. Ik roepte Kay via de mindlink en liep zelf voorzichtig door. Ik luisterde goed en volgde de stilte.
Ik liep al een tijdje en het was nog steeds veel te stil. Kay verscheen ineens naast mij. Hij kwam hijgend tot stilstand en vroeg wat er was. Ik legde het hem uit en samen gingen we op zoek naar Averie. Waar kon ze toch zitten? Kay en ik liepen zachtjes door het bos heen. De stilte duurde voort tot Kay en ik merkte dat de bomen hier minder dicht op elkaar stonden. Dat hield dus in dat er een eind kwam aan het bos of er was een open plek en in dit geval is het een open plek want het bos is hier zo groot dat er onmogelijk nu al een eind aan kon komen. Kay dacht hetzelfde en dus zette we vaart.
Ik had gelijk. We kwamen uit op een grote open plek in het bos. Averie lag in het midden. Zo te zien was ze in slaap gevallen. Dat zou een hoop verklaren. Ik veranderde mezelf terug en trok wat kleren aan voor ik naar haar toeliep. Ik schudde haar zachtjes wakker. Ze kreunde. 'Aiden?' fluisterde ze. Ik knikte. Ze haalde opgelucht adem en sloeg haar armen stevig om mij heen. Ik tilde haar op en droeg haar in mijn armen. 'Ik ben zo blij om je te zien.' zei ze. Ik fronste. Wat was er gebeurd? 'Wat is hier gebeurd?' vroeg ik aan haar. Ze keek mij verlegen aan. 'Ik ging een stukje lopen en toen ik weer terug naar huis wilde lopen raakte ik de weg kwijt, dus bleef ik maar rondjes lopen. Op een gegeven moment kwam ik een man tegen, dus vroeg ik hem de weg.' Ze zuchte. 'Hij gaf alleen geen antwoord en toen ben ik in slaap gevallen.' vertelde ze. Mijn gevoel zei mij dat er meer achter zat. In dit gebied kwam je nooit "toevallig" nog een wandelaar tegen en bovendien klonk het verhaal mij iets te vreemd in de oren. Ik droeg Averie naar huis en legde haar in haar bed zodat ze verder kon slapen. Toen ze eenmaal in slaap lag liep ik naar beneden om met Alpha Mack te overleggen. Ik vertelde hem wat Averie mij vertelde. Ook Alpha Mack en Dex vonden het een vreemd verhaal en dacht dat er meer achter zat. Maar wie zou zoiets doen. Met Wendel had ik vanmorgen persoonlijk afgerekend. 'Ik denk dat we het haar moeten vertellen.' zei Dex ineens. Nooit gedacht dat ik hem dat zou horen zeggen. 'Ik weet het niet.' begon Alpha Mack. 'Als we het haar niet zeggen dan komt ze er zelf wel achter en dat willen we geen van allen. We weten wat daarvan komt.' Het laatste fluisterde Dex. Ik zuchte. Misschien had hij wel gelijk. 'Aiden wat denk jij? Het is jouw mate.' zei Alpha Mack na een tijdje. Ik fronste. 'Wat is hier aan de hand?' hoorde ik een zachte stem achter mij vragen. Ik draaide mij om en zag daar Averie staan. Ineens werd het heel stil in de kamer. 'Hebben jullie het over mij? Het spijt mij namelijk heel erg dat jullie zo ongerust waren dat was echt niet mijn bedoeling.' zei ze. Ik liep voorzichtig naar haar toe. 'Dat weten we, maak je maar geen zorgen.' fluisterde ik naar haar. 'Waar hadden jullie het dan over?' vroeg ze. Ik slikte. Vertel het. Dringde mijn wolf aan. 'Vertel het haar maar.' zei Alpha Mack. Ik keek hem aan en knikte. Ik nam Averie mee de kamer uit naar buiten. 'We gaan even een stukje lopen. Er is namelijk iets dat ik moet zeggen.' zei ik. Ze knikte en samen liepen we het terrein af richting het bos.

Speciaal Verwant - Moonmates *VOLTOOID*Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu