Hoofdstuk 6

301 21 37
                                    

De luit was nooit mijn favoriete instrument geweest. Het ding was oppervlakkig, klein en was voor de simpele zielen. Wanneer je een slecht in elkaar geflanste serenade wilde brengen of wilde bewijzen dat je in staat was om een instrument te bespelen, dan kon je naar een willekeurige markt gaan om de luit voor een paar goudstukken te kopen. Als liefhebber van klassieke muziek had ik gezworen nooit een luit aan te schaffen. Zelfs mijn ouders, die beiden een leek in de muziek waren geweest, hadden geweten dat ze mij geen plezier zouden doen met het snaarinstrument.

Toch had ik mij aangeboden om dat deel van de opdracht op mij te nemen. Misschien kwam dat doordat ik wist dat door Caelan's ongeduld en bruutheid er meerdere instrumenten zouden sneuvelen voordat we überhaupt de Zilveren Pint zouden bereiken. Of misschien kwam het doordat ik al zó lang geweigerd had een muziekinstrument aan te raken dat ik het nu niet meer kon laten om toch, met een verwrongen gezicht, een luit aan te schaffen.

Het luisteren en spelen van klassieke muziek vroeg om emotie. Het vroeg om sympathie voor de symfonie en empathie voor de harmonie. Muziek had zich geworteld in mijn herinneringen. Het luisteren naar bepaalde stukken opende deuren naar herinneringen die ik liever zou vergeten. Iedere keer voerde het mij terug naar een leven wat ooit was, maar nooit meer zou zijn. Dat was pijnlijk, onnodig en zorgde ervoor dat ik mij niet kon concentreren.

Een luit was nooit in staat om een diepgaand klassiek nummer te spelen. Het was geen sleutel voor die gesloten deuren naar mijn herinneringen. Daarom had ik mijn paar goudstukken ervoor gegeven.

De Zilveren Pint, een kroeg in een van de vele zijstraten van de Gouden Strip, was afgeladen vol. De stamkroeg van Charles Ingston gaf de mensen een kans om te drinken alsof ze in de strip waren, terwijl ze daar een minder volle goudbuidel voor nodig hadden. In tegenstelling tot veel tweederangs kroegen, was het hier licht. De kroeg beschikte over een hoog dak met een glazen koepel die het licht van de namiddag toeliet. Er hingen kleurige, frisse wandkleden op de muren die de mythes en legendes van de vele buurlanden uitbeelden. Op verschillende plekken stonden zelfs planten en bloemstukken. Ze mochten dan wel nep zijn, maar het gaf, samen met de rest van de frisse, lichte inboedel, de indruk van een welvarende en misschien zelfs chiquere aangelegenheid.

Het was vandaag bijzonder druk in het café vanwege een kaarttoernooi. Samen met Caelan zat ik aan een van de tafeltjes aan de zijkant. Hij was zojuist uitgeschakeld in een van de voorrondes van het toernooi en zat verbitterd aan een verre van zilver gekleurde pint met bier. Ondertussen tokkelde ik afwezig op mijn luit.

We waren twee reizigers op doortocht, afkomstig uit een land ergens aan de andere kant van de noordelijke oceaan. Door Caelan's accent had niemand daaraan getwijfeld. Als men al twijfelde, dan kwam dat door onze gezichten. Het voordeel van een gigantische stad was dat iedereen dacht dat ze elkaar wel eens gezien hadden en je dat net zo makkelijk kon ontkennen. Het voordeel van een kroeg was dat iedereen vaak te dronken was om überhaupt gericht aandacht aan je te schenken of in een te goede stemming was om door te vragen. Die enkele keer dat iemand toch doorvroeg, zorgde Caelan er wel voor dat ze hun mond hielden.

Vandaag had nog niemand aan onze identiteit getwijfeld. Ik vroeg mij af of dat misschien mede door mijn donkere pruik en hevige make-up kwam. Toen ik mijzelf eerder in de spiegel had gezien, had ik even met mijn ogen moeten knipperen om er zeker van te zijn dat ik naar mijn eigen spiegelbeeld keek. Zelfs Caelan was door Gwen met subtiele make-up, die zijn gelaatstrekken net wat vervormden, enigszins onherkenbaar gemaakt.

Aan de hoofdtafel werd de halve finale van het toernooi gespeeld. Charles Ingston was nog steeds in de race en het zou mij niet verbazen als hij de finale zou winnen. Hij was fenomenaal met kaarten en misschien nog wel beter in het spelen van vuile trucjes. Ik kende het spel niet wat ze speelden en daar was ik ook niet in geïnteresseerd. Vandaag was ik vooral geïnteresseerd in de man die de ronde aan het winnen was.

Zwaard van de dageraad [Wattys2021 Winnaar] ✓Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu