Hoofdstuk 9

228 19 23
                                    

Er ging niets boven pizza. Vooral aan pizza die diep in de nacht warm uit de oven kwam, kon niet worden getipt. Na een vlugge douche om de geuren en de schaduwen van de nacht van mij af te werpen, was ik op de bank geploft. Caelan zakte, nadat hij het bord met de pizza op de tafel had gezet, ook tevreden neer op een fauteuil.

De goed gesmolten kaas maakte het bijna onmogelijk om een punt van de rest van de pizza te scheiden, maar toen ik mijn tanden erin zette en mijn gehemelte bijna verbrandde, kon ik een kreun van genot niet onderdrukken.

'Je doet net alsof je al weken geen pizza op hebt,' merkte Caelan zelfgenoegzaam op. Hij genoot ook duidelijk van de punt die hij al half op had.

'Dat is ook zo,' mompelde ik, terwijl ik de veel te hete pizza verder in mijn mond propte.

'En eergisteren dan, op het Lentefeest?'

Ik keek hem zijlings aan. 'Stop met me zo te veroordelen, Caelan.'

Hij grinnikte en pakte al een nieuwe punt nog voordat hij zijn eerste op had. Ik volgde zijn voorbeeld toen ik het gestommel in de slaapkamer die het dichtst bij de zitkamer lag hoorde.

'Ik ruik pizza,' zei een nog half slaapdronken Davina.

'Dit is onze pizza,' zei ik met een halfvolle mond.

Zonder schaamte kwam Davina in haar korte nachtjapon de zitkamer inlopen. Ze deed niet eens de moeite om de zoom van de japon wat verder naar beneden te trekken of de bandjes weer goed op haar schouders te schuiven. Dat was ook niet nodig, niet hier. We waren een eenheid, een familie. Caelan keek ook amper naar haar terwijl hij aan zijn tweede stuk pizza begon.

Davina boog zich net over de pizza toen de deur van Jorah's kantoor open vloog.

Met een ruk zat ik overeind. Mijn hand reikte in een reflex naar de plek waar ik normaal gesproken mijn wapens droeg, maar die ik nu natuurlijk niet aantrof.

Jorah beende het kantoor uit en aan zijn bewegingen kon ik zien dat hij de deur achter zich dicht wilde smijten, maar zich op het laatste moment bewust werd van het late tijdstip. Daarom koos hij ervoor om de deur zachtjes dicht te duwen, waarna hij zijn alerte, achterdochtige blik naar ons liet glijden.

'Wat doen jullie hier?' vroeg Jorah.

'Wij wonen hier en wij,' zei Davina, die eindelijk de zoom van haar nachtjapon naar beneden trok alvorens ze zich naast mij op de bank settelde, 'eten pizza. Wil je ook?'

Jorah haalde een hand door zijn haar, iets wat hij deze avond duidelijk vaker had gedaan. Uiteindelijk maakte hij een instemmend geluid, waarna hij een pizzapunt van het inmiddels bijna lege bord pakte.

'Is er iets mis, Jorah?' vroeg ik, waarna ik weer een hap pizza nam.

Een korte knik was zijn enige antwoord. 'Morgenochtend hebben we een spoedoverleg. Ik wil het hele tweede peloton om tien uur in mijn kantoor hebben. Ik vertrouw erop dat jullie dat regelen.' Daarna nam hij een hap van zijn pizza en liep hij weg. Niet veel later viel de voordeur van onze barak in het slot.

Ik at zwijgend mijn pizza op terwijl ik Jorah's gedrag van zojuist analyseerde. Er was iets in dat kantoor waarover hij zich vanavond had gebogen. Het was niets voor hem om zo laat nog in de barakken te zijn, dus wat het ook was, het moest hoge prioriteit hebben. Dat bevestigde het ingelaste spoedoverleg. Jorah was gespannen geweest, iets wat ik zelden eerder had gezien. Gewoonlijk was hij beheerster, vrediger. Als iets hem bezighield, liet hij dat nauwelijks merken.

Direct weerklonken zijn woorden van enkele dagen eerder. Ik wil dat jullie je oren en ogen open houden. Het rommelt binnen de kasteelmuren.

Zwaard van de dageraad [Wattys2021 Winnaar] ✓Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu