Hoofdstuk 27

157 16 3
                                    

Het bleef dodelijk stil vanaf het moment dat de deur dichtviel tot het moment dat ik ervoor koos om in de vrije fauteuil plaats te nemen. En zelfs toen sprak geen van ons drie terwijl Jorah en Elias naar mij staarden. 

'Kunnen we beginnen met dit gesprek, want ik heb betere dingen te doen,' drong ik aan. 

Jorah's gezicht stond op onweer, maar niet veel erger dan tijdens de bijeenkomst. Hij leek over het algemeen wat meer geprikkeld dan tijdens de laatste bijeenkomst die ik had bijgewoond. 

'Je ziet er slecht uit,' merkte Jorah op. 

Snuivend rechtte ik mijn rug. 'Als nog iemand zo'n opmerking maakt, breek ik iets.' 

Ik wist niet wat er in Jorah's hoofd omging, maar hij keek mij enkele seconden strak aan en besloot wederom niets te zeggen, waarna hij een zwart dossier tevoorschijn trok. Misschien knaagde zijn zwijgen toch iets aan mijn zelfverzekerdheid. Toen ik mijn blik kort naar Elias liet afdwalen, zag ik hem fronsend naar zijn vader kijken. 

De klap waarmee het dossier open vloog trok mijn aandacht weer terug naar de koning der sluipmoordenaars. Hij bladerde door de papieren die in het dossier verzameld waren en ik vermoedde dat het zijn eigen onderzoek naar de prins betrof. Als dat waar was, vroeg ik mij af waar hij de tijd vandaan had gehaald. 

'Ik weet niet waar jij je precies mee bezig hebt gehouden de afgelopen dagen, Livia, maar ik heb een idee en je moet daarmee stoppen,' zei Jorah terwijl hij rustig verder zocht naar het papier wat hij nodig had. 

De dreiging in zijn toon liet mijn bloed bijna bevriezen. 'Ik weet niet...'

'Speel geen spelletjes met me,' onderbrak hij direct, waarna hij met een scherpe blik opkeek. Nu pas vielen de lichte wallen onder zijn ogen op. 'Ik heb je laten schaduwen.'

Schaduwen. Hij had mij laten schaduwen. Was Caelan mijn schaduw geweest dan? Hij kon onmogelijk informatie over de moord van vanochtend hebben doorgespeeld, of hij moest dat gedaan hebben toen ik in slaap was gevallen. Dat durfde ik niet te geloven, want als ik dat wel deed zou er een barst in mijn laatste beetje vertrouwen komen wat niet meer te herstellen was. 

Ik koos ervoor om de draaikolk van emoties die in mij woedde te negeren. Zwakte werd niet getolereerd en diende nooit zichtbaar te zijn. Dus koos ik ervoor door te reageren op de beste manier die ik kende: een messteek onder water. 

'Nee, want dat schaduwen ging de vorige keer zo lekker,' beet ik hem sneller toe dan dat ik de woorden in mijn hoofd achter elkaar had gezet. 

Zijn vloeiende bewegingen kwamen even tot een stop en zijn ogen vernauwden zich. 

'Dit wordt inderdaad een heel gezellig gesprek,' mompelde Elias die mogelijk nog verder in zijn stoel wegzakte. 

Maar mijn blik bleef op Jorah gericht. De man die zich, weliswaar na mijn aandringen, over mij had ontfermd toen ik niemand meer had. Had hij dat gedaan omdat hij mij een kans op wraak gunde, of omdat hij het mij verschuldigd was? 

'Waarom heb je nooit iets gezegd?' snauwde ik nog voordat hij kon reageren op mijn vorige opmerking.

Hij verroerde geen spier toen hij zei: 'Om deze reden. En laat ik het maar meteen zeggen...' Dat was het moment dat zijn harde gezicht wat verzachtte. 'Het spijt me.'

Het was maar goed dat ik zat. Die woorden waren effectiever dan het gif wat door mijn lichaam had gestroomd. En ik kon niet anders dan een blik met Elias wisselen om mezelf ervan te verzekeren dat ik die woorden goed gehoord had. Aan mijn neef te zien, hadden we het allebei gehoord. 

'Jullie stellen je vreselijk aan,' zuchtte Jorah. 'Maar ik meen het. Het spijt me dat ik het nooit verteld heb. Dat ik Elias heb gevraagd om het op te biechten, terwijl het mijn verantwoordelijkheid was.' 

Zwaard van de dageraad [Wattys2021 Winnaar] ✓Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu