Hoofdstuk 4

320 24 24
                                    

Met een gaap draaide ik het blad waarop de opdracht stond om. 

'Het is amper zeven uur,' merkte Caelan, die een kleine meter verder op mijn bureaustoel zat, op. 

Vermoeid keek ik op. 'Dat zei Davina vanochtend ook toen we de Gouden Zwaan uit strompelden.'

Het was een ruige nacht geweest. We hadden ruim de helft van onze winst gespendeerd om de vip lounge van de Gouden Zwaan te kunnen betreden. De rest van ons goud was aan het einde van de nacht op geweest. Waar we het allemaal aan gespendeerd hadden, wist ik niet zo goed meer. Dat was ook de bedoeling van een bezoek aan de Gouden Zwaan: alles vergeten. Sommigen hadden daar vaker behoefte aan dan anderen.

De letters dansten voor mijn ogen en ik kon mij maar met moeite focussen op de woorden die samen de beschrijving van de opdracht vormden. De Gouden Zwaan zorgde er altijd voor dat je gelukkig en tevreden was, tot je de volgende ochtend, of in mijn geval late middag, weer wakker werd. De beste remedie? Nog een nachtje gaan. De slimste remedie? Rustig aan doen en je kater overleven. 

'Staat hier nou luit?' vroeg ik aan Caelan terwijl ik op het papier wees. 'Of fluit?'

Met een geamuseerde glimlach keek hij in zijn eigen dossier. 'Luit,' bevestigde hij. 

'Oké, dan moet ik dus luit gaan leren spelen,' zei ik, waarna ik mijn map dichtsloeg. 

Caelan trok een wenkbrauw op. 'Hoezo jij? Het lijkt mij dat jij voor vandaag afgeschreven bent. En misschien morgen ook nog wel.'

Ik stak een priemende vinger naar hem uit. 'Omdat jij alles al sloopt voordat je het überhaupt hebt aangeraakt en ik laat je geen kostbaar instrument verpesten.'

'Daar heb je misschien wel gelijk in,' beaamde hij en ik zag zijn gezicht betrekken toen hij realiseerde wat hij gezegd had.

Ik schoot overeind tot ik in een kleermakerszit zat. 'Zei je nu maar zo dat ik gelijk had?'

'Ik zei misschien,' benadrukte Caelan sceptisch.

'Je zei dat ik gelijk had,' grijnsde ik. 

'Weet je wat? Ik neem mijn woorden te...'

'Nee, nee,' onderbrak ik hem. 'Je hebt het gezegd.'

Caelan schudde geërgerd zijn hoofd en ik liet mij lachend weer achterover vallen. Mijn hoofd rustte op het dikke kussen van mijn bed. Heel even sloot ik mijn ogen en luisterde ik naar het geritsel van papier en van de bedrijvigheid die buiten de barakken plaatsvond. 

De kasteelgronden waren gigantisch. Dat moest ook wel als je niet alleen ruimte moest bieden aan de Elite, maar ook aan de koninklijke garde, hun vele paarden, een groot trainingsveld, de slavenbarakken en de privé vertrekken van de gardecommandant. Oh, en het uit de kluiten gewassen kasteel zelf wat de barakken aan het zicht onttrok. Toch vormde het slechts een stipje op de kaart van de stad Censo zelf. 

De barakken van de Elite waren drie gebouwen die identiek waren aan elkaar. Iedere barak bood acht mensen onderdak in de vorm van een ruime kamer met een bed, een bureau, opslagruimte en sanitaire voorzieningen. Het was niet veel, het was niet al te luxe, maar het was genoeg. Buiten de slaapvertrekken was er ook een gezamenlijke ruimte, die als woonkamer en keuken fungeerde, en een kantoor die als Jorah's privévertrek was bestempeld. 

'Weet je zeker dat je de opdracht snapt?' vroeg Caelan, die mij uit mijn gedachten haalde.

Ik opende mijn ogen en keek naar de sluipmoordenaar die met zijn armen over elkaar naar mij staarde. Wie wist hoe lang hij al met die roofdierachtige blik naar mij keek. 

'We werken volgens het schema observatie, conversatie, demonstratie,' verzuchtte ik. 'Eerst observeren we Charles Ingston in zijn natuurlijke habitat, daarna belagen we hem voor een uiterst vriendelijke conversatie en zo nodig sluiten we af met een demonstratie om onze woorden kracht bij te zetten.'

Zwaard van de dageraad [Wattys2021 Winnaar] ✓Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu