[6] Van vijanden tot vrienden tot geliefde

281 9 15
                                    


"Gaat het wel goed Leila? Voel je je goed genoeg om de rest van de lessen te volgen?" Vraagt Draco voorzichtig. Ik rol met mijn ogen, "Ik ken mijn grenzen Draco. Ik weet wat ik doe. Ik loop nu al vet achter, het heeft lang genoeg geduurd."

Er zijn bijna zes weken voorbij. Ik doe mijn best om weer oké te zijn. Om weer terug te gaan naar normaal. Maar het voelt nep. Vincent is door geleefd alsof er niks gebeurt is, maar dat kan ik niet.

Mam was een te groot deel van mijn leven.

Het voelt raar weetje. Ik ben alleen. Ik weet eigenlijk niks meer, niks is zeker. Snape zegt dat mijn pa misschien vrij word gelaten om voor ons te zorgen. Omdat het eigenlijk ook nooit bevestigd is dat hij slecht deed.

Maar mam wist dat hij wel verkeerde dingen heeft gedaan. En ik geloof haar meer dan mijn vader. En ik ben bang. Als pa komt zal alles strenger worden weer. Ik zal niet meer met mensen die niet volbloed zijn mogen praten. Ik zal geen grote mond mogen hebben.

Hij is niet zoals mam en niet zoals ik. Hij is anders. Naarder. Ik wil niet dat hij komt. Maar hoe moet ik dat ooit aan andere vertellen. Hoe moet ik uitleggen dat ik mijn vader liever nooit van mijn leven meer zou willen zien.

Dat kan ik niet.

En nu zit ik hier. Met Draco, in onze defence against the dark arts les. Zoals we altijd doen. Maar het voelt niet zoals altijd, het voelt alsof er een deel van mij mist. Alsof ik dat deel nooit meer kan vinden.

En elk moment wil ik eigenlijk huilen.

Huilen en nooit meer stoppen. Huilen totdat mijn ogen uit hun kassen rollen. Maar dat kan niet. Ik kan niet meer huilen. Ik ben leeg.

"Oké dan, ik vroeg het alleen maar." Zegt Draco en ik schrik weer op uit mijn gedachtes. "Ja, het gaat geweldig enzo." Mompel ik. Hij haalt een wenkbrauw op, "Ik ben hier voor je hè."

Ik rol met mijn ogen, "Ik zweer het stop. Ik ben nog steeds ik," denk ik, "Ja, mijn moeder is dood," ik geloof het nog steeds niet, "Maar ik leef nog," soms zou ik willen van niet, "Doe niet alsof ik super kwetsbaar ben of zoiets." Fluistert schreeuw ik.

Hij haalt zijn schouders op en gaat door alsof er niks gebeurt is, "Oke dan. Ik kreeg dus een droom vannacht hè, en er was dit grote blok kaas-" Maar hij word onderbroken door professor Lupin die de les afsluit.

"Oké, dat was het voor de uitleg vandaag. Morgen hebben we een praktische les, wees uitgerust. Vijf punten naar beide huizen voor het goede meewerken. Jullie mogen gaan. Miss Crabbe moet even blijven." Zegt hij.

Ik rol met mijn ogen en begin mijn tas in te pakken. Ik vertel Draco dat hij mag gaan en gooi mijn tas over mijn schouder. Dan loop ik naar het bureau van professor Lupin, die met zijn handen gevouwen erachter zit.

"Je weet vast wel dat je wat achterstand hebt tegenover de rest, maar dat is geen ramp en makkelijk te overbruggen. Als je eens per week voor extra lessen komt op, ik zeg, dinsdagmiddag, ben je zo weer bij." Zegt hij.

Ik vind het prettig dat hij niet begint over mam. Ik knik, "Prima. Is dat alles? Of moet er nog iets anders besproken worden?" Vraag ik. Ik val gelijk terug in mijn rol van onschuldige studente.

Hij lijkt even na te denken en schud dan zijn hoofd, "Nee, ga maar snel, dan heb je nog tijd om wat huiswerk te maken voor lunch." Ik grinnik in mezelf. Ik wed dat hij de beste van de klas was in zijn tijd. Een schande dat hij nu hier zit, hij had waarschijnlijk makkelijk dokter of zoiets kunnen worden.

"Tuurlijk." Zeg ik en ik loop het lokaal uit. Die professor Lupin mag ik wel. Hij is rustig en praat niet over persoonlijke dingen. Dat is chill. Persoonlijke dingen zouden weg moeten blijven van professor.

"Hey Leila." Ik schrik voor de tweede keer van de dag op uit mijn gedachtes door iemand. Seamus staat naast het lokaal tegen de muur aangeleund. Ik rol met mijn ogen, "Het is Crabbe voor jou."

Hij pakt me vast bij mijn pols en sleept me een zijgangetje in, "Nee dat is het niet. Kom op, er zijn geen andere mensen hier nu." Het gangetje is net breed genoeg voor ons beide. "Oke dan, Seamus, wat moet je?" Vraag ik geërgerd.

"Ik wil dat je even gaat zitten en me gaat vertellen hoe het echt met je gaat." Zegt hij terwijl op de grond gaat zitten. Hij kijkt me met puppy oogjes aan. Ik geef toe en ga zitten, "Het gaat prima." Zeg ik dan opnieuw.

"Nee, dat is een leugen, ik weet het, ik ben er ook geweest." Zegt hij. Het valt me op dat hij niet lacht als normaal. "Wie?" Vraag ik zachtjes. Hij haalt een hand door zijn kraaiennest, "Mijn pa, toen ik tien was. Dus ja ik weet hoe het is. Vertel me nu hoe het gaat." Zegt hij.

Ik bijt op de zijkant van mijn lip, "Apart van alle nachten waarin ik wakker lig, het gemis, het hopeloze gevoel, het niet weten wat er gaat gebeuren en het continue kapotte gevoel, gaat het goed. Echt, zij ging dood niet ik."

"Je moet meer eten." Zegt hij. Ik haal een wenkbrauw op. "Ik meen het. Eet een beetje extra, slaap een beetje meer. Desnoods haal je een pilletje bij Pomfrey. Het is niet makkelijk, maar je moet je patroon terug vinden." Zegt hij bezorgd.

"Je kent me niet eens." Zucht ik en ik sla mijn armen over elkaar. Hij haalt zijn schouders op, "Dat maakt mij niet uit. Niemand verdient om door dit heen te gaan. Jij niet, ik niet, niemand niet. Ookal voelt het soms als een straf. En je kan zeggen dat zij dood is gegaan niet jij, maar ook een deel van jou is meegegaan. Het is je ouder, als je je niet zo zou voelen zou er iets mis zijn geweest."

"Het voelt alsof het nooit meer goed komt." Fluister ik zachtjes. "Ooit stopt het. Geloof me. Het zal nooit meer worden zoals eerst, maar dit alles, het stopt." Zegt hij, niet medelevend, maar hoop gevend. Het voelt anders, hij wil me helpen, niet alleen maar herinneren aan haar.

"Dankje." Mompel ik dan. Hij glimlacht, "Geen probleem, ik zei het toch, ik ben altijd hier voor je." Ik bijt op mijn lip en moet een beetje lachen. De eerste echte lach in tijden. Dan sta ik op, "Ik haat je nog steeds." Zeg ik weer in mijn normale toon.

Hij knikt en staat op. Er staat een grijns op zijn gezicht, "Het zal wel. Jij, ik, vijanden. Van vijanden tot vrienden tot geliefde; een driehonderd duizend woorden verhaal, geschreven door Walt Foster." Ik grinnik, "Jaja, in je dromen Seamus Finnigan. Ik haat je, jij haat mij. Niks anders." Hij grinnikt,

"Sure."





















A/N
Hehe, I'm back. Upload Ik teveel? Ik kan ook gwn een x per week uploaden en alles zou goed zijn, maar ik heb een boze Anna.

Everything except perfect ~Harry Potter Fanfic~Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu