Milou perspectief.
Zuchtend stap ik achterop bij Ian, waarschijnlijk heeft hij nog nooit iemand mee gemaakt die het eng vind om bij hem achterop te gaan. Als we bij de weg aan komen begint Ian te slingeren, stevig pak ik hem bij zijn middel vast. "Ian" zucht ik, Ian kijkt vragend achterom. "I-ik vind het eng" mompel ik, gelijk fietst Ian de stoep op en stapt af. "Waarom?" Of ik vertel nu heel mijn levens verhaal of ik verzin een smoesje, ik ga voor het laatste. "Toen ik vroeger klein was ben ik heel hard gevallen" verzin ik, Ian kijkt me vragend aan. "Mijn tanden waren er allemaal uit" medelevend knikt Ian. Het is allemaal niet waar, tuurlijk ben ik vroeger wel eens van de fiets gevallen. Maar dat was niet de reden dat ik het eng vind, Noah zat namelijk achterop bij zijn beste vriend, Jayden. Jayden was zwaar gewond na het ongeluk en is in het zieken huis overleden. Noah was op een slag dood, er was niks meer aan te doen. Langzaam lopen mijn ogen weer vol met tranen, "was het zo erg?" Mompelt Ian en trekt me tegen zich aan. Ik mag niet liegen, ik moet niet liegen, ik moet Ian de waarheid vertellen. Ik vertrouw hem, ik weet niet waarom, en het gaat waarschijnlijk de domste zet in mijn leven worden, maar dan weet hij het wel. Ian pakt zijn fiets van de grond en gebaart naar de bagagedrager, "ik doe voorzichtig." Na tien minuten fietsen komen we aan in de stad, gelijk trekt Ian me mee een zaakje in. Ik weet niet waarom, maar op een of andere manier trekken ze me altijd mee. Ik mag nooit zelfstandig lopen. "Vind je deze mooi?" Ian houd een paarse trui van daily paper omhoog, "niet je kleur" grinnik ik. Lachend hangt Ian de trui weer op, na een half uur komen we de winkel weer uit. Ik dacht dat meiden niet konden kiezen en opschieten, maar kan kan er ook wat van. We hebben een half uur naar een trui gekeken, toen wilde Ian hem kopen, toen weer niet en toen weer wel. Eindstand is dat hij 'm niet gekocht heeft, en we dus een half uur verspild hebben. "Ik heb honger" mompelt Ian en loopt richting de snackbar, lachend loop ik achter hem aan. Ian besteld twee zakjes patat en drukt er een in mijn handen. "Ik hoef niet" mompel ik, als ik de zak terug wil geven aan Ian kijkt hij me streng aan. "Ik hou niet van patat" mompel ik, "waar van wel? Dan gaan we dat halen" zegt Ian beslist. Ik lust patat, maar ik wil niks eten. "Ik hoef niet" mompel ik, Ian kijkt me streng aan en trekt me mee naar de Mac. Had ik al gezegd dat doe gozer echt raar kan zijn? Hij heeft net twee zakken patat weggegooid en is nu onderweg naar de mac. "Ian. Ik. Wil. Niet" mompel ik en probeer tegen te werken. "Je moet iets eten" glimlacht hij lief, damn. "Ik eet thuis" Ian kijkt me streng aan, "wel doen he" braaf knik ik. We lopen nog wat winkels in en uit, Ian heeft een broek, een trui en twee shirts gekocht. Ik heb drie broeken, twee truien en een shirt gekocht. We stappen weer op de fiets, nou ja Ian stapt op de fiets en ik ga op de bagagedrager zitten.