Hoofdstuk 12 'Ontdekking'

1.1K 48 4
                                    

Floris' POV

"POLITIE!" Roep ik terwijl ik het huis in ren. Het blijft stil. Snel doorzoeken Eva en ik alle kamers op de begane grond, maar er is niemand, dus gaan we naar de eerste verdieping. Ik loop een kamer binnen. Het is duidelijk een meisjes slaapkamer. In het midden van de kamer staat een groot bed met allemaal kussens. Alle muren zijn volgeplakt met posters van boybands. Ik kijk in de kasten, onder het bed en onder het bureau tot ik Eva opeens hoor roepen: "WOLFS!"
Ik ren snel de gang op, waar ik tegen een meisje aan loop. Meteen pak ik haar vast. Het meisje probeert zich los te rukken, maar ik draai haar handen op haar rug. Eva komt een kamer uit met een ander meisje.
"Jullie mogen even meekomen naar het bureau," zegt ze.

Gistermiddag waren we na de lunch bij het huis van Maartje wezen kijken, maar daar was nog steeds geen leven te bekennen. Echter toen we de buren ondervroegen zeiden die dat er wel degelijk mensen in het huis waren. Ze hadden niemand gezien, maar wel gehoord. Met dit bewijs kregen we gelukkig alsnog een huiszoekingsbevel van Verhoeven. Vanochtend waren we het huis binnen gevallen en hadden we Myrthe en Sofie daar aangetroffen. Van Maartje zelf was geen spoor te bekennen en de meisjes zeiden beiden dat ze daar ook niet geweest was. We proberen ze nu te overhoren. We willen weten waarom ze zich verstopten, waar Maartje is, wat ze ze op maandagavond deden, wat ze weten over de hooischuur. Beiden zeggen ze bijna niks, maar ik vermoed dat Myrthe waarschijnlijk wel gaat praten. Ze heeft bijna continu gehuild sinds we haar naar het bureau gebracht hebben. Dat meisje voelt zich duidelijk schuldig ergens over. Toch hebben we nog niks uit haar gekregen. Eva probeert het nu even alleen. Ze zei dat ze misschien meer vertellen aan een vrouw alleen. Wat is ze toch koppig.

Ik zit achter m'n computer en kijk in het bevolkingsregister. Ik ben de meisjes en hun families nogmaals aan het natrekken. Er is helemaal niks raars te vinden. Ik trommel met mijn vingers op de tafel uit verveling. Hopelijk is Eva snel klaar. Opeens krijg ik een ingeving. Ik kijk om me heen, maar er is niemand die op me let. Snel typ ik een naam in in het bevolkingsregister: 'Frank de Ponti'. Ongeduldig wacht ik tot de pagina geladen is en blijf schichtig om me heen kijken. Als iemand dit ziet, zit ik in de problemen.
Eindelijk is de pagina geladen. Het duurt even tot de informatie tot me doordringt, maar dan valt mijn mond open. Dit kan niet waar zijn. Ik vernieuw de pagina en check voor de zekerheid of ik wel de goede Frank heb, maar er verandert niks. Ik schud mijn hoofd, dit had ik nooit verwacht, maar hierdoor vallen wel wat stukjes op hun plaats.
Dan valt mijn blik opeens op een bepaalde naam; Finn van Dongen.
Net als ik dacht dat het niet absurder kon worden blijkt Eva opeens een zoontje te hebben? Hoe heeft ze dat voor me kunnen verbergen?
Dan pas zie ik het kruisje met de datum erachter. Ik voel een brok in m'n keel. Eva heeft niks voor me verborgen gehouden; Finn is drie maanden geleden gestorven.

"Eva?" Zeg ik zodra ze de kantoortuin weer inloopt. "Kan ik even met je praten?"
Ze kijkt me verbaasd aan. "Wat is er?"
"Onder vier ogen graag."
Ze trekt haar wenkbrauwen op. "Kunnen we ons niet beter bezig houden met de zaak of zo?"
"Eva, alsjeblieft, we moeten even praten."
"Uhm, oké?" zegt ze een beetje verward.
Ik wenk haar en loop een gang in. De eerste de beste kamer die open is ga ik binnen. In de kamer staan een tafel en een paar stoelen verder niks. Er is geen raam, het licht komt van een kaal spotje wat boven de tafel hangt. De kamer is alles behalve modern of gezellig. Waarschijnlijk is het een verhoorkamer. Die hoeft ook niet gezellig te zijn natuurlijk.
Zodra Eva de deur achter zich dicht doet, draai ik me naar haar om. "Eva..." Begin ik, maar ik weet even niet hoe ik verder moet. Hoe moet ik dit nou aan haar vragen?

Eva's POV

Zodra ik de deur achter me dicht trek, draait Wolfs zich om.
"Eva..." Zegt hij, waarna het even stil is. Hij zoekt duidelijk naar woorden. Ondertussen draaien mijn hersenen op volle toeren. Wat zou er aan de hand zijn? Wat wist hij? Dit ging duidelijk niet over de zaak.
"Ik weet wat er gebeurd is met Frank..." biecht ik op. "En... Finn."
Mijn mond valt open. "W-wat?" Stamel ik. "Hoe-"
"Ik vind het echt heel erg voor je, Eef."
Dit was de eerste keer na vijf jaar dat hij me weer Eef noemde. Ik staar hem nog steeds met open mond aan, niet wetend wat ik nu moet zeggen.
Dan pas dringt het tot me door.
Hij heeft in mijn privéleven zitten neuzen. Zonder mijn toestemming. Ik voel de woede in me opborrelen als kokend water.
Die klootzak.
En dan nog een beetje lopen slijmen ook met z'n 'ik vind het zo erg voor je, Eef'. Het water verspreidt zich over mijn hele lichaam en mijn huid brandt. Dit is de druppel. Ik ben echt helemaal klaar met hem. Ik probeer rustig adem te blijven halen en mijn woede te onderdrukken. Hij is het niet waard, Eva. Hij is het niet waard.
"Eva, ik snap dat je er niet over wilt praten, maar-"
"Nee! Ik wil er inderdaad niet over praten." Ik kan het niet langer inhouden, ik kook over. "Wat denk je wel niet? Dat ik m'n hart bij je uit zou storten ofzo? Waarom zoek je opzettelijk naar allerlei informatie uit mijn privéleven?! Waar bemoei jij je toch mee?!" Komt er in één grote stroom uit. Ik ben zo ontzettend boos. Hij maakt me gewoon helemaal gek. Ik wil me omdraaien en weglopen om alsnog de confrontatie uit de weg te gaan, maar Wolfs blokkeert de deur.
"Eva, het was-"
"Net alsof ik niet weet hoe je aan die informatie bent gekomen!" Onderbreek ik hem opnieuw. "Wedden dat je mij opgezocht hebt in het bevolkingsregister? En Frank en Finn ook! Ontken het dan als het niet zo is!"
Wolfs staart naast me in het niets, hij antwoordt niet en kijkt me ook niet aan. Dat zegt voor mij wel genoeg. Ik doe een stap naar voren als een niet-zo-subtiele hint dat ik wil gaan, maar hij beweegt geen centimeter.
"Eef, sorry, ik-"
"Bespaar me je excuses alsjeblieft. Laat me er gewoon langs."
Hij gaat nog steeds niet aan de kant.
"Floris!" Roep ik, de tranen springen in mijn ogen "Laat me er verdomme door!" Ik duw hem aan de kant en ren de kamer uit. Als laatste zie ik zijn door pijn vertrokken blik.

Ik noemde hem nooit Floris.

A/N: Heee allemaal!
Sorry voor alle Fleva fights. Ik beloof jullie dat er snel verandering inkomt! xxx

Gekwetst (Flikken Maastricht)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu