Mijn meisje I

8 2 2
                                    

Zij kijkt naar mij
En ik naar haar
Keek ze echt niet opzij?
Keek ze echt niet naar daar?

Verderop zat namelijk de mooiste persoon van de klas
Niet alleen mooi van buiten, diegene was ook in zijn sas

Hij lacht met de jongens en knikt naar de meisjes
Dus waarom zou ze mij überhaupt zien?
Híj heeft mooie cijferlijstjes
Die van mij vallen nog te bezien

Ik doe maar alsof ik het niet merk
Haar starende blik, haar nieuwsgierige ogen
De neiging is sterk
Om haar gezichtsuitdrukking te ontlopen

Want wat als...
Ze wel naar mij kijkt?
Wie ziet ze dan...?

Ik schrijf woorden in mijn schrift zonder te weten wat ik schrijf
Om maar niet te hoeven denken
Om maar niet te hoeven dromen
Want die tijd heb ik niet
De dagen worden steeds korter
Het licht verdwijnt langzaam uit mijn zicht
Zelfs de maan kan mij niet meer helpen
Maar stel nou dat-
Ik schud mijn hoofd.
Stop

Wanneer ik 's avonds in bed lig
Te woelen en te draaien
Loopt er een traan over mijn wang
Want hoe heb ik zover kunnen komen?
Waarom kan ik nú juist niet verder?
Wanneer mijn voetstappen worden uitgewist
Haar blauwe ogen kijken mij nog steeds aan
Ook wanneer ik mijn ogen stijf dichtknijp
Mijn hartslag is te hoog
Mijn ademhaling vertragend

Waarom zou ik niet mogen denken?
Waarom zou ik niet mogen dromen?

De volgende dag zit ik op dezelfde plek
Hij zit op de zijne
Zij op de hare

Mijn hand gaat door mijn haar
Ik wrijf in mijn droge ogen
Ik moet toegeven, het is een prachtig paar
Ik krimp ineen om mijn onvermogen

Een glimlach komt langzaam tevoorschijn
Een wenkbrauw wordt opgetrokken
Een harde lach klinkt door het klaslokaal
Die snel wordt gedempt door een hand

Er wordt geknipoogd
De voorzichtige glimlach wordt steeds breder
Er wordt zelfs een traan gedroogd
Blikken worden gedeeld, zacht en teder

Thuis sta ik voor de spiegel
En ik geloof niet wat ik zie
Een blos op mijn gezicht
Verlegenheid in mijn ogen

Wanneer ik klaar ben om te slapen
Hoor ik een tikje op het raam
Ik blijf stokstijf stilstaan
Er is geen neiging meer om te gapen

Want wanneer ik het tweede tikje hoor
Kom ik in beweging
En mijn ogen worden groot
Wanneer het tot me door dringt

Zij staat onder mij op straat
Ze heeft een boek onder haar arm
Er is een twinkeling terwijl ze geluidloos praat
Haar glimlachend binnenlatend, krijg ik het warm

Ze dacht, ik neem een boek voor ons mee
Zodat we elkaar beter leren kennen
Ze zei dat ze namens een gemeenschappelijke vriend kwam
Niet om me boos of bang te maken, en al helemaal niet om me te jennen

"Je dacht dat ik je niet zag
Dat ik naar iemand anders keek
Maar geloof me als ik zeg dat ik je mag
Ook als het op iets anders leek"

Dus vanaf dat moment lazen we vaak samen
Het was heerlijk om te kunnen ontspannen
Ik weet niet eens meer hoeveel dagen er waren
Hoeveel afspraken en hoeveel plannen

We klikten en dat was genoeg
Wie had het ooit gedacht?
Dat ik mijn angst versloeg
En dat ik had, meer dan ik voorzien had, kracht

Want zij was er op die dagen
En niet alleen op die
Ze zou me er nooit om plagen
Ze ziet het zoals ik het zie

Mijn dagen worden korter
Maar zij was er elke keer
Wat ben ik blij dat zij mijn vriendin is
Echt waar, ik wens niet meer

Zij keek naar mij
En ik naar haar
En ik weet nog dat ze zei
Dat we dit echt samen zouden doen

Diep vanbinnenWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu