5. In het woud

201 10 2
                                    

'Waarom waren jullie zo vlak bij Handel?'

Ik keek vlug op, want Jasper verbrak de stilte. En stil was het, want ik had nog nooit zoveel mensen, zo dicht bij elkaar, zo stil horen lopen door een met takken en krakende bladeren bedekt bos. 
Tot mijn grote tevredenheid hoorde ik ook bij die stille mensen, en dat zonder enige ervaring. Het leek wel of mijn instinct het overnam en ik zonder er over na te denken de best begaanbare wegen vond. Ik kon ook veel beter met ze meekomen dan ik ooit had gedacht. 

Hier was het minder erg dat mijn gympen zo versleten waren. De verende bosgrond kon ik beter aftasten door de dunne zolen. Zolang er geen scherpe tak in een schoen terecht zou komen, was het prima te doen. 

Jasper had zacht gepraat. Respectvol. Hij bleef naar de met mos en bladeren bedekte bodem staren, terwijl hij geduldig achter Elvio aansjokte. Ik bedacht me dat hij ook bang moest zijn. Hij werd, net zoals ik, omringt door de vijand en hij had net een goede vriend - zo niet zijn beste vriend - vermoord zien worden. 
Deze mensen waren gevaarlijk en dat mocht ik niet vergeten. 

Florian draaide iets bij en keek naar Jasper. Onwillekeurig hield ik mijn adem in en keek angstvallig toe. 
Toen keek de leider naar mij en ik zette mijn ene been vlug weer voor de andere. Mijn blik flitste alle kanten op, behalve de hunne.
Waarom ik zo schijnheilig deed, wist ik niet. Waarschijnlijk omdat ik niet had verwacht aangekeken te worden. 

'We hebben geruchten gehoord,' zei Florian uiteindelijk. Ik hoorde dat hij weer op zijn oude tempo verder liep, maar durfde niet op te kijken om dat te checken. Ik hield mijn blik strak op de bosbodem gericht. 

'Wat voor geruchten?' Jasper bleef respectvol, maar wel aanhoudend.

'Je bent net voorzichtig geweest met het benoemen van een zielepartner,' nam Florian toen het gesprek over. 'Weet je zeker dat je niet wat meer over dergelijke personen wilt vertellen?'

Jasper zweeg zo lang, dat ik dacht dat hij niet meer zou reageren. 

'Hoezo?' Zijn vraag was kortaf en er klonk een randje door in zijn stem die ik niet kon plaatsen. Ik kreeg er onbestemde rillingen van.
Alsof er nog meer gevaar dreigde dan reeds het geval was.

'Je weet wel waarom ik dat vraag,' reageerde Florian droog. Ik stapte stevig door, maar voelde me weer bekeken. 

Dit had met mij te maken, maar hoe dat precies zat, was mij een raadsel.

De twee zwegen verder en gingen uiteindelijk uit elkaar. Ik keek weer naar de grond en telde mijn passen. Elke keer als ik bij de honderd was, begon ik opnieuw.
Ik had al ontelbaar keer tot honderd geteld.

'Wat is je naam?' 

Ik keek met een ruk op en zag dat ik werd gadegeslagen door een jonge man. Ondanks zijn leeftijd - ik schatte hem in rond de tweeëntwintig jaar - had hij een dikke bruine baard om u tegen te zeggen. Hij had ook zachte bruine ogen; een hele verbetering vergeleken met Elvio en zijn immer spottende blik. 
Het was niet voor niks dat ik niet veel bij Jasper te vinden was. Dat was omdat ik de blonde man er dan als extraatje bij kreeg. 

'Liane van Stralen,' antwoordde ik werktuigelijk. 'En de jouwe?' Ik hoopte dat ik alles kon onthouden, nu ik slechts mijn geheugen en een hele hoop verse, nare ervaringen had om mee te dealen. 

'Ik ben Kevin,' antwoordde Kevin. Zijn lach was vriendelijk, al merkte ik op dat zijn ogen droevig waren - en bleven. 
Toen ik hem vragend aan bleef kijken, ik had hem immers ook mijn achternaam genoemd, verklaarde hij: 'Ik ben een zoon van de Alfa. Wij doen niet aan reguliere achtername-'

Ik hoorde nauwelijks wat hij zei, want één woordje had mij getriggerd. Hij wilde zijn zin afmaken, maar ik onderbrak hem zonder daar op te letten: 'Alfa?' Dat was het moment dat ik geïntrigeerd raakte. Kevin keek ineens verschrikt naar mij en daarna ietwat stiekem om zich heen. 
Florian bevond zich ergens voor ons uit en had hem niet gehoord, maar de gespierde Roy wel. 

In het woud || 18+Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu