32. Afronding

197 11 10
                                    

Er braken gekke tijden aan.
Omdat Louw aan had gegeven dat ik ook een Lycan was, ook al veranderde ik niet in een wolf, kreeg ik een respect dat ik nooit eerder had gekregen - laat staan verwacht - als zestienjarig meisje.

Mijn nut werd me steeds duidelijker. Het bleek angstaanjagend om in gesprek te gaan met een wolf van bizar grote afmetingen en daarom werd ik er vaak bij geroepen als de Lycan nodig was. Hij was de macht en ik was de spreekbuis.

De Lycan werd veel vaker geraadpleegd dan ik in mijn stoutste dromen had gedacht. De meest belachelijke geschillen werden voor ons uiteengezet en ik snapte heel goed waarom Louws telepathietalent zo handig was.
Men kon nog zo overtuigend liegen: de beelden in hun hoofd gaven de keiharde waarheid weer.

Louw had het steeds vaker over weggaan, andere roedels bezoeken, en ik wilde daar graag gehoor aan geven. Maar eerst moest alles afgehandeld worden in de Scharlaken Dageraad.

Op Roan na, was iedereen na een kleine week weer naar hun eigen stam vertrokken. Er waren in de nacht van de bloedmaan uitzonderlijk veel Alfa's opgestaan en dat was maar goed ook, aangezien de vijandelijke - voormalige - aanvoerders het geen van allen hadden overleefd. Het zag er naar uit dat de maangodin met een frisse start wilde beginnen.
Dat was ook de reden dat er nauwelijks straffen uit werden gedeeld. Degenen die bevelen gaven hadden dat met de dood bekocht en de nieuwe leiders hadden toegezegd dat zij het anders aan zouden pakken.

Het feit dat er een machtige Lycan was die elke Alfa kon overrulen, indien nodig, hielp daarbij.

Zolang Louw leefde, zou er geen waanzin meer zijn bij wolven. Hij was bij machte om tijdens de volle maan iedere weerwolf in het woud mentaal te bereiken. In theorie kon elk roedellid zich vrij door de uitgestrekte bossen bewegen, al begreep ik heel goed dat de angst voor de krankzinnigheid er diep in zat bij eenieder.
Het was nog geen volle maan geweest na de veelbewogen bloedmaan. Eerst wilde men zeker zijn van Louws kunnen en ik snapte dat. Ik kon Louws volledige vermogen moeiteloos doorgronden, maar ik besefte dat niet iedereen die rust en dat vertrouwen had.

Men sprak over wonderen als ze het over ons hadden en dat klopte wel.

Allereerst de genezing van de "Verdoemde Vrouwen", zoals de ongelukkige moeders werden genoemd: vrouwen die een kind hadden gekregen met iemand die niet hun zielepartner was. Alfa Ravi was de ergste geweest, maar er waren er meer.
Soms was het op aandringen van de vrouw zelf, die zo ontzettend graag een kind wilde met haar man. Het was ook niet zo dat elk koppel te maken kreeg met dergelijke verschrikkelijke gevolgen. Het bleek dat de ene vrouw meer ontvankelijk was voor het weerwolfgen dan de ander.

De kracht van de weerwolf die ze hadden gecreëerd was te veel voor sommige fragiele zielen en dan kwijnden ze weg. De oplossing was ontzettend simpel, maar vergde bij het allereerste proefkonijn heel wat overredingskracht.
Als men gebeten zou worden door een getransformeerde weerwolf, zou de betreffende vrouw in theorie opknappen. Het gevolg was dat ze maandelijks in een wolf zou veranderen, maar wel volkomen genezen van de mysterieuze ziekte die haar momenteel kwelde. Ze ruilden het ene in voor het andere: een troebele geest voor de vloek van de maan.

Het was echter gekkenwerk om gebeten te worden door een weerwolf. Er rustte zo'n groot taboe op, dat men er niet eens over peinsde. Maar toen werd Ronja, de moeder van Roy, opeens zo slecht dat er weinig te kiezen overbleef. Of ze werd gebeten, met een kans op genezing, of ze zou sowieso sterven.
Ik had mijn hand op Louw gelegd, bij wijze van support, en Roy - die intussen volkomen opgeknapt was van de aanval die de Blauwen op hem hadden beraamd ten tijde van de bloedmaan - kneep mijn arm helemaal beurs. Louw was stabiel, dus hij zou nooit doorbijten.

Het verschil bij de eerste zieke, naar een vrouw die volmaakt bij zinnen was, was zo groot en ook zo onmiddellijk, dat anderen snel volgden. Florian, Roy en de anderen konden hun moeders weer in de armen sluiten. Louw en ik voelden elkaars pijn, onze moeder was voor altijd verloren, maar daar vielen we verder niemand mee lastig.

In het woud || 18+Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu