15. Onwetendheid en onrust

148 9 0
                                    

De volgende dag werd ik vrijwel de gehele tijd met rust gelaten, maar dat merkte ik nauwelijks. Hoewel ik dacht dat ik wel wat gewend was, viel dat in het niet bij de verschrikkelijke pijn van de zweepslagen en ook de nasleep daarvan.
Als ik bewoog voelde het alsof mijn wonden openbraken en af en toe merkte ik aan een plakkerige gewaarwording dat dat inderdaad het geval was.
Ik bewoog zo min mogelijk.

Ik had nu meer dan vierentwintig uur niks gegeten, maar had ook geen behoefte aan iets als ik daarmee interactie met anderen kon voorkomen.
Deze roedel was gevaarlijk en ik wist wel beter dan om hulp vragen.

Mijn dromen waren koortsachtig en het kostte me moeite om echt van nep te onderscheiden. Ik kromp op volkomen willekeurige momenten in elkaar, want dan dacht ik dat Alfa Ravi was gekomen om mij opnieuw vast te binden en te folteren met de zweep.
Het feit dat die gedachte in een vingerknip realiteit kon worden, was hetgeen het zo angstaanjagend maakte.
De onverwachte bewegingen zorgden voor onnodige pijnscheuten en onrust.

Pas na wat uren leek, dacht ik dat iemand een beker water bij mijn lippen hield en ik dronk gretig.

Op het moment dat ik bij machte was om op te kijken, was er echter niks meer. Geen hulp, geen water, geen verlichting van mijn ongemak.
Had ik het me allemaal verbeeld?

Omdat er geen uitzicht was in het nauwe kamertje waar ze me in gestopt hadden, en omdat de kleine ruimte slechts bestond uit een hobbelig bed en een leeg tafeltje, had ik geen idee van de tijd. Maar ik voelde me iets beter en ik besloot om op te staan.
Misschien kon ik wel een toilet vinden: mijn blaas had eerder geen teken van leven gegeven, maar nu stond hij op knappen. Ook mijn maag liet van zich horen.

De hoop in mij, dat ik een ontsnappingsroute zou kunnen vinden en weg zou komen van deze plek, bloeide op - maar zakte direct terug naar een laag pitje toen ik op probeerde te staan.
Ik voelde me stijf en stram, en de pijn op mijn rug had een geheel nieuw level bereikt. De scherpe pijn was verminderd, maar er was nu een constant weeïg gevoel wat het er niet beter op maakte.

Ik zou niet ver komen als ik probeerde te vluchten en de gedachte aan de lijfelijke straf die ik dan zou moeten ondergaan, deed me bijna in tranen uitbarsten.

Mijn houding was ineengedoken toen ik langzaam naar de deur strompelde. Ik was allang niet meer blij met het rode gewaad dat inmiddels als een zak om me heen hing.
Een vreselijke gedachte deed mij verstijven, maar uiteindelijk greep ik de klink beet, drukte hem naar beneden en hield mijn adem in.
Ik duwde voorzichtig tegen de deur en slaakte een jammerkreet: natuurlijk zat hij op slot. 

Met mijn platte hand sloeg ik een aantal keer op het dikke hout en zakte uiteindelijk direct naast de deur op de grond. 
Moest ik mijn plas gewoon laten gaan? Momenteel was dat het enige waar ik nog aan kon denken. Het bracht zelfs de pijn in mijn rug naar een acceptabel niveau.

De deur vloog open en ik kromp direct in elkaar. Alfa Ravi had mij gehoord en kwam poolshoogte nemen. Mijn hele wezen werd overgenomen door angst voor hem en ik voelde geen pijntjes of ongemakken meer, iets wat ik een minuut ervoor als een zegen zou hebben bestempeld. 
Nu wilde ik maar al te graag weer terug naar die situatie.

'Ik moet plassen,' bracht ik schor uit, want ik hoopte zo mijn radeloosheid terug te dringen: voor hem en voor mezelf.

Hij bekeek me peinzend en ik wist niet wat ik aan die neutrale gezichtsuitdrukking had. Hij was zo dichtbij, dus ik durfde niet op te krabbelen. Maar daar hielp hij al bij en ik slaakte een jammerkreet toen de open wonden op mijn rug heftig protesteerden. Enkelen barstten open.

'Kom mee dan,' zei hij gemeen grijnzend en gek genoeg werd ik daar rustig door. Als hij wreed was, wist ik in ieder geval wat ik aan hem had. 

Mijn bewegingen waren houterig en het deed me pijn om met hem mee te hobbelen, want hij liep veel sneller dan ik aankon. Ik deed mijn uiterste best.

In het woud || 18+Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu