27|| Ronde 2

79 2 0
                                    

Mohamed

Ik word wakker. Blijkbaar ben ik in slaapgevallen op me stoel. Ik kijk naar buiten en zie dat het nog donker is. Ik check mijn horloge en het is 2u 's nachts. Shit, het is al na bezoekerstijd. Ik kijk naar Salim. Hij ligt vredig op zijn zij in bed. Ik wil zijn deken goed over hem leggen maar dan draait hij. Hij kantelt op zijn rug in het bed. Bloed stroomt uit zijn mond.

Ik panikeer helemaal. Ik loop vlug naar de gang maar zie dat niemand aanwezig is in het ziekenhuis. Ik loop snel terug naar Salims kamer maar ik zie dat zijn lichaam weg is. Alleen maar bloedvegen op de grond zijn zichtbaar.

Ik loop als een gek terug naar de gang. Het licht valt uit. Het hele ziekenhuis is maar vaagjes belicht door de maan. Ik begin ayat al kursi luidop te reciteren. Mijn ademhaling word moeilijker.

Plots hoor ik de lift open gaan aan het einde van de gang. Ik zie een zwarte gedaante in de lift. Ik ren naar de uitgang. Ik voel dat de zwarte gedaante dichter komt.

Maar dan breekt de vloer onder me open. Ik val in een zwart gat.

"-med MOHAMED" roept Salim naast me. Ik schiet wakker alweer. Het licht van de kamer schijnt fel in mijn ogen. Verward kijk ik naar Salim. "Je maakte me wakker met je geschreeuw" zegt hij. "Sorry ga verder slapen" Op de klok is het 10u 's ochtends.
Ik ben nog steeds erg in de war wat er zojuist is gebeurd. Die droom voelde echt.

Ik ga naar de badkamer en doe wat water in me gezicht. Dan ga ik naar de gang en zie Nisrine werken. Ik begroet haar en ga naar de uitgang. Het ziekenhuis maakte me veel te benauwd. In de rokerszone steek ik een sigaret op. Ik neem een goeie trek van het nicotinestokje. Zo begint elke goeie ochtend.

Ik ga langs in de kantine voor iets te eten en ik ga terug naar de kamer van Salim. Door hele nacht op een stoel te hebben geslapen, heb ik echt pijn aan me rug.

Het enigste wat ik doe deze dagen is Salim vergezellen aan zijn ziekenhuisbed. Vrij weinig sociaal contact behalve de bezoekers die hier en daar eens komen aankloppen. Mijn schoolwerk heb ik erg verwaarloosd en mijn bijbaantje ben ik inmiddels denk ik al kwijt. Al mijn spaarcenten gaan naar de ziekenhuisrekeningen van Salim. Fatima gaat al door genoeg, ik wil niet dat ze die geldzorgen er ook bij krijgt.

Mijn blik vestigt zich op Salim. De droom herspeelt in me hoofd. Zijn levenloze ogen en de bloedstraal die uit zijn mond liep kijken me terug aan. Ik dacht even dat het echt gebeurd. Het deed me allemaal terug denken toen ik hem vond in een plasje bloed. Die avond was de ergste.

Ik laat me gedachtes gaan. Ik krijg een berichtje van Yassine die vraagt of ik naar school kom. Ik twijfel. Ik ben echt al effe niet meer geweest en wil ook niet achter geraken.

Salim is inmiddels zijn ontbijt aan het naar binnen proberen werken. "Salim is het oké of ik je effe voor een paar uurtjes laat en naar school ga?" vraag ik bezorgd. "Wjw je hoeft dat zelfs niet eens te vragen, je mag heus wel weggaan hoor" Ik glimlach terug. Ik neem afscheid van hem en check zeker of alles oké is met hem.

Ik stap de gang in, opzoek naar Nisrine. Ik vind haar bij de verplegerspost. "Nisrine als er iets gebeurt met Salim, bel me asap" Ik geef haar mijn nummer. Ze knikt.

Met de bus ga ik snel even naar huis. Ik douch me, kleed me om en neem me rugzak. Yassine staat al voor het appartementsblok. Hij is speciaal naar hier gekomen om me te vergezellen.

Ik geef hem een broederlijke omhelzing. "Koulchi mlih?" "Hmdlhh" We stappen naar de tramhalte. We doen op ons gemak want we zijn inmiddels toch al te laat voor de eerste lessen.

In de les zit ik naast Halima. Ik denk dat me klastitularis ons naast elkaar heeft gezet, gewoon om mij te pesten. Mijn gedachtes gaan steeds naar Salim. Ik maak me teveel zorgen voor niks. Nisrine zou heus wel bellen als er iets is.

SoulmatesWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu