2

533 17 1
                                    

Zara
We delen onze adem, maar dat is dan ook alles wat we delen. We praten niet, ik heb er geen eens zin in door de vreselijke pijn in mijn enkel, en Matthy zit met zijn hoofd ergens anders.
Waar? Geen idee.
Wil ik het weten? Nee.
Eigenlijk best gek. Na dit moment gaan we elkaar nooit meer zien en de enige kant van Matthy die ik tot nu toe gezien heb is zijn verdrietige kant. Matthy staart voor zich uit, maar ik vraag me af of hij überhaupt wel op de weg let. Misschien dat hij me daarom bijna aangereden heeft. Hij bijt op zijn lip, om zijn tranen tegen te houden. Het lukt, maar soms stroomt er een klein traantje over zijn wang. Hoe langer ik in deze auto zit, hoe meer ik me toch ga afvragen waarom hij zo van streek is.
Misschien heeft hij net een relatie beëindigd.
Misschien is zijn opa overleden.
Misschien is hij wel vreselijk ziek.
Misschien,
Heel misschien,
Moet ik me niet bezig houden met zijn zaken.
Matthy komt ineens terug uit zijn gedachtes. Hij kijkt opzij.
Hij weet dat ik naar hem keek.
Hij weet dat ik aan hem dacht.
'Weet je zeker dat je niet naar het ziekenhuis moet? Het ziet er echt niet goed uit.'
De zin komt laat aan. Misschien omdat ik misselijk word van de zeurende pijn in mijn enkel. Weer schud ik mijn hoofd. 'Nee.' Hij kijkt weer kort opzij. 'Je bent bleek.'
Hoezo ziet hij dat in een donkere auto?
'Nee, ik ben oké.' Matthy knikt. 'Oké, nou we zijn er bijna.' Zegt hij weer twijfelend. Ik vraag me af of het überhaupt veilig is voor hem om nog terug naar huis te rijden in deze toestand. Hij is met alles bezig, behalve met het verkeer om zich heen. 'Moet je nog ver terug naar huis?' Vraag ik. Het is best een brutale vraag. Ik wou toch niets van hem weten? Matthy schud zijn hoofd. 'Nee, ik woon een paar straten verderop.' Hij zegt het kortaf. Zo kortaf dat ik me slecht begin te voelen. Hij wou deze vraag niet.
Hij antwoordde wel.
Tegelijkertijd rolde er een traan over zijn wang.
Uit een van zijn blauwe ogen.
Matthy deed alsof het niet bestond.

——————————————————

'Heb je alles?' Zegt Matthy terwijl hij de deur van de auto voor me opent. Ik knik stilletjes, omdat ik geen woord meer uit mijn mond kan krijgen. Ik ben te misselijk, te duizelig. Ik vraag me af of ik überhaupt nog op kan staan. Matthy helpt me overeind.
Witte vlekken.
Ik raak in een lichte paniek.
Hopend dat Matthy het niet zag.
Met zijn blauwe ogen.
Ik moet maar een klein stukje naar mijn deur.
Een heeel klein stukje.
Het is al te laat.
Net als Matthy me los laat, val ik om.
Wat eerst witte vlekken waren, word nu een zwart vlak.
Niet weer.
'Zara!'
Is het laatste wat ik nog hoorde.
Het was Matthy.
Hij zei mijn naam op een toon die nog nooit eerder gehoord heb.

Flashbacks. Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu