8

478 11 0
                                    

Zara
Het is 2 dagen later en ik ben nog steeds hetzelfde hoopje puin. Ik ben het niet vergeten.
Ik kan het niet vergeten.
Die blik in zijn ogen.
De rust in zijn ogen.
Ik wil hem zien, ik wil weten hoe het met hem gaat.
En met de verzekering,
Want die trui hoeft niet eens vergoed te worden.
Zijn verzekering heeft trouwens ook nog geen contact op genomen met de mijne.

Zara: kan je hierheen komen? Ik wil nog wat met je bespreken over de verzekering.

Matthy: Tuurlijk, heb je nu tijd?

Tuurlijk?

Zara: Ja hoor.

Matthy: Ben er met 5 minuten.

Ik ben nieuwsgierig, nieuwsgierig naar de blik in zijn ogen die ik aan ga treffen. Ik hoop met heel mijn hart dat het niet weer dat verdomde verdriet is. De kans is wel heel groot, maar ik wil het verdriet niet. Ik wil zijn andere kanten leren kennen. Ik weet eerlijk gezegd ook niet helemaal waarom en hoe. De bel gaat, is het nu al 5 minuten later? Ik hinkel naar de deur, en ja. Daar is Matthy. Ik open de deur. 'Hey.' Matthy glimlacht. 'Hey, hoe gaat het?' Ik kijk naar zijn ogen.
Rust.
'Kom binnen.' Matthy loopt weer achter me aan de woonkamer binnen. Tot zijn grote opluchting zit er niemand. Ik zie het gewoon aan hem. Hij gaat aan de andere kant van mijn eettafel staan.
'Zara.'
'Ja?'
'Ik heb nog iets voor je meegenomen, omdat het me zo spijt.'
Zit hij nou echt zo in zijn hoofd van het incident van gisteren?
'Spijt, van wat?' Vraag ik toch wat nieuwsgierig. Wachtend op zijn uitleg.
'Dat ik je bijna heb aangereden?'
Oh.
Hij overhandigt me een pak koekjes.
Kut.
'Dit zijn speciale koekjes uit het dorp waar ik vandaan kom.' Zegt Matthy zacht.
Ik glimlach naar hem. 'Lief, dankje.'
Matthy kijkt me vragend aan.
Ik kijk hem ook vragend aan. Waarom kijkt hij me zo aan?
'Ga je ze niet uitproberen?'
Nee Matthy, dat doe ik niet.
'Uuh, jawel.'
Hoe ga ik dit oplossen?
Ik kijk naar zijn ogen, aan de andere kant van mijn eettafel.
Nogsteeds rust.
Hij kijkt me vragend aan, hij heeft het nogsteeds over de koekjes.
Ik kijk naar zijn ogen.
Ik probeer mijn rust daar te vinden.
Matthy beweegt ineens. Hij loopt om de eettafel heen, naar mij toe.
Hij staat dicht op me.
Net als gisteravond.
Hij kijkt naar beneden, waardoor ik alleen zijn haar zien. Hij legt zijn hand in mijn nek en hij tilt zijn hoofd een beetje op. Ik kan zijn gezicht nu wel zien, maar hij kijkt nogsteeds naar de grond.
Ik kijk weer naar zijn ogen.
Het verdriet is weer terug.
'Matthy?' Zeg ik zachtjes.
Matthy kijkt op.
Zijn pupillen vergroten weer een beetje.
De rust is weer wedergekeerd.
Matthy begint met zijn hand in mijn nek te wrijven. Zijn hand is warm. Ik pak met mijn linkerhand zijn rechterhand vast, zijn vrije hand. Mijn vingers haken in die van hem, ik frummel een beetje met mijn vingers tussen die van hem.
'Je hebt zachte handen.' Fluistert Matthy glimlachend. Voordat ik kan antwoorden pakt Matthy opeens met zijn linkerhand, die zich net nog in mijn nek bevond, mijn gezicht vast. Hij komt dichterbij met zijn gezicht. Onze lippen raken weer bijna. Hij gaat zoenen geloof ik. Matthy kijkt even kort naar mijn ogen. Ik voel zijn adem door mijn lippen glippen. Hij zoent me.
Zachtjes.
Hij gaat mijn zijn hand door mijn haar. Ik beweeg mijn vrije hand naar zijn schouder. Matthy stopt even en kijkt me weer in mijn ogen aan.
Ik kan de blik in zijn ogen niet plaatsen.
Het is geen verdriet.
Het is geen rust.
Hij kantelt zijn hoofd een beetje en zoent me weer. Zijn tong vind de mijne. Mijn hand wrijft over zijn bovenarm, hij heeft kippenvel. Ik weet eerlijk gezegd niet wat hier gaande is, of ik dit überhaupt wel wil, of wat de consequenties zijn. Het voelt wel goed. Voor nu dan. Matthy stopt weer en kijkt me weer aan. Deze keer is de blik in zijn ogen heel anders.
Verdriet.
Kut.
Hij kijkt weer naar de grond en zijn hand dwaalt van mijn haar weer terug naar mij nek. Ik laat zijn boven arm los. Ik zie tranen, tranen in zijn ogen. 'Matthy?' Fluister ik. Matthy kijkt op, zijn ogen kijken naar de mijne. 'Ja?' Mijn vrije hand begint de trillen. Het is teveel spanning hier, teveel onduidelijkheid. Ik slik. 'Gaat het?' Matthy knikt kort. Hij verbreekt het oogcontact niet, en pakt mijn trillende hand vast. 'Ja. Gaat het met jou?' Zegt hij terwijl hij kort naar mijn trillende hand, die zich nu in zijn hand bevind, kijkt. Het gaat niet met hem, ook niet met mij. Ik knik. 'Ja.' Matthy kijkt weer naar de grond. Hij wrijft met zijn duim over mijn hand. Er valt een traan naar beneden. Matthy knikt. 'Mooi.' Plotseling stapt hij achteruit, en laat hij mijn handen los. Hij loopt weer rond de tafel, naar de plek waar hij net stond. 'Dus, koekje proberen?' Ik moet er gewoon van lachen. Dit is zó raar.

Flashbacks. Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu