-2-

381 27 0
                                    

11 jaar later...

Jamie

We renden snel naar binnen. Naar boven. Als pap en mam ontdekten wat we hadden gedaan zouden ze woedend worden. 'Jamie, Janette' riep onze moeder. We liepen terug naar beneden. Ze was in de keuken. We liepen de keuken in, 'ja?'

'Waar komen jullie vandaan?'

'Buiten' zei Janette. Zij kon het beste liegen dus liet ik haar meestal het woord doen.

'Nemen jullie wat te drinken?' 'Jullie moeten blijven drinken, hé.'

'Jaha' zei ik geërgerd. Ik pakte de cola en Janette de glazen. Daarna liepen we snel naar boven. Boven haalden we opgelucht adem toen we de deur dicht hadden gedaan. Zij zette de glazen weg en ik de cola. We gaven elkaar een high five. 'Ook weer gelukt.'

Ze knikte. We hoorden opeens de deur beneden opengaan. We slopen de gang op en gingen bij de trap zitten.

'Luna Lunette' hoorde we roepen.

We keken elkaar aan en toen weer naar beneden. Onze moeder kwam de keuken uit. Bèta Hank, de zoon van de vorige bèta Nicolaas, zei iets tegen haar. Onze moeder zuchtte, 'Jamie, Janette!'

We liepen naar beneden. 'Wat hebben jullie gedaan' vroeg onze moeder boos.

'Niets' zeiden we zo onschuldig mogelijk.

'Waarom is de auto dan tegen een boom gevonden?'

We wezen naar elkaar, 'zijn schuld!' 'Haar schuld!'

'O wat moet ik met jullie aan?!'

'Wat hebben ze nu weer gedaan' vroeg iemand vanuit de woonkamer.

We liepen langzaam achteruit. Als pap boos werd hadden we problemen. Onze vader kwam de woonkamer uitlopen. Hij trok één wenkbrauw op. We renden naar buiten. Onze vader kwam achter ons aanrennen. Hij haalde ons in en gooide ons over zijn schouders. Hij liep terug en zette ons op de bank. Hij ging tegenover ons zitten naast onze moeder. 'Dus... wie gaat die schade betalen?'

'Jullie' zei ik zacht

'Jamie' zei mijn vader boos 'ik vind het niet grappig.' 'Dit is al de zoveelste keer dat jullie iets kapot maken!' 'De roedel heeft geen vertrouwen en willen jou afwijzen als volgende alfa.'

'Wat!' 'Maar ik word een goede alfa!'

'Dan moet je stoppen om dingen te slopen.'

Ik begon te grommen, 'of zij moeten stoppen en vertrouwen hebben in me!'

'Jamie stoppen' zei mijn moeder.

'Mam!'

'Nee!' 'Jullie lijken op elkaar als twee druppels water.' Het bleef even stil. 'Dat is het!'

'Wat' vroeg mijn vader.

'Kom eens mee Rick.' Onze ouders stonden op.

'Kunnen we gaan' vroeg Janette zacht.

'Ja maar jullie gaan naar boven want jullie grootvaders komen zo' zei mijn vader.

We liepen naar boven. Ik liep naar mijn kamer. Janette ook.

Janette

We zaten weer eens in de problemen. Zoals zo vaak. Mama kon boos worden maar papa kon woedend worden. Mama zei vaak dat Jamie op zijn vader leek. Het klopte ook. Ik leek meer op mijn moeder. Ook ik was een witte wolf. En Jamie was een zwarte. Nina was net 11 en dus nog niet getransformeerd. Ze bad bruin haar dus waarschijnlijk was ze een bruine wolf. Benjamin was net negen dus ook nog niet getransformeerd. Hij was waarschijnlijk ook een zwarte wolf. Ik ging op mijn bed zitten. Wat zou mijn moeder deze keer bedoelen? Wat was de volgende oplossing? De voordeur ging weer open en we hoorden roepen: 'Opa's zijn er.'

Ik hoorde hoe Nina en Benjamin naar beneden renden. Ik stond op en liep de gang op. Jamie kwam ook zijn kamer uitlopen. We liepen naar beneden. Benjamin omhelsde opa Diederik en Nina opa Landon. Daarna andersom. Ik omhelsde eerst opa Landon en toen de ander. Jamie deed het tegenovergestelde. Onze ouders kwamen aanlopen. Mijn moeder gaf hen ook een knuffel. Ze keek ons aan, 'Jamie, Janette, kantoor van jullie vader.'

We liepen naar de werkkamer en gingen zitten. Onze vader kwam aanlopen en ging achter het bureau zitten. Onze grootvaders en moeder kwamen ook binnenlopen. Ik maakte contact met Jamie en zei: oké we zitten nu echt in de knoei.

Hij knikte. Onze vader keek ons één voor één aan. 'Jongens' zei hij 'dit is nu al de zoveelste keer dat jullie iets slopen.' 'En daarom sturen we jou, Jamie, naar een kostschool.'

'Wat' riepen we beide 'pap!'

'Sorry' zei mijn vader 'maar ik wil dat mijn zoon niet wordt afgewezen als alfa.'

Jamie stond kwaad op en rende weg. Ik zuchtte, 'je weet dat hij je nu haat hé pa.'

Mijn vader knikte, 'maar hij moet begrijpen dat ik dit gedrag niet tolereer.'

'Waarom stuur je mij dan ook niet weg?!'

'Als jullie alsnog samen gaan is alles voor niets geweest.'

'Nee' zei ik kwaad 'ik en Jamie gaan samen of we gaan allebei niet!'

Ik stond op en liep weg. Naar mijn kamer. Daar ging ik op mijn bed liggen, beet in mijn kussen en gilde. Ik maakte contact met Jamie: waar zit je?

Bos. Daarna sloot hij het af. Ik zuchtte, hij was echt kwaad. Er werd geklopt. 'Binnen' zei ik.

Mijn moeder kwam binnenlopen, 'liefje.' 'Wil je even meekomen naar je vader?'

Ik schudde mijn hoofd, 'nee.' 'Of jullie sturen ons beide of we gaat niet!'

'Janette, we willen dat hij zijn mate vindt.' 'En als jij daarbij bent heeft hij meer aandacht voor jou dan voor zijn mate.' 'Jullie zijn zo close dat het hem niet boeit of zijn mate hier ergens in de roedel is.'

'Maar mam, ik wil niet dat ik hem niet meer zie.'

'dat weet ik liefje maar het kan niet anders.'

'Maar Jamie is nu weg.' 'Hoe gaan jullie hem dit vertellen?'

'Dat gaan je grootvaders doen.' 'Zij konden ons ook dingen vertellen die we van anderen niet aannamen.' 'Zij weten hoe ze hem moeten kalmeren.'

'Succes met hem vinden.'

Mijn moeder zuchtte, 'hij is in het bos.'

'Hoe weet je dat?'

'Daar was je vader ook toen hij zijn mate niet vond.'

'Maar jij was zijn mate.' 'en bent.' 'Hoe zit dat dan?'

Ze schudde glimlachend haar hoofd, 'vertel ik later wel.' 'Nu ga ik je broer zoeken.'

Ik zuchtte, 'wanneer gaat hij dan weg?'

'Na de vakantie.'

Ik knikte. Mijn moeder glimlachte even kort en liep toen naar beneden. Ik sloop de gang op, de trap af en toen ik de deur open wou doen hoorde ik zeggen: 'Janette waar dachten we heen te gaan?'

Ik draaide me om op mijn hiel. Mijn vader stond achter me.

Ik sloeg mijn ogen neer, 'naar Jamie opzoek.'

Hij zuchtte, 'liefje kom even praten.'

Ik liep achter hem aan naar zijn werkkamer. Ik ging zitten. Mijn vader ging achter het bureau zitten, 'liefje.' 'Jamie wordt nu gezocht door zijn grootvaders.' 'Jamie is waarschijnlijk aan het rondrennen net als ik vroeger deed.' 'Hij wil wegrennen.' 'Maar hij weet dat jij hem nodig hebt.' 'Als hij terugkomt moet je hem bij mij brengen.'

Ik keek hem vol verbazing aan, 'denk je echt dat ik mijn broer ga verraden?!'

twin wolfs.Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu