Deel 15

17 4 0
                                    

Ik voelde tintelingen op mijn schouder. Alsof er een zachte veer overheen ging. Toen ik mijn ogen langzaam opende zag ik Adil die voor mij stond en me probeerde te wekken. Aangezien het buiten nog donker was moest het wel heel vroeg zijn. Langzaam kwam ik overeind en keek ik naar de man die me naar een veiligere plek zou brengen. Eindelijk, over een paar uur zou ik verlost zijn van alle ellende die zich hier afspeelde. "Hier." Hij stak zijn hand uit en gaf me een envelopje aan. Langzaam hief ik mijn hand omhoog en pakte ik het aan. Het voelde zo dubbel allemaal. Zijn blik die de mijne niet wilde loslaten en het feit dat hij me nu zo gauw mogelijk hier weg wilde hebben voor mijn eigen veiligheid. "Er zit genoeg in voor een aantal maanden. Wat je ook doet, kom nooit meer terug naar Almere of Amstelveen. Ga zo ver mogelijk hier vandaan." Zijn stem klonk schor en het leek net alsof hij nog iets wilde zeggen. Ik knikte langzaam en bedankte hem. De stilte die daarna kwam kon ik niet meer verdragen. De tranen stonden te trappelen om zich een weg een weg naar buiten te wanen. Ik hield ze met veel moeite tegen.

Waarom ben ik hier zo verdrietig om? Er was een dag dat deze man mij liever kwijt was voor wat geld en nu red hij mijn leven. Ik zou blij moeten zijn én dankbaar. Diep van binnen treurde ik over het feit dat ik straks weer alleen zou zijn. Er was geen Adil die mij zou beschermen of die in ieder geval om mij heen was. Zijn aanwezigheid zou ik missen, hoe idioot dit ook klinkt natuurlijk. We kennen elkaar amper zo lang en toch leek ik een bepaalde band met hem te hebben.

"Ik ga naar mijn tante. Ze woont in Tilburg." Zei ik. Adil fronste zijn wenkbrauwen en kwam naast me zitten. "Kom je me opzoeken een keer?". Vroeg ik om in ieder geval deze verdrietige situatie te doen eindigen in iets positiefs. Adil trok zijn mondhoek omhoog en schudde lichtjes zijn hoofd. "Beter niet." Was zijn enige antwoord. Ik begreep het. Hij was hij en ik was ik. Dit leven zou hij nooit kunnen opgeven en ik was iemand met een rugzak vol miserie die wat van haar leven moest maken.

"Kom, kleed je aan." zei hij. Voordat hij opstond keek hij me aan en glimlachte even. Ik stond op om vervolgens mezelf klaar te maken voor vertrek.

In de auto zat Adil zwijgzaam voor zich uit te kijken. Hij nam een behoorlijke risico door me in veiligheid te brengen. Zijn stille houding en zorgen waren tekenen dat het niet goed zou aflopen met mij als zijn neef mij te pakken zou krijgen. Na een aantal uren waren we aangekomen in Tilburg. Adil parkeerde zijn auto en zette de motor uit. "Hier toch?". Zei hij ter bevestiging. Ik knikte en deed mijn gordel af. Daarna draaide ik me om naar hem en glimlachte even. "Dank je wel. Voor alles." Er heerste een bepaalde stilte en ergens wenste ik dat ik Adil mee kon nemen. Zoals hij mij gered heeft, wilde ik hem redden uit die ellendige wereld waarin hij zat. Het stond ook op het puntje van mijn tong om het te vragen, maar al gauw hieldt ik me in en glimlachte ik weer even om mijn dankbaarheid uit te drukken. Ik draaide me om zodat ik kon uitstappen maar ik voelde zijn hand om mijn pols. "Sophia..". Ik keek hem aan en zijn blik sprak boekdelen. Net zoals ik gemengde gevoelens over dit afscheid had, had hij dat ook. Adil heb ik nooit zo ernstig zien kijken namelijk. "Ja?". Vroeg ik.

"Doe voorzichtig." Zijn hand gleed langzaam weg maar ik durf te zweren dat hij iets anders wilde zeggen. Iets hieldt hem tegen. En dat 'iets' was het leven die hij nu had. "Zal ik doen." Antwoorde ik.

Uiteindelijk stapte ik uit en keek ik toe hoe Adil weg reedt. Mijn ogen vulde zich met tranen en vielen over mijn wangen. Gauw veegde ik ze weg en bleef ik staan totdat Adil niet meer in zicht was. Ik realiseerde me amper dat ik nu vrij was en eindelijk kon gaan en staan waar ik wilde. Dus al met al liep ik richting de woning van mijn tante. Zij was wel de laatste persoon op aarde waar ik naartoe wilde gaan, maar op dit moment had ik geen andere keuze. Van de zenuwen kerfde ik mijn nagels weer in mijn handpalmen totdat het pijn deed. Een gewoonte die ik gekregen had na het overlijden van mijn moeder.

Haar naam is SophiaWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu