Deel 8

26 4 3
                                    

Mijn moeder is hier begraven.

In Nederland.

Ik heb mijn opa en oma geprobeerd te bellen maar niemand nam op. Ze waren vast nog verbitterd om wat er een tijdje terug was gebeurt. Ik weet dat mijn moeder in Marokko begraven wilde worden, maar ik wist niet hoe ik het moest aanpakken. Ik was alleen. Ik was zo verdrietig en heb elke dag sinds haar dood uren naar haar bed gestaard en alleen maar gehuild..

Ik ben officieel wees.

Alles was ineens zo anders. Zo kil. Deze wereld was niets voor mij. Ik had hier niks meer te zoeken. De pijn die er door mij heen ging was onbeschrijfelijk want ik was alleen. Zielsalleen. Ik had niemand meer om me heen. En al was ma ziek en kon ze niet veel. Ze was thuis. Zij wachtte me altijd op tot haar laatste adem.

En nu zit ik zoals afgelopen dagen met haar kleren in mijn handen. Ik rook eraan en ik hoopte dat ik haar geur niet zou vergeten. Ik wilde het niet vergeten...

De daaropvolgende dagen waren stil. Te stil. En niet meer in de zin van toen mijn vader er niet meer was. Dat was een fijne stilte, nee deze stilte was ondraaglijk. Ik kwam het huis niet uit en het leek alsof ik aan het wachten was totdat mijn moeder door de voordeur naar binnen zou komen. Gewoon zoals vanouds. Ze zou me aankijken. Haar tas wegleggen en haar armen zover mogelijk spreiden en me roepen naar haar toe te rennen. Ik zou er alles aan doen om dat moment weer mee te maken. Alles.

Twee weken later besloot ik de deur uit te gaan. Ik moest weer op zoek naar werk. De rekeningen stroomde binnen en het geld was bijna op.

Ondanks dat het super koud was leek de zon hoog aan de hemel ons te plagen met zijn warme zonnestralen. Ik had mijn jas aan en tas mee en liep de straat uit. Soms bleef ik even stil staan en realiseerde ik me ineens wat ik hier deed. Kon ik niet beter thuis blijven? Er was toch niets om voor te leven? Dan was ik maar dakloos! Het had geen zin! Het leven had geen zin! Ik voelde de tranen prikken in mijn ogen en leunde tegen een muurtje. Ik kwam tot het besef dat ik inderdaad naar huis kon gaan. Niets boeide mij meer. De enige die ik nog had was overleden..

Ik besloot om naar mijn moeders graf te gaan die hier niet eens in de buurt was. Het koste veel geld maar ik had tenminste een plekje op een islamitische begraafplaats kunnen bemachten voor haar. Marokko was haar wens, die wens kon ik niet vervullen helaas. Maar zo was ze wel dichtbij en met die gedachte trooste ik me..

Net toen ik weer verder wilde lopen hoorde ik een auto met gierende banden aan komen rijden. Ik keek achterom en de auto stond stil. Twee deuren vlogen open en ineens zag ik...

Is dat Kevin?

Ik schrok en mijn hart bonkte als een gek! Ik zette het op het rennen maar voordat ik het wist voelde ik een arm om mijn middel en een hand voor mijn mond. Ik schreeuwde en huilde en probeerde mezelf los te wrikken maar tevergeefs. Voordat ik het wist werd ik op de achterbank gegooid en kwam Kevin naast me zitten.

"Hi poppetje ino."

Ik keek in de ogen van Adil en hij glimlachte. "You can run, but you can't hide." Zei hij. Hij keek naar Kevin en gebaarde met één knik dat hij iets moest doen. Ik schudde mijn hoofd alsof ik elk moment zo het leven zou laten. Maar toen voelde ik ineens iets in mijn been. Weer die verdomde spuit!

Langzaam opende ik mijn ogen. Het was zo donker. Was ik al dood? Ik hoorde geluiden en werd ineens bang. Doodsbang.

Toen ik mijn ogen weer sloot en weer open deed realiseerde ik me dat ik iets voor mijn ogen had. Ik weet niet wat het was, alsof het stof was of iets dergelijks. Mijn polsen deden pijn en ik kon geen adem halen.

"Ik denk dat ze wakker is baas." Hoorde ik ineens ietje helder.

"Dat mocht verdomme tijd worden."

Ik voelde ineens twee handen om mijn armen en werd overeind getrokken. Iemand haalde datgene wat ik voor mijn ogen had weg en ik kneep mijn ogen dicht van al het licht dat mijn zicht moest verwerken.

Haar naam is SophiaWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu