| Deel 14

50 5 0
                                    

De hele rit naar het onbekende voor mij zwegen Adil en ik. De spanning was om te snijden en ergens had ik het gevoel alsof hij me niet geloofde. Als ik daadwerkelijk dat geld had, zou ik het toch allang al terug hebben gegeven?

"Je hebt het geld niet hé." Vroeg hij met zijn blik gefocust op de weg. Kon hij gedachten lezen? Mijn zenuwen waren al niet te verdragen maar nu heb ik het gevoel alsof ik elke moment in kon storten. Mijn zwijgen was voldoende antwoord voor hem. Hoofdschuddend vervolgde hij de weg naar de volgende bestemming.
We kwamen aan in een best rustige buurt. Een buurt die er in ieder geval heel anders uitzag als waar we eerder kwamen. Het was een vrijstaande woning die zo te zien flink beveiligd was. Hier en daar stonden wat beveiligers en de woning was omringd door een groot hek. Was dit een soort hoofdkantoor van al deze criminelen?

"Die kant" Zei Adil. Ik liep achter hem aan zoals ik het onderhand gewend was. Hij deed de deur van een kamer open en van schrik keek ik hem aan. Hij ontweek mijn blik en ik knipperde met mijn ogen. De motor van mijn lichaam die mijn hart moest voorstellen leek stil te staan. Voor mij zag ik een slaapkamer namelijk. Waarvoor hij diende wist ik wel, om te slapen hoopte ik diep van binnen. Maar perse zo'n kamer? Wat was hij dit keer van plan? Adil knikte met zijn hoofd richting de slaapkamer waarop ik met knikkende knieën de eerste stap nam.

Mijn lippen wilde iets zeggen maar ik durfde gewoon niet. Toen we eindelijk binnen waren sloot hij de deur dicht en voelde ik de tranen prikken in mijn ogen. De motor achter mijn borstkas leek bevroren en ik zou zo in tranen uitbarsten.

"Ik ga even bellen. Blijf hier."

Was dat alles? Moest ik alleen hier blijven en hoefde ik echt niets anders te doen? Mijn hemel, waarin ben ik beland! Met mijn -nog steeds- knikkende knieën liep ik naar het bed wat ook echt het enige was in deze hele kamer. Adil wilde net de deur uitlopen toen de deur ineens met een ruk openging. En toen ik hem zag kromp ik helemaal in elkaar.

"Wat doet zij hier?" Zei hij. Zijn stem klonk schor maar tegelijkertijd ook kalm. Hij klopte niet, niets aan deze man klopte. Ik ontweek zijn harde blik en keek enkel voor me uit naar de muur. Adil antwoorde zijn vraag niet wat maakte dat hij naar binnen liep en richting mijn kant op kwam lopen. Vluchtig keek ik hem aan. De spanning was om te snijden! Gisteren heb ik zijn vriend laten zitten en dat zal hij niet vergeten zijn neem ik aan.

"Verdwijn." Zei hij.

Ik stond ook meteen fier overeind. Die knikkende knieën leken weer ineens normaal te doen en mijn hart vulde zich weer met bloed waardoor ik niets liever wilde dan hem ontwijken en 'verdwijnen'. Kon ik maar verdwijnen! Toen ik naar Adil keek wenkte hij dat ik de deur uit moest. Die boodschap had ik al begrepen van zijn neef die ons alle zuurstof ontnam in deze kamer door zijn imposante aanwezigheid.

De ruime hal was voorzien van vele kamers. Wat zich achter die gesloten deuren afspeelde wilde ik niet weten. Ik vroeg me nog steeds af waarom Adil me hiernaartoe heeft mee genomen. En de grootste vraag die ik mezelf al tig keer stelde was waarom liet hij me niet gaan?

"Wat doe jij hier?".

Een bekende doch verschrikkelijke stem klonk achter mij. Toen ik zag wie het was trok ik mijn wenkbrauwen omhoog. Haar blik sprak boekdelen en haar ogen gleden langzaam over mij heen. Ze schudde lichtjes haar hoofd en kauwde kauwgom alsof het een koe was die vers gras toegeboden kreeg. Net toen ik mijn mond open wilde trekken om uit te leggen dat ik hier met Adil was riep ze zijn naam.

"Badr!!" Klonk haar echo door de hele hal. Ze keek me aan alsof ik een dief in de nacht was. De slaapkamerdeur voor mij ging open en Badr kwam naar buiten. Hij keek me aan en toen naar zijn vriendin. Adil volgde zijn neef en keek me aan. "Kom je?". Zei hij tegen mij. Ik wilde 'waar' zeggen en 'waarom' en ik wilde uitschreeuwen wat ik hier in hemelsnaam deed. Maar het enige wat ik nu wilde was zo snel mogelijk naar die slaapkamer rennen zodat ik zijn aanwezigheid niet hoefde te voelen.

Haar naam is SophiaWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu