Zoektocht

581 20 6
                                    

Roger.

We zaten in de vergaderzaal te bespreken waar de vrouwen zouden kunnen zitten. De eigenaar van het busje is een zekere Jeroen Verstraete. Hij heeft twee woningen en een serieus strafblad. We zijn met 14 agente dus ik splits de groep in twee zodat we elks naar een woning kunnen gaan. Deze zoektocht verliep makkelijker dan we dachten. Ook hebben we Mariane al terug gevonden. Nadat ik de ploegen verdeeld had ging iedereen zich klaarmaken om te vertrekken. Onderweg naar onze bestemming kreeg ik telefoon. 'Hallo met Roger?'
'Goedenavond meneer,  ik bel u in verband met meneer Buelens. Ik wil u meedelen dat hij er erg slecht aan toe is. Hij heeft heel veel bloed verloren en een van de kogels heeft net niet het hart geraakt. Er is weinig kans dat hij het zal redden.'
'Hoe groot is de kans dan?'
'Ik zou zeggen van de 100...een kleine 5% kans.'
' Dat je hem kan redden?'
'Ja. We zullen er alles aan doen. Maar zoals ik al zei...de kans is klein, heel klein.'
'Ja oke. Bedankt voor te bellen.' Ik legde af en zuchtte diep. ' Het was het ziekenhuis.' Zei ik tegen Patrick die me raar aankeek. ' Er is maar 5% kans dat Eric het zal halen.' Zei ik stil. Patrick kreeg geen woord over zijn lippen. De rest van de rit was het muisstil.

Floor

Ik werd wakker. Ik zat vastgebonden aan een stoel, zoals Brigitte en Tineke die naast mij zaten. Zij werden stilletjes aan ook wakker. ' We moeten hieruit geraken.' Zei ik. ' Ja maar hoe. Het minste dat we bewegen bloeden we door de touwen die te hard aangespannen zijn.' Zei Tineke. 'Die mannen zijn niet zo slim geweest. Ik heb mijn gsm nog. Floor kan jij erbij?' Vroeg Brigitte. Ik draaide mijn stoel zodat we rug tegen rug zaten en probeerde de gsm van Brigitte te pakken. Het lukte bijna, maar we hoorden sloten opengaan. Ik zette mij snel terug en deed alsof er niets gebeurd was. De vier mannen die ontsnapt waren kwamen binnen. ' Wie zijn jullie en wat hebben jullie tegen ons?' Vroeg ik. ' Wij hebben niks tegen jullie, maar iemand anders wel.' Zei één van de mannen. Er kwam nog een vijfde man binnen. ' Wel wel, wie we daar hebben.' Zei hij. Hij kwam dichter en stond voor mijn neus. Hij kwam me bekend voor, maar ik wist niet van waar. 'Herken je me niet meer Floortje?' Vroeg hij uitdagend. ' Of zou ik zeggen...stiefzus.' Zei hij. Brigitte en Tineke keken me vragend aan. ' Jeroen?' Hij knikte. ' Waarom betrek je hen hierbij?' Vroeg ik. ' Omdat ik je wil laten lijden en dat gaat alleen maar door hen te peinigen.' Zei hij. ' Je wilt mij laten lijden. Wel doe het, maar laat hen hierbuiten.' Zei ik. ' Maar Floortje. Als ik hen niet peinig of misschien wel vermoord dan lijdt jij niet.' Zei hij. ' Laat hen met rust alstublieft. Ze hebben een gezin. Ik niet. Vermoord mij dan, maar laat hen met rust.' Smeekte ik. Hij lachte gemeen. ' Je denkt dat ze jullie komen zoeken?' Lachte hij. ' Dat zullen ze.' Riep Brigitte. Jeroen richtte zijn wapen naar Brigitte. ' Gij moet eens goed luisteren he. Met u gezin is het afgelopen. Diene sukkel van een vent leeft niet meer.' Riep hij. De tranen stroomden over Brigitte haar wangen. ' Neem afscheid van elkaar, want morgen zien jullie elkaar niet meer terug.' Zei hij. Ze gingen met vijf naar buiten. 'Het spijt mij.' Snikte ik. ' Het is niet u fout Floor.' Zei Tineke. ' Jawel.' Ik keek naar Brigitte en zag haar wenen. Dat is ook wel normaal als je zoiets te horen krijgt. 'Komaan Brigitte. We moeten blijven vechten.' Zei ik. Ze knikte. ' Probeer mijn gsm terug te pakken.' Zei ze. Weer draaide ik me om. Na een tijd had ik eindelijk haar gsm te pakken. Ik gaf hem aan Brigitte en zette me terug recht. In de hoek van de kamer zag ik iets scherps liggen. Ik probeerde er naartoe te schuiven en het op te rapen. Het oprapen ging niet dus liet ik me vallen. Zo probeerde ik  het scherp voorwerp te pakken. Eindelijk had ik het voorwerp. Ik maakte daarmee mijn armen en benen los en hielp dan Tineke en Brigitte los te maken. Brigitte had een heel slecht bereik met haar gsm, maar ze probeerde toch de chef te bellen. Ik nam haar gsm over en belde met de chef.
' Hallo met Roger?'
' Chef. Help ons. We zitten ergens vast waar weten we niet. Ze willen Brigitte en Tineke vermoorden. Please kom ons redden.'
' Blijf aan de lijn. We traceren jullie.'
Zonder iets te zeggen bleven we bellen. ' Het is inorde. We weten waar jullie zijn. Hou nog even vol.'
Ik legde af en gaf de gsm terug aan Brigitte. ' We moeten ze proberen uit te schakelen. Die vier mannen stonden net meer naar achter. Dus Brigitte. Als jij sebiet zegt dat je ze niet gelooft gaat hij zijn wapen weer gebruiken. Ik probeer het af te pakken en probeer ze te overmeesteren.' Zei ik. Beiden gingen ze akkoord. Na tien minuten hoorden we weer gepruts aan de sloten. We zette ons snel terug alsof we nog vastgebonden zaten. De vijf mannen kwamen binnen. ' Hebben jullie afscheid genomen? ' Vroeg Jeroen. ' Ik geloof u niet. Eric is niet dood.' Riep Brigitte. En zoals gepland richtte hij zijn wapen naar Brigitte. Ik stond snel recht en nam het wapen af. Brigitte stond recht en sloeg Jeroen in het gezicht. We hadden alles onder controle tot dat die vier mannen hun wapens bovenhaalde. ' Dat is niet slim he dames.' Zei Jeroen uitdagend.

De buurtpolitieWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu