19.

324 26 1
                                    

Nova:

Het platform schiet omhoog en het licht verblind me bijna. In een reflex doe ik mijn handen voor mijn ogen, maar ik haal ze snel weer weg want dan kan ik de arena in me opnemen. Ik zie alle tributen gespannen naar de klok kijken. Ik tuur om me heen maar het licht is veel te fel om iets te zien. Als de gong gaat rent bijna iedereen naar de hoorn des overvloeds. Waar moet ik heen? vraag ik me paniekerig af. Snel ren ik naar een hoopje spullen. Daar liggen een mes en een slaapzak. Ik pak het mes stevig vast en duw mezelf weer omhoog. Dan staat er een meisje voor me. Ze richt de boog die ze vast heeft op mijn hart maar ik ben eerder en haal met mijn mes naar haar uit. Ze word geraakt en valt op de grond. Ze laat de pijl en boog uit haar handen vallen en ik neem die ook mee. Haar dood doet me verbazend genoeg niets. Verderop zie ik nog een rugtas liggen en die gris ik mee. Dan ren ik naar links, het besneeuwde bos in. Ik klim paniekerig in een boom die een stukje het bos in is. Alles is glad dus ik ga niet te ver. Als ik bijna bovenin de boom ben glij ik uit.

'Áaah!' gil ik maar ik weet me nog net op tijd aan een tak vast te grijpen en ik hijs mezelf weer op. Het schouwspel wat zich afspeelt bij de arena is gewoonweg gruwelijk. Daar had ik ook nog kunnen staan, bedenk ik me. Opgelucht haal ik adem. Ze zijn de druk bezig met vechten en hebben me niet gehoord, gelukkig maar. Ik trek een tak naar me toe zodat die misschien een beetje beschutting bied, maar hij flapt weer terug. Hopelijk zit ik net te hoog en kan niemand me zien. Ik probeer de arena te bekijken vanuit de boom. Ik zie als ik naar links kijk alleen maar besneeuwd bos. Rechts is het licht te fel en kan ik niks onderscheiden maar ik kan nog net een grot zien. Ergens tussen het felle licht en de sneeuw. Ik wrijf met mijn handen over mijn armen die in de dikke jas zitten. Het is vreselijk koud, maar ik heb er wienig last van door de dikke jas die ik aan heb. Toch worden mijn handen paars. Ik haal de slaapzak van mijn schouder af en maak hem open, misschien zit er wat in! En gelukkig zie ik er sokken in zitten die ik om mijn handen besluit te doen. Ik stop mijn handen in mijn wollen jaszakken en heb het gelijk al wat warmer. Wel beginnen er wolkjes uit mijn mond te komen, iets wat ik nog nooit heb gezien in mijn leven in het Capitool. Wat zou dat zij? vraag ik me gespannen af. Als ik eindelijk een beetje tot rust ben gekomen en bijna iedereen bij de hoorn weg is kan ik zeker zeven lijken zien liggen. 'BOEM!' hoor ik opeens knalhard. Ik hoor het zeven keer achter elkaar. Zeven doden. Dan besef ik het pas, ik heb net een meisje vermoord.

If we burn, you burn with us ~The Capitol games (NL) ~Finished~Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu