45.

296 19 4
                                    

Lecillia:

Ik verorber het maal dat voor me staat rustig. Ik zou het wel snel willen doen, maar ik heb ooit geleerd dat als je een hele tijd weinig eet en dan opeens veel en ook nog snel dat je daar heel misselijk van kan worden. Intussen prop ik wat eten en flesjes drinken in mijn rugzak. Altijd handig. Ik lijk de enige die daar aan gedacht heeft want de rest propt zich vol. Waarschijnlijk kotsen ze het later er weer allemaal uit maar dat moeten ze zelf weten. Ik voel de spanning hoog oplopen aan tafel. Niemand weet wat er gaat gebeuren als we vol zitten, wie er als eerste aan gaat vallen en hoeveel doden er gaan vallen. We zijn nog maar over met z’n zessen. Glamour, Jenelle, Valerie ik en de drie jongens. Twee ervan komen me vaag bekend voor maar de andere ken ik echt niet.

‘Hoe heten jullie eigenlijk?’ vraag ik plotseling. De jongens kijken geschrokken op maar dan ontspannen ze weer een beetje.

‘Ik ben Paco’ bromt de jongen die niemands hand vast hield.

‘En ik ben Anderson en dit is Austin’ Anderson heeft blond haar en wijst op de jongen naast hem.

‘Oké’ mompel ik. ‘Ik ben Lecillia trouwens.’ De jongens lijken niet erg geïnteresseerd. Ze tonen meer interesse voor hun eten, maar dat is ook best logisch, hier in de arena. Dan hoor ik het geluid van eerder die middag weer. Een hovercraft verschijnt opeens vlak boven ons en de wind die hij veroorzaakt laat mijn haar hard heen en weer waaien. Iedereen springt op en rent bang weg om hun wapens te pakken. Ik kan me echter niet bewegen en blijf stokstijf zitten. Wat is dit voor iets? Komen er straks mensen uit springen om ons te vermoorden, gaan ze iets op ons afschieten, of laten ze wilde beesten los uit dat ding? Ik heb geen idee, maar mijn hart begint wild te kloppen van de spanning. Dan zie ik iemand voor het raam bewegen van de hovercraft. Dat is, dat kan toch niet…. De klep gaat open en ik zie dat ik het goed had. Mijn moeder staat er. Effie Prul.

‘Liessie!’ brult ze. Ze ziet er vreselijk uit, ik heb mijn moeder nog nooit zo gezien. Ze is altijd zo verzorgd maar nu ziet ze eruit alsof ze dagen heeft gehuild. Naast haar staat een man. Haymitch. Ik herken hem omdat hij mentor was van district 12. Mijn vader. Hem heb ik echt nog nooit in het echt gezien dus het is nogal raar om te bedenken dat hij mijn vader is. Katniss staat naast hen en gooit een touwladder uit de hovercraft. Ze heeft een dikke buik. Is ze zwanger? Flitst door me heen. Waarom zou ze dat in godsnaam zijn? Ze is hooguit twintig! Paco springt op de touwladder en hij klimt snel omhoog. Ze zijn ons aan het redden! Dringt tot me door. Mijn moeder riskeert haar leven voor ons! Ik wil naar de touwladder toe rennen maar ik kan me nog steeds niet bewegen. Dan weet ik me los te rukken, maar ik zie dat Valerie al bezig is met het beklimmen van de ladder. Austin gaat achter haar aan en net als hij één voet op de eerste tree heeft hoor ik een vreemd mechanisch geluid. Uit de woestijn komen een soort reuze konijnen met belachelijk grote tanden. Dan dringt het tot me door. We komen hier waarschijnlijk niet allemaal levend uit. We moeten eerst die konijnenbeesten nog doden en dan moeten we hopen dat de hovercraft er nog is. Austin klimt vlug de ladder op en ik pak mijn werpsterren. Ik gooi er een paar naar voren en dat is net genoeg om twee konijnen neer te halen. Jenelle komt naast me staan met haar pijl en boog en ze richt een beetje onhandig op de beesten. Haar pijl raakt daarom ook geen enkel konijn.

‘Kan je eigenlijk wel schieten?’ vraag ik verhit. Jenelle schud haar hoofd er richt een nieuwe pijl. Lekker dan. Er zijn nog drie konijnen over en ze komen steeds dichter bij. Achter me hoor ik Anderson afschuwelijk schreeuwen. Dan vliegt de hovercraft voorbij en het laatste wat ik zie zijn mijn moeders ogen die me schuldig, bang en wanhopig aan kijken. Ze kan me niet redden. Ik moet hier alleen uit komen. Dan begint de wereld voor me te draaien en zie ik niks meer.

If we burn, you burn with us ~The Capitol games (NL) ~Finished~Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu