57.

191 16 6
                                    

Lecillia:

Met een hoop lawaai gaat de hovercraft naar beneden. We dalen steeds meer en mijn oren beginnen ervan te suizen. Benieuwd naar het uitzicht ren ik naar één van de weinige ramen in de hovercraft, maar dat idee hadden al meer mensen en iedereen drukt zich plat tegen de anderen om iets te zien. Nou ja, dan niet, als we beneden komen zie ik het ook wel. Ik ga even zitten op de ijzeren bank die aan de wand van de hovercraft gevestigd is. Sinds mijn naam getrokken werd is er zoveel gebeurd in zo een korte tijd. Hoe lang was het eigenlijk? Ik heb echt geen idee, mijn tijdsbesef is helemaal verdwenen na de boete. De voorbereidingen en zo, waar de interviews deel van waren, dat duurde misschien een week. De arena, hoe lang zijn we daar in geweest? Een week? Misschien twee? Het is allemaal echt wazig, ik ben het grootste deel ervan vergeten en dat is misschien maar goed ook. Flarden van wat in de arena is gebeurd weet ik nog heel helder, maar andere dingen zijn helemaal vervaagd. Maar dat is altijd zo toch? Veel mensen kunnen zich niet eens herinneren wat ze de vorige dag gegeten hebben. Ik ben zo blij dat ik niemand vermoord heb. Ik zal nog wel nachtmerries aan de arena blijven hebben, maar ik heb niemand vermoord en daardoor is het toch wat minder erg. Ik zal niet elke keer iemand in mijn dromen zien doodgaan voor mijn ogen door mijn hand.
‘Lieesieee’ een vrolijke stem laat me opschrikken uit mijn gedachtes. Mijn moeder komt met een onwijs grote glimlach aantrippelen. Er verschijnt een glimlach om mijn lippen. Als mijn moeder zo deed kon ik me daar altijd zo aan irriteren, maar nu vind ik het eigenlijk alleen maar leuk om te zien, wat heb ik haar gemist. Haar armen slaan zich om me heen en ik knuffel haar terug. Ik ben echt nog nooit zo blij geweest om mijn moeder te zien.

Ik zie de klep van de hovercraft langzaam zakken. Dat ding lijkt geen haast te hebben, maar ik ben zo benieuwd hoe het er buiten uit ziet. Waarom gaat het niet sneller? Ik kijk naast me. Valerie staat ook vol verwachting te kijken. Eigenlijk is iedereen wel benieuwd wat we te zien krijgen. Ik hoorde net dat er van boven heel weinig te zien was. Een paar wolken. Misschien is alles wel verdord en is er hier geen levend wezen te vinden. Misschien juist wel. Ik sta echt te trappelen van ongeduld en eindelijk zakt de klep helemaal omlaag en kan ik kijken.

We staan met onze hovercraft in een veld vol met bloemetjes. Het ziet er zo mooi en vredig uit. Ik durf niet de hovercraft uit te gaan, want het ziet er hier zo prachtig uit, als de rest van het land nou niet zo is, is het gelijk verpest. Anderson en Austin doen voorzichtig, hand in hand, een stapje naar voren. Dan lopen ze van de ijzeren klep af en zetten ze een stap op de grond. Op Europa. Ach wat, dat wil ik ook! Ik ben niet meer bang en pak mijn moeders hand. Samen met haar loop ik ook de klep af. De aarde zakt zacht onder onze voeten in. Ik wist niet dat het zo geweldig kon zijn om de aarde, echte zachte aarde onder mijn voeten te voelen. Voorzichtig komt iedereen de hovercraft uitgelopen. We lopen met z’n allen verder, het veld gaat nog een stukje door. Katniss heeft Willow in haar armen en fluistert een paar lieve woordjes tegen haar. Zover het veld zich uitstrekt lopen we door. Na misschien een kwartier lopen komen we aan bij allemaal huizen. Verwilderd kijken we om ons heen en lopen we er heen. Het lijkt een beetje op de winkels bij het Capitool, maar dan…. anders.

‘Hee kijk daar eens!’ hoor ik wat mensen van een afstand schreeuwen. Een groepje verbaasde mensen komt op ons afrennen. Dan besef ik waarom ze zo raar kijken, waarschijnlijk kijken we allemaal heel verwilderd uit onze ogen. Dan kijk ik omlaag langs mijn kleding en naar die van de anderen. De meeste van ons zijn helemaal vies en besmeurd met vuil of bloed. Als de mensen bij ons aan komen beginnen ze allemaal door elkaar te praten. Ze roepen verschillende dingen die ik niet begrijp. Mijn moeder zegt ‘Ze spreken verschillende talen’. Aha? Haymitch, mijn vader begint tegen ze te praten. Het is nog steeds raar dat ik mijn vader nu in het echt zie. Ik weet niet eens hoe ik hem nou moet noemen. Haymitch of papa? Ik heb echt geen idee. Maakt niet zo veel uit op dit moment, ik heb nog genoeg tijd om dit uit te zoeken. Ik weet niet wat hij allemaal tegen de mensen heeft gezegd, maar hij loopt achter ze aan en wenkt ons. De hele groep loopt achter hem aan. Nou oké, ze zullen hier toch niet zo erg zijn als in Panem? Tenminste, ik hoop het niet. We lopen naar een gebouw en gaan daar een zaaltje in. Er zijn allemaal dingen te zien, schilderijen, vazen, boeken en kleding. Wat is dit voor iets? Die vraag stel ik dan ook snel hardop. ‘Een museum’ antwoord een man. Mijn wenkbrauwen schieten omhoog. Nu weet ik het nog steeds niet, maar goed. Ik doe een stap naar achteren en loop per ongeluk tegen iets aan. Als ik opkijk zie ik dat er een vaas omlaag valt. ‘Nee!’ gilt een vrouw. ‘Niet de 500 jaar oude vaas!’ Ik kijk haar raar aan, wat is dit nou weer voor onzin. De vaas valt op de grond, maar gaat niet stuk. ‘Geeft niks Gera’ mompelt een man. ‘Gister was een groep van het Vladius college hier, dus de nep versies staan hier nog.’ De vrouw haalt opgelucht weer adem. Het begint hier steeds raarder te worden en ik begrijp er steeds minder van.

Haymitch gaat met een man en een vrouw mee naar een andere zaal en ze laten ons met een paar mensen achter. ‘En nu?’ vraagt Paco lichtelijk verveeld. ‘Jullie zouden hier kunnen rondkijken’ zegt een vrouw. Ik kijk in het rond. ‘Wat is daar precies het nut van?’ zeg ik. De vrouw kijkt me geschokt aan. 'Weet je niet wat een museum is?’ ze slaakt een verbaast gilletje. ‘Een museum?’ zegt Peeta vaag. Katniss begint een beetje rond te lopen en wiegt  Willow langzaam heen en weer. Mia gaat achter haar aan. ‘Weten jullie niet wat een museum is dan? Waar komen jullie vandaan?’ ‘Uit Panem’ zegt Austin. Nu is het de beurt van de vrouw om haar wenkbrauwen op te halen. ‘Panem is het deel wat nog over is van het continent wat vroeger Amerika genoemd werd,’ probeert Peeta de doel te verduidelijken. De paar mensen die nog in de zaal staan kijken ons vragend aan, maar niemand gaat er nog verder op in. Hier gaat waarschijnlijk niemand iets van begrijpen.

Na een tijdje elkaar een beetje vaag aan gestaard te hebben komt Haymitch terug. ‘Deze mensen hebben een huis voor ons geregeld, waar we nu heen kunnen,’ vertelt hij. Iedereen zit hem een beetje moe aan te staren. Als Haymitch vooruit loopt volgen we hem een beetje als een stel gekken. Het is tien minuten lopen naar het huis en als we er aankomen vertellen de mensen dat we ons er kunnen opfrissen en dan gaan slapen. Het liefste zou iedereen volgens mij gelijk op een bed vallen, maar we kunnen het niet maken met onze smerige kleren op de schone bedden te gaan liggen dus we proberen ons een beetje schoon te maken en trekken dingen die ze pyjama’s noemen aan en gaan naar bed. Als ik erin lig heb ik nog even tijd om na te denken. Deze mensen proberen ons niet te vermoorden en zijn aardig. Dus ik denk dat we hier wel kunnen blijven.  Ik ben nog in leven, de mensen die het meeste om me geven zijn bij me. Alles komt goed.

Nou, dat was het dan. Dit is het normale einde. Of ik nog een ander einde ga schrijven weet ik niet, want ik vond dit al moeilijk genoeg eigenlijk. Vertel maar wat je er van vind in de comments :) 

If we burn, you burn with us ~The Capitol games (NL) ~Finished~Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu