53.

211 16 0
                                    

Glamour:

Mijn wonden beginnen te herstellen en ik voel me langzaamaan steeds beter. De anderen werken hard aan de gang in de grot. Hij wordt steeds dieper en het ziet er goed uit. Ik denk dat ik wel weer zou kunnen helpen, maar ik ben toch nog een beetje ergens een luxe kindje uit het Capitool. Ik heb het idee dat de mensen die nog over zijn in de arena niet super Capitool achtig zijn. We zijn allemaal wat anders, misschien is dat de reden waarom we nog over zijn. Dat wij niet gelijk als we een boom zien het uitgillen. Dit voorbeeld klinkt best wel idioot, maar in het Capitool hebben we geen bomen. Ten minste geen echte. We hebben daar alleen maar hoge gebouwen en rechte felgekleurde huizen. Er zijn bijna geen bomen. Misschien een paar, maar die zijn zo bewerkt dat ze wel plastic lijken. Op tv is altijd de parade van de hongerspelen. Dan zie je maar een klein deel van het Capitool. Je ziet dan een lange weg met allemaal strakke grijze gebouwen ernaast, maar achter al die gebouwen zijn nog hele woonwijken die niemand uit de districten ooit ziet. Er zijn grote winkelcentrums, spelletjeshallen en woonwijken. In de woonwijken staan veel luxe villa’s in vreselijk veel kleuren. Mijn probleem is dat mijn lievelingskleur zwart is. Te veel kleur kan ik niet uitstaan! Daarom hoorde ik niet helemaal thuis in het Capitool denk ik. Ik word opgeschrikt uit mijn saaie gedachten door een schreeuw van Anderson. Ik wil opspringen als ik het hoor, maar dan slaakt Jenelle een vrolijk kreetje en roept Lecillia: ‘Ik zie lucht! Glamour we zijn er doorheen!’ Ik spring alsnog op en ren erheen. En inderdaad er is een klein streepje lucht te zien door het kleine gat. Ik pak een schep op en ram hard tegen de muur. Ik doe dat een paar keer en het zweet loopt me al over mijn voorhoofd, waarschijnlijk omdat ik vandaag en gister alleen maar heb gelegen. Nog één keer duw ik tegen de muur en dan word het gat groter. De anderen beginnen ook weer tot het een groter gat is, maar door het gat komt water. Water? Dom en onwetend probeer ik het gat groter te maken, maar daardoor begint er een grotere hoeveelheid water de grot in te stromen.

‘Snel doorhakken meiden’ zegt Anderson. Hij heeft grote zweetplekken onder zijn armen zitten, goor. We blijven doorhakken, maar de grot loopt langzaam onder.

‘Moeten we niet vluchten of zo?’ vraag ik bang. Anderson schud zijn hoofd.

‘Als we dat doen komen we er zeker niet uit. Dan hebben we alles voor niks gedaan en dan moeten we elkaar vermoorden. Hebben jullie daar soms zin in?’ Hij kijkt ons vragend en tegelijk kwaad aan, maar wij zwijgen. Hij weet ons antwoord al. Dat willen we niet. We blijven hakken en na een tijdje is de grot bijna helemaal gevuld met water. Ik hap naar adem, maar er is steeds minder ruimte en zuurstof. Angstig kijk ik de anderen aan. Ze slaan om de beurt nog tegen de muur en we blijven watertrappelen. Of iets wat er op lijkt. Het word steeds benauwder en we hebben bijna geen zuurstof meer. Dan word de wereld heel wazig en daarna word alles zwart…

If we burn, you burn with us ~The Capitol games (NL) ~Finished~Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu