Sweet Sixteen

3.4K 68 6
                                    

    'Gefeliciteerd, Violet.' fluistert mijn broertje moeizaam. De grote dorpsklok op het plein is nog bezig met het aankondigen van het begin van een nieuwe dag, maar ik ben niet blij. Waar is hij? Hij had me wat belooft.

Precies een jaar eerder.

De maan scheen al hoog aan de hemel toen een koude rilling over mijn rug liep. Het hele plein werd in een spookachtig licht gezet. Ik stond onder de klokkentoren, die zich aankondigde door twaalf keer te slaan. Nog een rilling. Het plein fluisterde woorden die ik niet kon verstaan. Een gil vlakbij. Hij is hier. Je hoort hier niet te zijn, Violet. Ga terug. Ik hoorde een kind huilen uit één van de huizen om het plein. Ik had me al omgedraaid toen een koude adem langs mijn nek gleed. 'Waar gaan we heen, vioolmeisje?' Ik draaide me om. Daar stond hij. Riley Duivelszoon, zoon van Satan en een verdoemde maagd. De meesten kennen hem ook wel als de Dood. 'Wil je terugkrabbelen?' Om zijn lippen lag een spottende grijns. 

     Ik rechtte mijn rug en probeerde er nonchalant uit te zien. 'Waarom zou ik?' 

    Hij negeerde mijn vraag en haalde iets achter zijn rug vandaan. Het was een viool van zwart hout. Hij stak het naar me uit. 'Speel.'

    'Je hebt me al horen spelen. Waarom?' Ik staarde naar de viool in zijn handen.

    Riley rolde geërgerd met zijn ogen. 'Omdat ik het zeg.' Ik wist dat ik deze discussie niet zou winnen, hoelang ik ook zou blijven doorzeuren, dus pakte ik de viool aan. Zijn koude vingers streken kort langs de mijne, en het voelde alsof duizenden kleine ijspegels zich in mijn huid boorde. Snel trok ik mijn hand terug. Riley vouwde zijn handen weer op zijn rug en wachtte ongeduldig. Het vertrouwde gewicht van het hout rustte op mijn schouder, maar ik kon mezelf er niet toe zetten om een noot te spelen. De Dood gromde en opeens stond hij voor me. Zijn hand om mijn keel tilde me een stukje van de grond. Ik probeerde me los te rukken, en tegelijkertijd de viool vast te houden. 'Luister goed. Ik hou niet zo van wachten, en ik zou niet willen dat ik deze deal heb gesloten om alleen jouw nek om te draaien.' Siste hij kil in mijn oor. 'Dat zou zonde zijn.' Hij liet me weer los, waardoor ik met een smak op de vochtige kasseien landde. Ik hapte naar adem. Toen ik opkeek zat hij op een stadsbankje. Ik stond op en legde de strijkstok stijfjes op de snaren. Trillend kwam de muziek tot leven. Angstig keek ik naar Riley, die me strak aankeek. Zet de angst van je af, of je maakt hem nog boos. Ik sloot mijn ogen en drukte mijn angst van me af. Ik voelde hoe de muziek opleefde onder mijn kin. Riley kreunde ergens dichtbij. Ik kneep mijn oogjes tot speeltjes. Hij zat met zijn ogen dicht op het bankje, zijn handen op zijn knieën. Even was hij een gewone jongen. Menselijk en niet angstaanjagend.

    Ik verloor mijn concentratie en een valse noot volgde. Riley' ogen vlogen open. Satans zoon was weer terug. Ik legde de stok weer goed op de viool, maar Riley stak zijn hand op. 'Ik heb genoeg gehoord.' De viool veranderde in een berg zwarte veren, die werden meegevoerd door de kille wind. Riley stond op en trok zijn jas recht. 'Ik zie je over een jaar. En zorg dan tenminste dat je dan wel genoeg concentratie hebt om een stuk te spelen.' zei hij monotoon. 

    'Wacht!' In een opwelling legde ik mijn hand op zijn arm. Hij staarde naar mijn bleke huid. Snel trok ik me terug. 'Je houd je toch wel aan de afspraak?'

    Zijn mondhoeken trokken samen tot iets dat ik beschouwde als een glimlachje. 'Wezens uit Ergens kunnen niet liegen.' Ik wilde al weg lopen als zijn stem me na riep. 'O en nog een gefeliciteerd!' Met die woorden trok hij zich terug in de schaduw.

     'Gaat het wel met je?' Mijn broertjes stem trekt me terug uit mijn gedachtes. Ik kijk naar mijn handen. Ze trillen, en mijn rug is bedekt met een laagje zweet.

      Ik forceer een glimlach. 'Ja, alleen een beetje nerveus.' Mijn broertje probeert te glimlachen, maar als merkt dat hij de kracht er niet voor heeft geeft hij het op. 

        Vermoeid sluit hij zijn ogen. Minuten verstrijken. Ik wil opstaan om hem te laten slapen, maar dan vliegen zijn ogen open. 'O ja! Ik heb nog een cadeautje voor je.' Hij strekt zijn hand uit en wijst naar de uithoek van zijn kamer. 'In de la.' Fronsend loop ik op het kastje in de hoek af en trek de bovenste la open. De la is leeg, op een paar foto's en een doosje na. Ik pak het doosje. Een zilveren ring word onthuld als ik de deksel eraf haal. Ik haal hem eruit en bekijk hem goed. Het doorzichtig steentje met een paarse gloed houd mijn blik vast. In het steentje, bijna ontzichtbaar door de paarse gloed zit de letter S. 

        Ik draai me om met tranen in mijn ogen. 'O Simon.' Ik werp me in zijn dunne armen. Nog op het bed liggend slaat hij zijn armpjes om me heen. Mijn handen strijken over zijn rug, en ik voel zijn ribben duidelijk zitten. Wat is hij mager. Ik trek me weer terug en veeg de tranen van mijn wangen. 'Dit had je echt niet hoeven doen.'

       'Dat weet ik, maar ik wou je bedanken voor alles.' Hij glimlacht droevig. Ik schuif de ring om mijn vinger.

         'Ik zal hem voor altijd dragen.' Maar Simon hoort me al niet meer. Met zijn mond open is hij in slaap gevallen. Ik grinnik en dek hem toe, voordat ik de deur sluit om zelf ook nog wat te slapen.

Als ik weer wakker word staan mijn ouders, mijn oom en mijn grootouders naast mijn bed. 'Happy birthday to you, happy birthday to you!' Ik glimlach. Mijn moeder zet een dienblad op mijn nachtkastje neer. De geur van vers gebakken brood en spek komt me tegemoet. 

      Mijn oma trippelt naar voren en duwt een groot cadeau in mijn handen. 'Omdat ik hoorde dat je viool stuk ik.' Ik scheur het papier eraf. Een kartonnen doos blijf over. Ik graai er met mijn handen doorheen totdat ik iets hards voel. Ik haal de viool uit. Het is een prachtige Klier 68 Concert Viool. Tranen schieten weer in mijn ogen en ik omhels mijn grootouders.

      'Dank jullie wel!' Mijn oom geeft me een wat kleiner pakje. Het is een leesboek. Ik druk een kus op zijn stoppelige wang. 

       Als laatste geven mijn ouders me een pakje. De inhoud is zacht, en ik frons. Een stukje donkerblauwe stof piept uit het papier. Als ik het papier er vanaf heb gehaald zie ik wat het is. Een donkerblauwe strapless jurk. Ik stap uit bed en hou de jurk een stukje voor me uit. Het lijfje is nauwsluitend met zilveren knoopjes in het midden, terwijl de wijd uitlopende, lange rok iets lichter van kleur is met verschillende rokken eroverheen. Mijn jurk voor het Herfstbal. 'Vind je hem mooi?' vraagt mijn moeder gespannen.

        Ik draai me om en knuffel haar. 'Prachtig.' Haar schouders beginnen te schokken. 'Mam wat is er?'

        Ze houd me een stukje van haar af. 'Je word zo snel groot.' Ze veegt haar wangen af aan haar mouw. 'Mijn kleine meisje is een vrouw.' 

         'Mam, straks moet ik ook nog huilen.' Maar het is al gebeurd. Dikke tranen rollen over mijn wangen. Mijn familie omringt ons en slaat hun armen als vleugels om ons heen.

         Zo blijven we even staan, totdat mijn oom zich terugtrekt en me aanstoot. 'Straks word je ontbijt nog koud.' Ik pak het dienblad en ga op bed zitten. Mijn familie glimlacht en verdwijnt dan naar beneden. Eventjes tijd voor mezelf.

        Na het heerlijke ontbijt van gebakken ei met spek, brood met jam en koffie, verruil ik mijn nachthemd voor mijn lievelings shirt en een spijkerbroek. Niet erg feestelijk maar oke. Ik kam mijn haar uit en bind het in een simpele paardestaart. Met een beetje make-up op en mijn nieuwe viool in de hand ga ik naar beneden. 

           De rest van de dag bestaat uit cadeautjes openen, gasten ontvangen, taart eten en lachen, maar telkens als ik ergens een deur hoor dichtslaan hoop ik dat het mijn broertje is, gezond en wel. Ik ben in gedachtes verzonken als tante Marie me aankijkt. 'Speel eens iets op je viool.' De rest van de gasten knikken instemmend en moedigen me aan. Ik glimlach en ga staan bij de deur naar buiten, waar iedereen me kan zien. Iedereen luisterd adembenemend als ik begin te spelen. De klanken van Chopins Nocturne Op. 9 No. 2 stromen door de kamer.

      Ik zie hoe mijn moeder opstaat en naar boven verdwijnt. Ik besteed er niet echt veel aandacht aan. 

      Een gil van boven. Mijn strijkstok glijd van de snaren en komt met een gekletter op het laminaat.

     

1: Valse belofteWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu