Ergens

1.3K 69 8
                                    

De zwarte tunnel krijgt vorm. Boven me verschijnt een donkergrijze hemel, te donker voor deze tijd van het jaar. Bogen van rozenstruiken met doorns zo groot als mijn onderarmen strekken zich voor ons uit. De ranken lijken te bewegen.

    Rileys hand, die nog steeds om mijn middel ligt, duwt me mee onder de ranken door. Hij kijkt me aan, alsof het hem spijt dat hij me hardhandig heeft weggerukt bij mijn familie. Ik kijk hem vernietigend aan, maar doe geen moeite om zijn hand weg te slaan. Misschien is hij een verschrikkelijke klootzak, hij is misschien de enigste die me kan helpen overleven hier.

   Ik herken dit. Ik ben wel eens eerder in Ergens geweest. Iets minder als 7 jaar geleden. Toen ik overleed bij een auto-ongeluk.

  'Denk je aan de laatste keer dat je hier was?' Zijn ogen, gitzwart als de rozen boven ons, kijken me nieuwsgierig aan. Ik kijk niet op, dat is niet nodig.

   'Ja.' geef ik toe. Mijn leven had ik deels te danken aan hem. Als hij de rest niet had overtuigd van mijn waarde was ik nu dood. Zijn koude hand wrijft over mijn onderrug, en ik ril. Ik zal nooit wennen aan die kou. Het is niet vervelend of bijtend. Niet zoals verse sneeuw of als je je hand tegen een ijsblokje aanhoud. Het is eerder... alsof er een grote hoeveelheid elektriciteit in schokjes door je aderen heen gaat. 

     Rileys kasteel strekt zich voor ons uit. Het lijkt meer op kathedraal uit een horrorfilm dan een kasteel. Een zwart stenen gebouw, inclusief zuilen in de vorm van de afschuwelijkste beesten die ik ook heb gezien en deuren met daarachter moordenaars als Hannibal en It. 

       De grote zijdeuren van donker eikenhout zwaaien voor ons open. Rileys gezicht betrekt en hij trekt zijn hand van mijn rug. Pfft, meneer Perfecte Arrogantie, doe maar weer stoer. Ik schep zo veel mogelijk ruimte tussen ons in als we naar binnenstappen dat ik bijna aan de andere kant van de brede gang loop. Achter me zijn de deuren nog open. Ik zou kunnen ontsnappen..

      'Zet dat maar uit je hoofd, Viola.' mompelt Riley nukkig. Alsof de wachters zijn woorden kracht willen bijzetten, sluiten de deuren zich achter ons. Daar gaan mijn kansen.

      Ik kijk woedend naar Riley. 'Blijf uit mijn hoofd, gladjanus.' snauw ik hem toe. Hij steekt afwerend zijn armen in de lucht. Hij bedoeld het als grapje, maar toch vernauwen zijn ogen zich geïrriteerd. Het liefste wil ik mijn tas tegen zijn kop aan gooien. 

        'Hoogheid!' Twee tengere gedaantes rukken zich los uit de schaduwen. 'Hoogheid!' Ze komen dichterbij. Ik schiet achter een reusachtige zuil. 'Welkom terug, majesssteit.' 

        Riley glimlacht niet als de bosnimf voor hem knielt. Waar is de andere.. 

       'Boe.' Een gezicht met gele ogen is een paar centimeter van me verwijderd. Ik schreeuw het uit en trek een sprintje naar Riley. Geschrokken klamp ik me aan zijn rug vast. 

        Een grom stijgt op. 'Rona! Rano!' De twee bosnimfen krimpen ineen onder Rileys gebulder. Met hangende schouders lopen ze naar ons toe. Ik heb liever dat ze op afstand blijven. Rileys koude handen grijpen de mijne en hij trekt me achter mijn rug vandaan, waardoor ik bijna over mijn eigen tas struikel. 

     De bosnimf met het wat ronder gezicht wijst met grote ogen naar me. 'Isss dat een.. toetje.' Ze glimlacht hongerig, waardoor er twee rijen met scherpe tanden zichtbaar worden. Ik knijp Rileys hand fijn, hij kijkt alleen maar geërgerd op me neer.

     Nee, ze is een burger van Ergens.' Even is het stil. De bosnimfen kijken hun koning verward aan.

     De andere bosnimf begint spottend te lachen. 'Ik wil niet gemeen doen, heer, maar de ressst zal haar opeten.' Ze kijkt naar me alsof ze zelf ook wel een hapje wil. Haar haar, zo rood als herfstbladen, wapperd om haar gezicht heen alsof het waait. 

1: Valse belofteWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu