Diep vanbinnen

954 52 4
                                    

Ik word wakker met de geur van kaneel in de dekens. Als ik mijn neus in mijn kussen duw om de geur op te snuiven ben ik wakker. Gisteren staat op mijn netvlies gebrand. 

    Het afkicken was geen goed plan geweest. In het begin lukte het nog wel, toen ik nog energie in me had zitten, maar op begeven moment werd ik letterlijk gek. Alles begon ik als een slachtoffer te zien. Ik had ongelovelijke honger, maar hoe vaak ik ook at, het verdween niet. Uiteindelijk ben ik eten gaan weigeren om contact met de buitenwereld te mijden. Ik heb het nog best wel lang volgehouden, maar als Riley er niet was geweest was ik nu dood geweest, of was mijn ziel in tweeën gespleten zoals bij Elizabeth was gebeurd. 

     Riley. Zijn naam brengt me bij gisteravond, toen ik me net gevoed had en in shock verkeerde. Niet diep genoeg om te weten wat er allemaal gebeurd is. Toen hij me waste.. Er was helemaal niks seksueels aan. Ik kon zijn bezorgdheid voelen, dat hij niet wou dat ik dood zou gaan. 

    Ik kijk naar de plek naast me, waar hij me heeft vastgehouden en heeft getroost. Ik weet niet wanneer hij weg is gegaan, maar toen ik in slaap viel was hij er nog. 

     Ik stap uit bed, haal een kam door mijn haar en trek een lekkere zachte badjas aan. Ik weet precies waar Riley is. Het is rustig in de gangen, ook al is het al bijna middag. De wezens die ik tegen kom, kijken me aan met een mengeling van angst en medelijden. Ik merk dat ze aan mijn aanwezigheid beginnen te wennen. Ik ben niet langer dat vreemde mensenmeisje dat zo betoverend viool kan spelen. Ze zien me als.. een een gelijke bijna.

    Moeiteloos glip ik door de spleet in de muur. Door al dat niet eten ben ik flink afgevallen. Maar ik maak me niet zo veel zorgen, ik hoef er niet veel aan te doen om aan te komen. 

    De deure nvan Riley's muziek kamer staan weer wagewijd open. Ik zie hem achter zijn piano zitten, zijn lichaam over de toetsen gebogen. De zon die door de ramen schijnen zetten hem in een engelachtig licht. De engel des Doods. Het boeit niet meer hoe ze hem noemen. Ik zie hem als Riley.

    'Goedemorgen.' Riley schrikt op uit zijn concentratie en glimlacht een beetje terughoudend als hij me ziet. 'Moet jij niet in bed liggen?' vraagt hij met een scheve grijns. 

     'Ook hallo. Ik voel me goed, bedankt.' schiet ik in de verdediging. 

    Riley schuift op, zodat ik naast hem kan plaats nemen op de kruk. 'Sorry. Ik ben alleen bezorgd.'

    Mijn wenkbrauwen schieten omhoog. 'Jij? Bezorgd?' Riley rolt met zijn ogen. Ik grinnik en por hem in zijn zij. Hij lijkt een beetje verontwaardigd.

     'Ik ben blij dat je zo vrolijk bent. Ik schrok me gisteren rot toen ik je half dood vond.'

     'Tja. Zo snel kom je niet van me af.' grijns ik. Riley grijnst terug en legt zijn handen weer op de toetens. Ik luister gebiologeerd toe hoe hij een deuntje speelt. Ik herken het vaag. Zijn handen glijden over het ivoor, één met de toetsen. Nu snap ik wat mensen bedoelen als ze me om mijn vioolspel prijzen. Het is alsof je word opgeslokt, al je zintuigen uitvallen behalve je gehoor. De wereld die je kent valt uit elkaar. Er is niks, maar alles tegelijk. 

    Als hij klaar is trekt hij zijn vingers langzaam van de toetsen, alsof hij bang is om los te laten. 'Vivaldi. Ken je die?' Ik knik. Mijn moeder luisterde soms naar Vivaldi, als ze stress had op haar werk. Samen met een kop thee deed het wonderen.

     Met een schok ontdek ik dat ik thuis niet eens mis. Eigenlijk voelt het niet meer als thuis. Toen ik in de menselijke wereld was voor mijn broertjes begrafenis voelde het al zo anders aan, als een vreemd land. Als Riley mijn blik ziet worden zijn ogen weer bezorgd. 'Voel je je goed?'

1: Valse belofteWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu