Hoofdstuk 12

153 13 4
                                    

Eva pov

'Ik... Ik denk het ook,' zegt Esmee zacht. Ik glimlach. 'Voor de zekerheid kan je met Ilse een DNA test laten doen in het ziekenhuis, maar er is geen twijfel over mogelijk dat jij Ilse's moeder bent. Jullie lijken veel op elkaar,' zeg ik. Esmee glimlacht. Dan gaat mijn telefoon. Het is Wolfs. 'We moeten terug,' zeg ik. Esmee knikt en we lopen terug naar het restaurant waar we Wolfs, Sanne en Ilse hebben achtergelaten. 

'Hey, meid.' Esmee gaat naast Ilse op een stoel zitten. Ik glimlach. Ilse kijkt Esmee aan. 'Ik moet je wat vertellen...' begint Esmee. 'Wat dan?' Ilse kijkt Esmee lief aan. 'Ik weet wie je moeder is.' 'Heb ik een moeder?' Ilse's ogen worden groot. 'Ja...' Esmee kijkt mij even aan voor hulp. Ik knik ten teken dat het goed is. 'Ik... Ik ben je moeder,' zegt Esmee zacht. Ilse's ogen worden nog groter. 'Dat is leuk!' roept ze. Ik glimlach. Ilse slaat haar armen om Esmee heen en geeft haar een dikke knuffel. Esmee geeft Ilse een knuffel terug. 

Rond half zes mogen we naar huis. Ilse wilde met Esmee mee naar huis. Esmee heeft Ilse opgetild en haar dicht tegen zich aangetrokken. Ik glimlach. Het is zo'n schattig gezicht. Moeder en dochter zijn herenigd. Het doet me gelijk denken aan mijn eigen moeder. Het doet me ook denken aan Elena's woorden. Op vakantie heeft Elena ons vertelt dat ze de zus is van de moeder van mij en Sanne. Zou onze moeder echt nog leven? Ik besluit dat ik het Elena vanavond ga vragen. Ze sliep een paar dagen bij een vriendin van haar, maar zou vanavond weer in de Ponti komen wonen. Ik kan niet wachten om haar te spreken. Ik moet het weten. Ik moet weten of onze moeder nog leeft. 






The most inportant thing in her life (NL)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu