H21.

1.3K 56 7
                                    

Eva

Ik werd wakker van zacht geklop op de deur. Kreunend trok ik de deken hoger op en rolde op mijn andere zij. Het kloppen werd iets harder en de deur ging op een kiertje open. Wolfs verscheen om de hoek en keek mij, turend in het donker aan.
'Sorry, maak ik je wakker?' vroeg hij zacht. Wrijvend in mijn ogen kwam ik wat overeind. 'Nee.' Loog ik en liet mijn ogen over de wekker glijden.
'Wat is er?' Vroeg ik toen Wolfs twijfelend in de deur opening bleef staan. Het licht afkomst van de gang wierp zijn stralen de kamer in en omvormde de contouren van Wolfs zijn voorover gebogen lichaam. Kleintjes stapte hij naar binnen en deed de deur zachtjes achter zich dicht.
'Uhm. Je zei toch laatst dat...dat als er iets was, ik altijd naar je toe kon komen. En dat ik je alles kon vertellen?'
Ik knikte. Dat had ik inderdaad gezegd. Niet wetend dat hij dan midden in de nacht voor mijn kamerdeur zou staan. Maar goed. Ik was dan wel moe, ben nog altijd boos op hem en wilde graag slapen, maar een belofte is een belofte.
'Vertel.' Knipte ik het nachtlampje aan en ging tegen het hoofdeinde van het bed zitten. Wolfs nam plaats op de rand van het bed en keek verlegen in zijn schoot. Zijn schouder voorovergebogen. Zijn houding geborgen. Het was haast zielig om hem zo te zien zitten. Iets waar ik, ondanks mijn boosheid, niet tegen kon. Ik vond het niet leuk om hem zo te zien. Er zat hem iets dwars, dat kon niet anders. Ik zag het.

'Het gaat slecht met Fleur.' Begon hij na een tijdje met praten. 'Ze weten wie ze is en daardoor word ze bedreigd. Twee weken geleden had ze zich zelf van het leven willen beroven. Weet je dat nog?' Slikte hij. Zijn stem sloeg over. Ik knikte enkel. Natuurlijk wist ik dat nog. Hoe kon ik dat nou vergeten zijn. Hoe kon ik de dochter van mijn partner die zichzelf van het leven had willen beroven, nou vergeten. Niet alleen Wolfs was aangedaan door het nieuws. Ik was net zo erg geschrokken. Arme Fleur de wanhoop moest haar wel naar het hoofd gestegen zijn. De gevangenis is ook helemaal geen plek voor die meid. Daar is ze te lief voor, even die moord wegelaten.
'Ik heb gevraagd hoe dat kon. Of ze beter op haar wilde letten en de andere meer in de gaten wilde houden, maar ze zijn blind. Fleur wilde helemaal geen zelfmoord plegen.' keek hij me aan. De tranen blikte in zijn ogen. Zijn lippen trilden.
'Niet?' vroeg ik zachtjes, hopend dat dit waar zo zijn. 'Nee. Ze wordt bedreigd Eef. Vande week...' Snoof Wolfs. 'Vande week hebben ze haar weer iets willen aan doen en weet je waarom?' Ik bleef stil. Ik had wel een idee maar hield mijn mond.
'Omdat daar 4 vrouwen zitten die wij samen hebben opgepakt. Ze weten Fleur 's ware identiteit en nu willen ze wraak op mij nemen door mijn dochter iets aan te doen.' Ik slikte. Wolfs wende zijn blik van mij af en staarde naar de vloer. Zijn schouders beefden en stonden nog steeds even krom en voorovergebogen als net. Misschien zelfs iets meer. Ik veerde op en kroop naar hem toe. Wolfs wreef in zijn ogen en haalde gecontroleerd diep adem.
'Ze willen haar vermoorden. Ze zit daar helemaal niet veilig. Ze moet daar weg. Het is niet eerlijk. Het is verdomme NIET eerlijk.' Hief hij zijn stem en stompte boos zijn hand in het matras. Na twee flinke klappen op de zachte instantie uitgeoefend te hebben, brak hij. Een wanhopige kreun verliet zijn mond. Hij kroop ineen en liet zich als een klein bolletje , huilend op het matras vallen. Geschrokken keek ik naar de gebroken man voor me. Verscheurd door het verdriet, de zorgen en de angst. Ik wist dat het slecht met Fleur ging. Maar dat haar leven bedreigd word had ik nooit durven raden.
Wolfs snikte en huilde. Zijn schouder beefde. Ik ging meer naast hem zitten, legde mijn armen over hem heen en liet mijn vingers kalmerend over zijn huid strelen. 'Kunnen we niet iets doen?' Mijn vraag liet Wolfs overeind veren. Hij ging weer zitten. Wreef de tranen uit zijn ogen en rechtte zijn rug.
'Nee, ik weet het niet. Ik heb het iedereen al gevraagd maar niemand kan me helpen. Of wilt me helpen.' 'Ook Mechels niet?' Wolfs schudde zijn hoofd. 'Zij stuurt me door naar Bols, en Bols stuurt me weer door naar de gevangenis. Om me daar uiteindelijk weer terug te laten sturen naar Bols. Als er iemand is die mij kan helpen dan is hij dat. Alleen vertikt hij het om iets voor mij te doen.' Ik beet op de binnenkant van mijn wang. Dat Wolfs en Bols elkaar niet mogen wist heel het bureau. Het was overduidelijk. Alleen al de blikken die ze elkaar soms toe wierpen, straalde een en al afkeer uit. Maar het zou toch niet waar zijn dat hierdoor Bols vertikt die meid te helpen. Doet hij dat alleen maar om Wolfs dwars te zitten. Dat zou toch wel niet.
Ik liet mijn mening maar rusten. Wetend dat dat nu niet een onderwerp was om aan te snijden. Het zou Wolfs alleen maar bozer maken, vervelender laten voelen en meer verdriet omhoog brengen. Morgen zouden we het wel samen gaan vragen. Ik wilde het uit Bols' eigen mond horen.
'Hoe lang weten ze het eigenlijk al.' Duidend op Fleur 's situatie. 'Een tijdje.' Antwoorde Wolfs snikkend. Geschrokken keek ik hem aan. Wolfs beet op zijn lip en liet zijn blik zakken. 'Al een tijdje dus. Maar waarom heb je dan niets gezegd?' Wolfs haalde zijn schouders op.
'Ik bedoel. Als ik dit gewetend had, dan had ik er meer voor je kunnen zijn. Dan had ik wat meer begrip voor je drinkgedrag gehad.' Nog steeds van mening dat hij het niet moest doen. Natuurlijk. Maar ergens kon ik het dat dan wel begrijpen. Dan wist ik wat er in hem omging. Ik wist niet dat zó erg was.

In het beetje licht zag ik de tranen glinsteren in zijn ogen. Ze stroomde over zijn wangen naar benden en vormde donkere plekken in zijn nacht shirt.
'Wat moet ik nou doen?' Zuchtte hij wanhopig. Met tranen in mijn ogen keek ik hem aan. Ik wilde hem troosten. Zeggen dat ik het juiste antwoors had. Maar ik had het niet. Sterker nog, ik hag geen idee. 'Ik weet het niet.' Fluisterde ik zachtjes.
Wolfs begon harder te huilen. Alsof ik zijn laatste hoop was. Alsof hij er vanuit ging dat ik zou weten wat te doen. Maar nee.
'Ze willen haar dood hebben Eef. Ze gaan net zo lang tot er geen Fleur meer over is en het hun gaat vervelen. Haar dood is straks mijn schuld en ik kan er helemaal niets aan doen. Het wordt haar dood.' Huilde hij en liet moedeloos zijn handen door zijn haren gaan.
Even later stond hij op, kneep zijn handen tot vuisten en keek me aan. Mijn bezorgde blik liet hem terug op het bed zakken. Huilend stortte hij zich op het matras. Het dichtstbijzijnde kussen binnen zijn handbereik was de pineut. Woest stopte hij zijn vuisten in het kussen. Alsof het kussen hem persoonlijk iets aan had gedaan. Zo erg ging Wolfs er op los.
Na een tijdje werd ik er bang van. Wolfs ging harder huilen, luider hijgen en ging met minder kracht slaan. Troostend nam ik hem in mijn armen en hield hem stevig tegen mijn borst. Hij beefde als een chihuahua die het koud had.
'Ssst.' Drukte ik een kus op zijn hoofd en wreef gemoedelijk over zijn rug. 'Rustig maar. Adem in en uit.' probeerde ik hem te kalmeren. Het beven en het huilen werd minder. Langzaam aan ging het over in snikken en zachtjes trillen. Stevig hield ik het hoopje Wolfs in mijn handen. Hij was gebroken van het verdriet en de zorgen. Na een tijdje ging mijn rug zeer doen van het voorovergebogen zitten. Ik kroop weer naar het hoofdeinde waar ik plaats nam onder de dekens en trok Wolfs met me mee. Met een plof liet hij zich achterover op het matras vallen. Onafgebroken staarde hij naar het plafond. Diep in gedachten met de tranen nog in zijn ooghoeken.
'Had het gewoon gezegd, Wolfs. Je moet hier niet alleen mee rond lopen.' Wolfs snikte. En haalde diep adem.
'De reden waarom ik het niet eerder gezegd was, was omdat ik niet wilde dat je het wist. Ik weet hoe je de laatste tijd over haar denkt. Ik wilde je er niet mee belasten. Helemaal niet nu alles tussen ons nog zo onzeker is.' 'Dat begrijp ik.' glimlachte ik. 'En ja, ik heb inderdaad zo mijn meningen over Fleur maar dat betekend niet dat het mij niet interesseert. Ik vind Fleur een harstikke leuke meid. Ik vind het vreselijk voor haar dat ze hier zo de dupe van is. Wees niet bang dat je mij belast met je problemen. Dat doe je niet. Ik wil graag weten waar je mee zit. Dan weet ik wat er speelt en wat er ongeveer in je omgaat. We zijn een stelletje nu Wolfs.' glimlachte ik. 'Dat betekend dat we moeten praten.' Wolfs knikte beamend. Ik keek hem bezorgd aan, legde mijn hoofd op zijn borst en sloeg mijn armen stevig om hem heen.
'Sorry, dat ik vandaag zo afstandelijk was. Dat verdiende je niet.' Wolfs knikte vaag en veegde de tranen van zijn wangen. 'Sorry dat ik zo veel gedronken had. Ik beloof het niet meer te doen.' Verontschuldigde ook Wolfs zich. Ik glimlachte flauw en liet mijn vingers over zijn wang strijken. 'Het is al goed shat.' Bracht ik de koosnaam nog iets wat onwennig naar buiten. Wolfs glimlachte en eventjes was die twinkeling weer terug ogen. Langzaam aan leek hij weer tot rust te komen. Hij ademde weer normaal en was gestopt met huilen. Het was weer goed, voor nu.
'He.' Veerde ik wat overeind. Hij wende zijn ogen van het plafond naar mij en keek me vragend aan. 'Zit er nou niet teveel over in. Over Fleur. Ik weet zeker dat het goed komt.' Dankbaar glimlachte hij. Ik drukte teder een kus op zijn lippen waarna ik me weer naast hem liet zakken. 'Dankjewel Eef.' Fluisterde hij zachtjes. 'Natuurlijk. Ik ben er voor je en ik hou van je. Kom lekker slapen.' Draaide ik me op mij zij. Wolfs kroop achter mijn rug en legde zijn hoofd in mijn nek. Met mijn rug tegen zijn borst en onze benen met elkaar verstrengeld vielen we na een tijdje in een diepe slaap. Dicht tegen elkaar aan. Wolfs zijn armen beschermend om me heen.

Reacties en vote's zijn lief :)

Door het vuur   Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu