Eva
Maanden gingen er voorbij zonder dat ik nog maar iets van of over Wolfs hoorde. Op het werk leek de rust terug gekeerd te zijn maar waren de irritaties en afstandelijkheid nog als voorheen. Niemand leek mij meer te mogen. Ze praatte niet meer met me, vielen verdacht stil wanneer ik voorbij liep en praatte achter mijn rug om verder wanneer ik buiten hun gehoorafstand was. Romeo praatte niet meer met me. Mechels alleen wanneer dat nodig was. Mijn nieuwe partner maakte constant rottige opmerkingen over vertrouwen, eerlijkheid en relaties. En Marion dumpte al haar frustraties over Wolfs bij mij neer. Ik werd er gek van en voelde me elke dag meer en meer ellendiger. De starende ogen van mijn collega's wanneer ik voorbij liep, hielpen daar ook zeker bij. De blikken rond hun gezichten waren ondragelijk. Eén voor één werd ik boos, gemeen of gewoon helemaal niet aangekeken. Als ik een gesprek wilde beginnen of iets wilde vragen werd er afstandelijk gereageerd, naar me gesnauwd of ik werd gewoon straalweg genegeerd. Ik vond het vreselijk. Ik kon zeggen wat ik wilde, maar ik werd toch niet meer geloofd. Die kans zou ik gehad hebben. Ze wilde mij niet meer. Ik was een verrader volgens hen. En dat allemaal omdat Wolfs het verkeerde pad op gegaan was. Wat denken ze wel niet.
Ik haalde mijn neus op en liep stevig door naar mijn werkplek. De afwezige pijn in mijn buik en kloppende hoofdpijn negerend. 'Ik heb hier de kopietjes.' Schoof ik mijn nieuwe partner een stapel papieren voor. 'Mooi dank je wel. Ga jij koffie halen, dan geef ik ze bij Mechels af.' Stond Rogier op, en zonder dat ik er nog tegen in kon gaan, liep hij weg. Het liefste wilde ik hem na roepen. Zeggen dat hij zijn koffie lekker zelf mocht halen, maar ik hield me in. Een grote mond zou opmerkzaamheid opwekken en daar had ik al genoeg van. Gehoorzamend haalde ik koffie voor ons terwijl ik er niet te veel over na probeerde te denken. 'Bedankt.' Glimlachte hij toen ik hem een kop voorschoof. Ik snoof en ging zitten. In stilte werkten we verder aan oude zaken. Af en toe nam ik een slok van de koffie of wreef met mijn handen over de pijn in mijn onderrug, om vervolgens weer hard aan het werk te gaan.
'Ik moet eerder weg vandaag.' Deelde Rogier plots mee. 'Dat moet je tegen Mechels zeggen.' mompelde ik terug. Mijn ogen strak op het beeldscherm gericht. 'Ja die weet het ook. Maar als je partner lijkt het mij belangrijk dat je dingen van me weet. Waar ik uithang en wat ik aan het doen ben.' 'Het gaat me werkelijk helemaal niets aan wat jij in je vrijetijd doet.' Bromde ik terug. 'Weetje. Die houding van jou... die... Ik begrijp waarom hij jou achtergelaten heeft.' Boos stond ik op en wierp hem een nijdige blik toe. Hoe kon hij dit zeggen. Dat ik zo reageer komt door hem. Hij lokt dit uit en zit me op te fokken. Heel zijn houding haalt het bloed onder mijn nagels vandaan. Helemaal zijn blik. Schijnheilig en geamuseerd keek hij me aan. Ik was me maar al te bewust van alle ogen die mijn kant op staarden. Ze jeukten en werkte aardig op mijn zenuwen. Een uitbarsting, of op z'n minst een reactie, daar zaten ze op te wachten. Ze wilde nieuw materiaal om mij mee te kleineren. Of gewoon nog een reden om mij meer te haten. Het was ook wel een stelletje dierentuingangers ook. Als er geen vermaak was, dan maakte ze dat wel. Mijn mening of gevoelens kon hun niets schelen. Voor hen was ik gewoon net zo schuldig als Wolfs.
Met mijn benen opgetrokken en mijn hoofd tegen mijn knieën aangeleund, dacht ik aan Wolfs. Ik was naar de kleedkamers gevlucht. Daar kon ik rustig nadenken en mijn gedachte op orde brengen. Hier was ik alleen. Tenminste, voor eventjes. Ik hoorde iemand binnen komen en voelde even later een hand op mijn schouder. Geschrokken keek ik op. Marion was naast me op het bankje komen zitten en keek me bezorgd aan. 'Ik word moe van alles en iedereen. Niets zit mee en alles werkt tegen.' Gooide ik naar buiten. Ik was het zat om er om heen te draaien. Marion wist toch altijd door me heen te kijken. 'Nou dat valt ook wel weer mee hoor.' Mompelde ze. Stug bleef ik voor me uit kijken. Het viel helemaal niet mee. Marion zag het niet. Ze wilde het ook niet zien en leek zich er voor af te sluiten. Ik wist dat ze moeite had om het een plekje te geven. Wolfs was jaren lang onze collega en nu hij zó weg is gegaan, voelt dat als een steek in mijn hart. In onze harten. Het geroddel en geklaag over Wolfs is een manier voor haar om het te verwerken. Boos zijn is makkelijker dan begrip tonen. Ik kende het en worstel er dagelijks nog steeds mee. Mijn collega's maakten het er ook zeker niet beter op.
JE LEEST
Door het vuur
FanfictionNa de zaak van het dispuutshuis lijken de gevoelens tussen Eva en Wolfs aardig hoog op te lopen. Naast de ongemakelijke spanning die deze situatie met zich mee brengt, komen Fleur's problemen ook nog om de hoek kijken. Wolfs komt voor het blok te s...