H34.

1K 41 9
                                    

Dank jullie wel voor jullie toffe reacties en votes! Erg leuk om te lezen :)

Eva

Het voelde niet goed. Mijn hart bonkte hevig in mijn keel en mijn adrenaline speelde op. Voorzichtig legde ik mijn hand op de deurklink en duwde de deur verder open. Ver kwam die alleen niet. Hij stootte tegen iets aan. Iets wat de ingang blokkeerde. Ik trok de deur dicht en probeerde het opnieuw. Deze keer gaf de deur iets meer mee maar werd nog steeds tegengehouden. Ik voelde mijn hart stevig kloppen. Mijn handen waren klam en mijn ademhaling was gehaast. Voorzichtig probeerde ik mezelf door de smalle deuropening te wurmen. Ik stak mijn been er tussen en duwde voorzichtig de deur verder open. Moeizaam kwam hij in beweging en werd de opening groter. Net toen ik mijn hoofd om de deur wilde steken hoorde ik een geluid uit de huiskamer.
'Eva.'  Kraakte de portofoon. Ik schrok op en draaide me met een ruk om waardoor ik oog in oog kwam te staan met Bols. Hij stond recht voor mijn neus, blijkbaar al die tijd al achter me. Ik greep naar mijn hart en liet mijn ingehouden ademhaling naar buiten glippen.
'Hier bent u. Waarom gaf u geen antwoord? Ik heb meerdere keren geroepen.' Mompelde ik opgelucht dat Bols terecht was. Ik wilde niet zijn vermissing of misschien zelfs wel zijn dood op mijn geweten hebben. Ik was de gene was die hem moest beschermen.

'Ow niet gehoord.' Humde Bols. Twijfelend keek ik hem aan. Ik was overal geweest en had hem meerdere keren geroepen. Hij moest me wel gehoord hebben. Ik liet het er maar bij zitten en glipte langs hem heen de huiskamer in. In de huiskamer aangekomen pakte ik de portofoon van tafel en hield het apparaat aan mijn mond. 'Eva hier, wat is er aan de hand.' Vroeg ik en liet de knop los. Het bleef een tijdje stil. Mijn ademhaling die langzaam weer onder controle kwam was het enige geluid. Bols was op een stoel aan de tafel gaan zitten en had zijn hoofd naar de tafel gebogen. 'Mevrouw van Dongen, we hebben bericht gekregen uit Maastricht. Je wordt verzocht om onmiddellijk naar het bureau toe te komen en contact op te nemen met mevrouw Mechels.' Kwam er uit de portofoon. Verbaasd keek ik naar het apparaat in mijn handen en hoorde stemmen in de gang. 'Mevrouw van dongen.' Ik draaide me om en zag twee mannen de huiskamer binnen lopen. Ik herkende ze van buiten. Het waren mannetjes van de beveiliging.
'Wij nemen het verder van u over.' Zei één van hen. Stilletjes knikte ik en legde de portofoon op tafel. Ik snelde naar mijn kamer toe, propte al mijn spullen in de weekendtas en liep met mijn jas half aangetrokken de kamer weer in. 'Dank jullie wel.' Knikte ik de mannen vriendelijk gedag. Ze glimlachte vriendelijk terug, waarna ik mijn ogen over Bols liet glijden. Verontschuldigend keek ik hem aan. 'Het spijt me dat ik...' 'Het is geen probleem, een noodgeval is een noodgeval.' Knikte Bols. Flauw glimlachte ik terug, waarna ik vlug het gebouw uit liep en de auto in stapte om als een speer terug naar Maastricht te racen.

Met een flink tempo liep ik de gang door en stapte de kantoortuin binnen. Binnen schoten mijn ogen meteen naar onze werkplek, zoekend naar Wolfs. Tot mijn verbazing was deze plek leeg. Er hing geen jasje over de rugleuning en zijn computer stond uit. Wel was de plek overhoop gehaald. De lades waren open getrokken en de inhoud was op het bureau leeg gekieperd. Vertwijfeld liep ik naar onze bureaus toe. In tegenstelling tot zijn bureau, was mijn bureau onaangeraakt. Alles lag nog zoals ik het achter gelaten had. Gestructureerd en opgeruimd. 'Eva.' Ik keek over mijn schouder achterom en zag Marion mijn kant op komen. 'Wat is er aan de hand?' Vroeg ik haar verbaasd weer kijkend naar Wolfs' lege bureau. 'Mechels moet je spreken, ze zit op je te wachten.' Negeerde ze mijn vraag. Ik keek op, liet mijn ogen vragend over mijn vriendin glijden waarna ik naar het kantoortje keek. Door de open luxaflex zag ik Mechels druk aan het praten met twee net geklede mannen in pak. Ik had ze nog nooit eerder gezien en dat wekte mijn nieuwsgierigheid. 'Wie zijn dat?' Knikte ik. 'Rijksrecherche.' Antwoorde Marion mijn vraag. Geschrokken keek ik mijn vriendin aan. Haar blik stond uiterst serieus en ergens dacht ik ook zorgen te zien. 'Rijksrecherche?' Marion knikte. Een koude gloed kroop door mijn lichaam omhoog. Mijn spieren versteende terwijl mijn hart als een malle begon te kloppen. 'Wolfs, waar is Wolfs.' Vroeg ik. De angst was duidelijk in mijn stem te horen. Hij sloeg een paar keer over en kwam er doodsbenauwd uit. Ik had Wolfs heel de avond niet kunnen bereiken, zijn bureau was overhoopgehaald en de rijksrecherche stond in het kantoor van Mechels. Er was iets met hem. Ik voelde het.

Door het vuur   Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu