Hst. 31. Vuurmeester.

59 10 0
                                    


Hst. 31. Vuurmeester.

Nora voelt weer de bonkende hoofdpijn als ze wakker word. "Ga je dit vaker doen?" Ze opent haar ogen en gaat kreunend rechtop zitten. Kris zit weer op de stoel een puzzel te doen. Zijn muts heeft hij afgezet en daardoor is zijn zwarte ruige haar tevoorschijn gekomen. "Is ze dood?" Vraagt ze. "Wie?" Vraagt hij terug. "Mijn moeder." Sist ze hem toe. "Had ze bruin haar?" Nora knikt. "Dan ja." Zegt hij droog. Nora begint te huilen. Het is een wonder dat ze nog tranen over heeft. "Hoe lang ben ik hier al?" Kris begint op zijn vingers te tellen. "Dag van inval, je sliep, je sliep, bij je ouders, bij je ouders, je sliep. Een week." Een week. Nora is al een week hier en heeft maar drie dagen meegemaakt. "Straks ga je weer naar je familie en dan vraagt Xander het nog eens." "Wat vraagt hij nog eens?" Ze fronst haar hoofd maar kan het niet meer herinneren wat hij van haar wou. "De ring, of je weet waar de ring is." hij kijkt op zijn horloge en staat dan op. "Ik word afgelost, nog een fijne dag."

Hij is de deur net uit als de volgende bewaker binnen komt. Zijn brede lichaam neemt de hele deurpost in beslag grijnzend gaat hij zitten en staart hij haar aan. "Wat?" Snauwt ze. Hij schuift de stoel dichterbij en zo komt hij in het licht te zitten. Ze schat hem in de twintig, hij heeft bruin haar en grijze ogen, er loopt een litteken van zijn oor naar zijn mond. "Wat zou er onder die kleren van je zitten?" Hij likt even langs zijn lippen en laat zijn ogen over haar lichaam glijden. "Wat dacht je van blauwe plekken." Ze slaat haar armen over elkaar en kijkt hem boos aan. Hij fluit. "Pittige meid." "Heb je al vertelt waar de ring is?" Ze schud haar hoofd. "Ik zou het maar snel doen want Xander heeft niet veel geduld, net als ik." Hij grijnst zijn tanden bloot. "Ik weet godverdomme niet waar die kut ring is!" Schreeuwt ze naar hem toe. "Dat weet je wel maar je wilt het niet zeggen, je ziet liever je familie dood gaan." "Jullie moeten mijn familie met rust laten." Sist ze hem toe. Hij lacht. "Dat doen we alleen als jij verteld waar de ring is." Nora balt haar vuisten. Dan ontstaat er een gemeen lachje op haar gezicht. "Bloed sturen hé." Mompelt ze tegen zichzelf. Ze concentreert zich en stelt zich het bloed voor wat op dit moment door zijn lichaam pompt. Ze spreid haar armen. "Wat doe?" Vraagt hij. Dan beginnen zijn armen te trillen. Angstig kijkt hij naar zijn ledematen die opeens gespreid zijn. De grijns op Nora's gezicht word groter. Ze doet haar handen voor haar lichaam en dan in één ruk brengt ze deze naar haar borst. Met een knal vliegt de bewaker tegen de tralies aan. Met het water wat er nog lag zorgt ze ervoor dat zijn armen achter zijn rug zijn vastgebonden. "Hou op!" Schreeuwt hij. Ze pakt hem bij zijn kraag en met een enorme kracht trekt ze hem nogmaals tegen de tralies aan. "Je blijft met je vieze gore poten van mijn familie af of dat ding tussen je benen word hondenvoer. "Hoe zie je dat dan te doen?" Daagt hij haar uit." "IJs is enorm scherp." Hij lacht. "Wat jij wilt. Wat je met mij doet kan zo ook met je pappie gebeuren." Nora's bloed begint te koken. Wat denkt deze zak wel niet. Ze trekt hem harder tegen de tralies aan. Het deel stof wat ze vast heeft begint te gloeien en te roken. Haar handen worden heet en er komt stoom af. Langzaam brandden er gaten in het uniform van de bewaker. Nu begint ook zijn huid te gloeien en het zweet breekt hem uit. "Je brand me." Piept hij. Geschrokken laat ze hem los en kijkt naar wat ze heeft aangericht. Er zijn grote gaten in het pak gebrand. Dan lacht ze. Haar harde emotieloze lach vult de ruimte en de bewaker krimpt wat ineen. "Je bent gestoord." Zegt hij. "Weet ik. Nu ga je doen wat ik zeg." Hij schud zijn hoofd. "Eigenlijk heb je geen keuze. Hij begint weer te trillen en Nora brengt hem weer tegen de tralies aan. "Je gaat doen wat ik zeg want anders ben je er geweest. Ik kan namelijk ook je bloed laten stoppen met pompen." Ze weet niet of het waar is maar het klinkt angstaanjagend en ze moet alles op alles zetten om hier uit te komen. Nu knikt hij. "Waar zijn we?" "In een ondergronds gebouw vijftien kilometer van de school vandaan." Hoe kom ik hier weg?" Is haar volgende vraag. " Door de witte pijltjes aan de onder kant van de muren te volgen." Ze knikt. Dom dat ze dat niet gezien heeft. "Nu ga je goed luisteren. Je brengt mij naar mijn familie dan ga je weg en laat je de deur open oké." Geen reactie. Een vlammetje ontstaat in haar handpalm ze balt haar vuist en deze komt in brand te staan zonder dat het haar pijn doet of verwond. "Duidelijk?" Hij knikt en staart angstig naar de vuist van vuur. Ze ontspant en de vlam dooft.

-----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------


de vier elementen voltooidWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu