hst. 37. Ziekenhuis.

61 8 0
                                    


Hst. 37. Ziekenhuis.

Alles was donker. Donker en stil. "Nora." Hoort ze in de verte. Een stip licht in het donker. Het licht word groter en feller tot alles wit is. Haar ouders en oma verschijnen als schimmen en gebaren. "Nora! Niet gaan. Ik ben bij je." Wie is die stem toch? Haar ouders en oma worden duidelijker en het licht begint haar te verblinden. "Nora. Ik weet dat je me hoort. Je moet sterk blijven wil je. Voor mij." Weer die bekende stem. Haar ouders en oma komen dichterbij en steken hun hand uit. Nora steek haar hand ook uit. Hun vingers raken bijna. "Nora! Nee! Je mag nog niet gaan! Hoor je me? Die stem? Wat is er toch met die stem. Nora's vingers raken die van haar oma en een enorme kou overvalt haar. Kom mee spelt haar oma met haar mond. Nora twijfelt. "Je moet blijven vechten. Voor mij." Dan herkent ze de stem. Jason? Nee! Ze wel terug naar hem. Haar oma trekt aan haar arm maar ze trekt terug. Haar oma is te sterk. "Je kunt het." Dat was het laatste wat ze nodig had. Met alle kracht die ze heeft trekt ze haar hand uit die van haar oma en dan word alles weer donker.

Een regelmatige piep dringt haar hoofd binnen en alles doet pijn. Ze wilt haar ogen openen maar het lukt niet. In haar hoofd zoek ze naar enig gevoel in haar lichaam maar naast de pijn voelt ze niks. "Het komt goed." Hoort ze. Ze wil praten, zeggen dat ze er is, dat ze haar wakker moeten maken. Maar het gaat niet. Alles doet pijn en staat vast. Een tinteling gaat door haar lichaam heen. Waar komt het vandaan? Ze zoekt de oorzaak en langzaam beginnen haar vingers te tintelen. Ze probeert ze te bewegen. Nogmaals een tinteling, in haar hand. Haar hand voelt warm aan en nogmaals probeert ze haar vingers te bewegen. Een heel klein kneepje kan ze maken, en ze voelt een kneepje terug. "Nora?" Ze knijpt nogmaals, harder deze keer. "Nora." Klinkt er weer. Een vaag gepraat klinkt en dan weer de stem van Jason. "Ga maar slapen. Ik ben bij je." En dan ontspant ze haar hand.

Moeizaam probeert ze met haar ogen te knipperen maar als het lukt doet ze deze snel weer dicht vanwege het felle licht. Een kreun ontsnapt uit haar mond. Nogmaals opent ze haar ogen en deze keer dwingt ze zichzelf ze open te houden. Het felle licht doet pijn aan haar ogen maar naarmate ze deze langer open houd neemt de pijn af. Als ze gewend is aan het licht staart ze naar een wit plafond. Ze draait haar hoofd en een pijnscheut gaat door haar schouder heen. Weer ontsnapt er een kreun. "Nora?" Ze voelt een kneepje in haar hand en kijkt dan recht in de blauwe ogen die ze zo gemist heeft. Tranen staan in zijn ogen. Zijn hand gaat langs haar wang en streelt een pluk haar naar achteren. Nora opent haar mond om te zeggen hoeveel ze hem gemist heeft en hoeveel ze van hem houd maar er komt alleen maar een vreemde piep uit. "Zeg maar niks." Zegt Jason. "Het is goed." Ze knikt klein en knijpt in zijn hand. Jason bukt zich en trekt aan een belletje. Al snel hoort ze een deur open gaan en stormen er dokters binnen. Ze beginnen allerlei testen te doen en checken de apparaten maar Nora heeft alleen oog voor Jason. Een dokter begint met Jason te praten. "Ze is nog zwak maar het is goed dat ze wakker is. De wond zal genezen maar ze moet het rustig aandoen. Blijf maar bij haar en praat wat met haar." "Ze wou wat zeggen maar er kwam alleen een piep uit." Antwoord Jason. "Dat kan goed mogelijk zijn. Ze heeft al een tijd niet meer gepraat. We moeten haar waarschijnlijk nog wel een tijdje hier houden tot ze stabiel is." Jason knikt en dan verdwijnen de dokters weer. Nora wil zo graag wat zeggen en opent nogmaals haar mond. Een hardere geluid verlaat haar mond. En tranen wellen zich op in haar ogen. Waarom kan ze niet gewoon praten. "Wil je dat ik je voorlees?" Jason pakt het boek wat op een kastje lag en laat het zien. Het is haar lievelingsboek en ze knikt. Jason begint met lezen maar al snel is Nora weer moe en valt in slaap. Nog voor ze hellemaal wegdommelt voelt ze zijn lippen op haar hand. "Slaap zacht."

Opeens ik Nora klaarwakker en opent haar ogen. Haar schouder klopt en haar lichaam doet pijn maar ze heeft de drang om op te staan. Ze tilt haar hoofd op en kijkt om zich heen. Jason zit vreemd op een stoel en ligt met zijn hoofd op het ziekenhuisbed waar ze op ligt. Zijn hand nog steeds in de hare. Ze wilt haar hand optillen om met haar handen door zijn haar te woelen maar zodra ze kracht zet gaat er een stekend pijn door haar arm. Ze kijkt naar haar schouder die in het verband zit. Waarom verband? Wat is er gebeurt? Wat doet ze hier eigenlijk? Moeten ze niet naar school? En nog meer vragen spoken door haar hoofd. Haar maag knort en ze merkt dat ze plots een enorme honger heeft. "Jason?" Komt er schor en zacht uit haar mond. Ze schraapt haar keel en probeert het nog een keer. "Jason?" De a klonk heel hoog maar het was al wat harder. Jasons hoofd beweegt. "Jason." Zegt ze deze keer duidelijk. Zijn hoofd komt overeind en zijn ogen staren haar slaperig aan maar dan snel helder als hij merkt dat het Nora was die hem riep. "Nora! Schat. Gaat het?" Vraagt hij bezorgt. "Honger." Is het enige wat ze kan zeggen. "Moet ik wat eten voor je halen?" Hij staat op maar Nora laat hem niet los. "Niet weggaan." Jason komt weer zitten. "Wat is er gebeurt?" Ze ziet hem slikken. "Je bent in je schouder geschoten en hebt drie dagen in coma gelegen.." Plots komen alle herinneringen terug en overvallen haar als een bom. Haar ouder dood. Haar oma dood. De bewaker dood. Kris dood. Xander dood. Wie is er nog meer dood? Iedereen dood. Door mij. Alles komt terug en ze word misselijk. Ze begint te huilen en hyperventileren. "Nee! Nee! Dat kan niet!" Ze begint te schreeuwen en gillen haar zicht vervaagt en alles word wazig en rood. Bloed rood. Ze is een monster een verschrikkelijk monster. Zonder dat ze merkt dat er dokters binnen stormen en Jason haar probeert te kalmeren trekt ze het infuus uit haar hand en wilt ze het bed uit. Omdat ze al een hele tijd lag heeft ze slecht gevoel in haar benen en valt hard op de grond. Als een klein kind begint ze te spartelen en iedereen in haar buurt te slaan. Dood moet ze. Dood. "Dood! Ik wil dood!" Schreeuwt ze hartverscheurend uit. Ze begint haar eigen keel dicht te drukken. "Dood moet ik!" Als iemand haar wil vastpakken slaat ze hem. Dood. Dood. Dood. Is het enige wat er door haar hoofd gaat. Dood moet ze. Dan voelt ze twee sterke handen haar handen pakken. De greep op haar keel verslapt en ze word in een omhelzing getrokken. Twee vertrouwde armen houden haar stevig vast terwijl de tranen over haar wangen lopen. Ze word heen en weer geschommeld en krijgt sussende woordjes in haar oor gefluisterd. Stevig drukt ze zich tegen hem aan en huilt. Het huilen begint pijn te doen en vermoeit stopt ze. Haar hoofd ligt tegen zijn borst en ze kalmeert door het kloppen van zijn hart. "Ik wil hier weg." Snikt ze. "Shhh. Je gaat met mij mee. Je blijft hier niet langer. Alles komt goed."

----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

Ze is dus niet dood. Voor degene die het niet door hadden.

XXX Isaa


de vier elementen voltooidWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu