6

1.2K 61 1
                                    

Mijn hand vloog naar mijn nek. Alles was gewoon in orde. Ik zuchtte en liet mijn hoofd in mijn handen vallen. Ik wreef over mijn gezicht en stond op. Ik liep over de gang naar de badkamer en draaide de de kraan open. Ik gooide het koude water over mijn gezicht. Ik keek in de spiegel en zag mijn bleke gezicht. Mijn sproeten lachten me toe. Mijn haar zat in de war. Ik wreef weer over mijn gezicht en trok aan mijn haren. De stem van Sebastian galmde nog steeds door mijn oren. Ik voelde een rare rilling over mijn rug gaan elke keer als ik aan hem dacht. Ik wreef in m'n nek. Ik keek naar de wond op mijn schouder, het werd honderdprocent een litteken. Ook dat nog. Ik besloot weer terug naar bed te gaan en liep terug naar mijn kamer. Ik voelde mijn hart een slag overslaan. Vol ongeloof knipperde ik met mijn ogen. Zijn witblonde haar had een zilveren gloed door het maanlicht wat erop scheen. Hij zat in de vensterbank. Een been hing nonchalant over de rand. De ander lag languit over de vensterbank. Ik voelde de rare rilling weer opkomen.

'Gaat het?' Fluisterde Sebastian. Het leek alsof hij met zijn stem me aan kon raken. 'Wat doe je hier?' Siste ik terwijl ik de slaapkamerdeur achter me dichttrok. Ik dacht aan mijn slapende moeder. De woede borrelde op. Hoe durfde deze gozer zomaar in mijn kamer te komen? Hoe wist hij überhaupt waar ik woonde? Klootzak. 'Voorgevoel.' Zei hij droog. Hij speelde met zijn ring. Ik liep dichter naar hem toe. 'Voorgevoel? Wat voor voorgevoel?' Zei ik geïrriteerd. Sebastian keek op en grijnsde naar me. Ik voelde een warme rilling over mijn rug gaan en probeerde het te negeren. 'Dromen, nachtmerrie's kan ik ze wel noemen. Nachtmerrie's over degene die je heeft gebeten..., je droomde over mij nietwaar?' Hij boog zijn hoofd weer en speelde verder met zijn ring. Toen ik dichterbij kwam zag ik dat het een familiering was, er stond een A op waar kronkelende versieringen omheen gingen. Ik irriteerde me eraan, aan hoe hij eraan friemelde. Het gaf me een zenuwachtig gevoel. 'Ja, je was doodeng.' Zei ik. Sebastian lachte zachtjes. Zijn lach vulde de leegte van de kamer. Zijn lach gaf me om de een of andere manier kriebels in mijn buik. 'Ik weet het, elke nieuweling heeft er last van. Na de transformatie is het over. Bij de meesten dan.' Grinnikte hij. Ik zuchtte en kwam tegenover hem zitten in de vensterbank. Hij trok het been die hij gestrekt op de vensterbank had liggen in. Hij keek naar me en zuchtte. Alsof hij opgelucht leek te zijn. Ik friemelde aan de ketting die hij me had gegeven. Ik draaide het rondjes tussen mijn handen. Er stond wat op de achterkant gegraveerd. Het waren initialen van een naam. Een R een M en een A. 'Wiens initialen zijn het?' Ik keek Sebastian aan. 'Mijn moeders initialen. Ze heette Rosalinde Maria Archibald.' Zei Sebastian. Ik voelde een steek door mijn hart gaan. 'Is ze overleden?' Vroeg ik voorzichtig. Sebastian zei niks, hij knikte alleen maar. 'Maar dan kan ik dit niet van je aannemen..'  Zei ik terwijl ik al aan het prutsten was om het sluiting van de ketting los probeerde te maken. Sebastian zag wat ik deed en pakte mijn polsen vast. De plotselinge warmte van zijn handen liet mijn spieren samenspannen. Hij haalde mijn handen weg van de sluiting en legde ze op mijn eigen schoot. Hij liet ze langzaam los en keek me smachtend aan. 'Het is nu van jou, mijn moeder heeft er toch niks aan. Ik moest hem aan een bijzonder iemand geven.' Zuchtte hij. Ik keek naar zijn handen, hij had lange pianovingers. Ik kon de kleine haartjes zien glanzen in het maanlicht. Hij leek niet door te hebben dat ik naar hem keek. 'Zou ik hier wachten tot je slaapt?' Hij keek me vragend aan. 'Graag.' Hij ging verzitten en keek me met zijn emotieloze blik aan. 'Als er iets is, ben ik hier.' Ik knikte en kwam overeind. Sebastian keek uit het raam. 'Welterusten.' Mompelde hij zonder om te kijken. 'Dankje, jij ook.' Zei ik, ook al wist ik dat hij niet zo slapen. Ik zag zijn weerspiegeling in het raam knikken.

Ik werd wakker met een gemengd gevoel. Er zat een zure smaak in m'n mond. Ik rook de bekende lucht van bacon met spek. Maandag. Ik keek naar het raam en zag dat Sebastian weg was. Met moeite klom ik uit mijn bed en keek op de klok die aan de muur hing. Ik schrok en schoot snel in mijn badjas. Snel rende ik mijn slaapkamer uit en denderde de trap af.

'Claire, doe is minder luidruchtig dankjewel.' Zei mijn moeder toen ik in de keuken stond. Ik hijgde en stak mijn hand op als een sorry. 'Je broer slaapt nog, hij heeft de eerste twee uur uitval.' Mijn moeder gaf me een bord. Er lag een omelet op en een reep bacon. Ik ging zitten en at snel de omelet op. 'Haast?' Zei mijn moeder terwijl ze naast me aan de eettafel kwam zitten. Ik keek al etend naar haar op. 'Ik ben al aan de late kant, m'n wekker ging niet af.' Ik scheurde een stukje van mijn bacon af. De smaak explodeerde in mijn mond. Het leek wel beter te smaken. 'Heb je ze anders gemaakt? De bacon?' Vroeg ik met mijn mond vol. Mijn moeder keek me verward aan. 'Claire, denk aan je eetmanieren verdorie! En nee.' Zei ze boos. Ik keek haar al etend aan. 'Sorry mam.' Ik nam een slok van het water die mijn moeder voor m'n neus had gezet. Ik klokte binnen 3 slokken het water op. Ik zette mijn bord en inmiddels lege glas neer op het aanrecht. 'Ik ga me omkleden.'  Zei ik snel. Ik rende de trap op en stormde mijn kamer in.

Ik keek naar de kleding van gisteren. Een blauw shirt die kleurde bij mijn blauwe ogen en een zwarte broek. Ik keek in de spiegel en kamde zuchtend mijn golvende kastanjebruine haar door. Ik dacht aan de nacht waarop ik zou veranderen. Ik kon me er niks bij voorstellen, ik kon niet eens bedenken hoeveel pijn het zou doen. Ik trok een capuchon vest uit m'n kast en ik pakte de zwarte skinny van mijn bureaustoel. Ik keek naar het eindresultaat en zuchtte. Kayleigh zou me vast meteen bestoken met vragen....Help.

Bitten by an Alpha #1Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu