Ik schrok. Sebastian trok razendsnel zijn hand terug. Ik stond op en keek razendsnel om me heen, zoekend naar een uitweg. Het getik werd steeds harder. En ineens stond ze in de kamer. Agatha. In een razendsnelle beweging gooide ze iets in de lucht. 'Kijk uit!' Hoorde ik Sebastian schreeuwen. Ik dook naar beneden, te laat. Er vloog een prikkende stof in mijn ogen. Mijn ogen brandden, alsof er vuur in zat. De tranen dropen over mijn wangen. Mijn zicht was wazig. Ik knipperde wild met mijn ogen om mijn zicht weer helder te maken. Ik zag Agatha in een waas op me afkomen. Ze had iets in haar hand. Een spuit. Ik rilde. Ik stapte naar achter en wreef wild in mijn ogen. Ik moest mijn zicht weer helder krijgen. Hoe meer ik wreef, hoe meer zeer het ging doen. Agatha stak in een soepele beweging de spuit in mijn schouder. Ik jankte van de pijn. Agatha drukte de spuit in en de lavendel kleurige vloeistof verdween in mijn schouder.
Ik knipperde met mijn ogen. Ze voelden zwaar aan. Ik voelde de harde stenen van een muur tegen mijn rug drukken. Ik keek de kamer rond. Met een schok besefte ik me dat ik in een van de kooien zat. Ik krabbelde via de muur overeind en rende zowat naar de tralies. Ik keek naar de overkant. Ik herkende Sebastian's witblonde lokken. 'Sebastian.' Zei ik zachtjes. Hij draaide zijn hoofd naar me toe en keek me aan. Er gleed een golf van opluchting over zijn gezicht. 'Claire.' Zei hij. Ik klemde mijn handen om de tralies er rukte eraan. Ik voelde het zilver branden in mijn huid. Mijn huid plakte aan de tralies. Ik rukte me los en gilde het uit van de pijn. Ik keek naar mijn handpalmen en zag de verse brandwonden zitten. Er waren stukjes van mijn huid los komen te zitten. Sebastian keek me wanhopig aan. 'Claire, we kunnen er niet uit. We gaan dood hier.' Mompelde hij. Ik schudde wild mijn hoofd en haalde mijn handen door mijn haar. Tranen verzamelden zich achter m'n oogleden. 'Nee, we moeten hier uit komen Sebastian.' Zei ik resoluut. Sebastian zat met zijn rug tegen de muur aan en legde zijn hoofd in zijn nek. 'Hoe wou je hoe uit komen?' Zei Sebastian. Ik opende mijn mond en sloot hem weer. 'Je roedel.' Zei ik ineens. Sebastian trok zijn wenkbrauwen op. 'Je roedel moet wel doorhebben dat er iets mis is.' Zei ik. Sebastian knikte en krabbelde via de muur omhoog. 'Ze komen nooit achter de locatie.' Zei hij. Ik ijsbeerde door mijn kooi. 'Er moet toch iets zijn.' Mompelde ik, meer in mezelf dan tegen Sebastian. Ik zag Sebastian zijn schouders ophalen. En voor het eerst in mijn leven voelde ik me hopeloos. Maar dan ook echt hopeloos. Ik kon nergens heen, niemand wist waar ik was, niemand kon me helpen..., ik zou hier doodgaan.
Ik leunde met mijn hoofd tegen de stenen muur. Ik kerfde met mijn nagel kruisjes in de vloer. Sebastian was in slaap gevallen en lag met zijn hoofd op zijn armen. Ik had het gevoel dat ik al uren zo zat. Het was bijzonder koud in de kamer. Ik rilde af en toe. Ik had de behoefte aan warme armen om me heen. Het liefste die van Sebastian. Ik bedacht me dat ik hem waarschijnlijk nooit meer aan kon raken. Ik nooit meer zijn zachte lippen op de mijne kon voelen, zijn armen om me heen. We zaten waarschijnlijk tot onze dood in deze kooien. Ik voelde tranen achter mijn oogleden prikken bij het idee. Ik kerfde een groot hart in de vloer. Ik schreef er een Latijns woord in. Het enige Latijnse woord wat in altijd bleef onthouden. "Lupus" wat stond voor wolf. Ik zette een streep door het hart en schreef erbij. "Luna Venatores. De vernietigers." Ik keek trots toe naar mijn werk. Ik werd uit mijn gedachten gehaald door het tikken van hakken. Agatha.
Agatha had een zilveren mes in haar hand, waarmee ze over de tralies van de kooien ging. Ik ergerde me aan het geluid. Sebastian was inmiddels wakker geworden en keek slaperig op. Ik hoorde Agatha stoppen bij de kooi naast me. De kooi van het meisje. Ik keek door de tralies naar de kooi naast me. Het meisje zat in een hoek. Ze had haar hoofd in haar armen begraven. Agatha tikte tegen de tralies. Het hoofd van het meisje schoot omhoog. Ze keek angstig. Agatha opende de deur van de kooi en liep naar het meisje toe. 'Suze.' Ze greep het meisje, die Suze heette, bij haar arm en trok haar ruw omhoog. Suze keek haar angstig aan. Ik hoorde haar snikken. Agatha trok Suze uit de kooi en prikte met haar mes tussen haar schouderbladen. Suze boog haar hoofd en begon te lopen. Haar voetstappen waren geluidloos. Agatha liep achter Suze aan, de kamer uit. Sebastian en ik bleven alleen achter. Ik keek Sebastian angstig aan. 'Wat gaan ze met haar doen?' Vroeg ik. Sebastian keek me bezorgd aan. 'Ze wordt naar de ring gebracht.' Zei hij. Ik slikte. Ze zou doodgaan. Ik zou haar nooit meer terug zien. Sebastian keek naar het plafond, alsof daar wat te zien was. Ik legde mijn armen onder mijn hoofd en deed mijn ogen dicht. Ik deed een poging tot slapen.
Ik werd wakker door het geluid van een zilveren mes die over de tralies gleed. Ik knipperde met mijn ogen en keek recht in het gezicht van Agatha. Ze stond nog achter de tralies en tikte ongeduldig op de tralies. Ik slikte en kwam langzaam omhoog. Kon ik vluchten als ze de deur opendeed? Ik keek langs Agatha heen naar Sebastian. Hij schudde zijn hoofd. Ik keek recht in zijn waterige geelbruine ogen. Agatha opende de deur en liep naar binnen. Ze greep m'n arm vast en duwde me ruw voor zich uit. Ik voelde de scherpe punt van het mes dwingend tussen mijn schouderbladen drukken. Ik liep voor Agatha uit de gang door.
JE LEEST
Bitten by an Alpha #1
WerewolfClaire is een normaal meisje, die midden in Brooklyn woont. Alles lijkt normaal in haar leven, ze is een populair meisje op haar school en ze heeft een normale familie. Totdat alles in een nacht veranderd. Ze ontmoet een jongen, een jongen met een g...