12

1.1K 54 3
                                    

Sebastian en ik liepen door het bos. Het regende. Mijn haren waren dikke draden die langs mijn gezicht vielen. Sebastian's haar zat door de war en plakte aan zijn voorhoofd. Zijn shirt was gescheurd bij de mouwen. 'Wat is er gebeurd?' Ik keek hem vragend aan. De nachtjapon van het ziekenhuis plakte aan mijn benen. 'Ze hebben me vermoord, de"Luna Venatores".'  Sebastian keek naar zijn schoenen. Het zand onder onze voeten veranderde in modder en plakte aan mijn blote voeten. 'Luna Ventores? Wat zijn dat?'  Ik keek hem vragend aan. 'Luna Ventores staat voor Maan Jagers. Het is een vereniging. Ze vinden het leuk om weerwolven te martelen.' Sebastian keek strak voor zich uit. 'Ze nemen je mee naar een plek, daar word je in een kooi gestopt en verdoofd met wolfswortel, wat verdovend voor weerwolven is. Als je wordt opgehaald krijg je nog een dosis wolfswortel. Je wordt gebracht naar een soort boxring waar duizenden mensen omheen staan. Ze binden je armen en je benen vast. Je wordt gemarteld, uitgelachen..., en uiteindelijk gedood.' Ik voelde een koude rilling over mijn rug gaan. 'B-ben je daar geweest?' Vroeg ik. Hij draaide zijn hoofd en schudde ermee. Ik zuchtte. 'Mijn broer wel.' Hij zuchtte en keek weer voor zich uit. 'Je broer? Is hij een weerwolf?' Vroeg ik. Langzaam likte ik een druppel regen van mijn lippen af. De wind blies door mijn haren. 'Ja, hij was een weerwolf. Hij is ontsnapt. Maar ons geluk duurde niet lang, de Venatores kwamen er snel genoeg achter en konden hem vinden via een chip die ze in zijn nek hadden geschoten. Hij is voor mijn ogen vermoord.'  Sebastian boog zijn hoofd. Ik voelde zijn pijn. Ik liep naar hem toe en pakte zijn hand. Hij verstrengelde zijn vingers in de mijne. Ik wreef met mijn duim over zijn hand. 'Al vanaf het moment dat ze wisten dat ik in een weerwolf ben veranderd willen ze me hebben.' Sebastian zuchtte. 'Maar je bent dood, voor hun dan.' Ik keek naar de grauwe lucht en voelde een druppel op mijn voorhoofd landen, hij gleed langzaam via mijn wang van mijn gezicht af naar mijn nek. 'Ze zullen er snel genoeg achter komen dat ik leef.'  Ineens stond Sebastian stil en trok de kraag van zijn shirt naar beneden. Ik keek naar het bobbeltje in zijn nek en voelde mijn hart sneller gaan. 'Ze hebben je een chip gegeven...' Mijn stem stotterde. Hij knikte en trok zijn kraag goed. 'Ze zullen me vinden Claire.' 

De regen was opgehouden. De lucht was nog steeds grijs. We stonden voor mijn huis. Sebastian draaide zich naar me toe. 'Welterusten dan maar.' Zei hij zachtjes. Hij boog zich naar me toe en zoende me zachtjes op mijn mond. Ik trok me naar zich toe en zoende hem. 'Wanneer zie ik je weer?' Ik keek hem aan. Hij lachte. 'Morgenochtend, ik wil je voorstellen aan m'n roedel.' Ik knikte en maakte me van hem los. Sebastian gaf me een snelle knipoog en verdween in de nacht.

Ik opende de voordeur. De ramen in de woonkamer stonden open. De gordijnen wuifden mee op het ritme van de wind. Mijn moeder zat in de leunstoel. Haar wangen zaten onder de mascara. Ze beet op haar nagels en keek strak voor zich uit. 'Mam.' Haar hoofd schoot omhoog. Ze sprong op uit de stoel en rende naar me toe. Ze pakte m'n polsen vast en trok me in haar armen. 'Claire, meisje toch!' Snikte ze. Ik klopte op haar rug. 'Wat is er gebeurt? Waar was je ineens?' Haar ogen schoten heen en weer. 'Mam kan dit morgen?' Ik keek haar smekend aan. Ik was doodop. De slaapt drukte op m'n oogleden. 'Claire....' Ze keek me smekend aan. Ik schudde mijn hoofd. 'Morgen mam.' Ik stapte van haar weg en liep de trap op.

Ik liep de badkamer in en draaide de douchekraan open. Ik draaide me naar de spiegel toe. Op mijn gezicht zaten wat rode strepen en moddervlekken. Op mijn armen zaten bloedvlekken en rode striemen. Ik gooide de kapotte nachtjapon van het ziekenhuis in de prullenbak en stapte de douche in. Ik boende de moddervlekken van mijn huid af. Ik dacht aan vandaag. Het was een rare, zware dag geweest. Ineens dacht ik aan de klap op mijn achterhoofd en de operatie. Ik haalde mijn hand naar mijn achterhoofd en voelde de hechting. Ik fronste mijn wenkbrauwen, hij leek wel kleiner.

Ik trok een oversized trui over mijn hoofd en slofte mijn slaapkamer binnen. Ik sloeg de dekens open en kroop in bed. De dekens voelde aan als fluweel. Ik rook de bekende geur van mango. Mijn moeder had de dekens dus gewassen. Ik klikte het nachtlampje naast me uit en staarde naar het plafond. Vroeger hingen er posters,van popsterren, boybands en acteurs. Nu was het er leeg. Ik draaide mijn hoofd en keek naar mijn schildersezel. Het maanlicht scheen op het schilderij. Er verscheen een glimlach op mijn gezicht bij het zien van Sebastian. Ik draaide me om en keek naar het raam. Naar de boom die langzaam meedeinende met de wind, het maanlicht die naar binnen scheen.... Mijn oogleden werden zwaar en ik zakte in een onrustige slaap.

Ik liep in een donkere hal. Mijn voetstappen echoden om me heen. Ik liep snel. Aan het eind van de gang flakkerde een dof licht. Ik stapte door de deurpost en kwam in een kamer. Het licht aan het plafond flakkerde. Ik keek links van me en zag allemaal kooien met zilveren tralies. Het weerkaatste het flakkerende licht in mijn ogen. Ik knipperde. Mijn zicht werd verblind door het licht. Ik voelde mijn ogen branden. Ineens voelde ik een steek in mijn schouder en keek opzij. Het was een man met een masker op. Hij stak een spuit met een oranje vloeistof in mijn arm en keek me grijnzend aan. Ik voelde zijn handen onder mijn oksels. Hij sleepte me mee door de gang. Ineens kwamen we in een ring. Midden in de ring stond een kooi, met dezelfde zilveren tralies. De man trok me mee naar de kooi en duwde me er hardhandig in. Hij pakte mijn armen en bond ze aan de zilveren handboeien in de kooi. Het zilver brandde in mijn huid. Daarna gleden zijn handen via mijn heup naar mijn benen en maakte die ook vast, met dezelfde zilveren handboeien. Ik voelde mijn enkels meteen branden. Ik trok met al mijn kracht aan de handboeien om mijn polsen. Ik gilde van de pijn. Mijn armen waren bijna te slap om te bewegen. De man stapte uit de kooi. Ik draaide mijn hoofd langzaam en keek omhoog. Bovenaan de ring stonden allemaal mensen. Honderden, duizenden zelfs. Ze juichten en sloegen tegen de metalen relingen. De man in de ring pakte iets van de grond en hield het in de lucht. Het was een zilveren speer. Hij stapte de kooi in en stak met een vloeiende beweging de speer in mijn heup. Ik gilde en probeerde naar mijn heup te grijpen. De handboeien sneden in mijn huid. Ik voelde het warme bloed naar beneden sijpelen. De man trok de speer hard terug en hield het in de lucht. De mensen juichten en schreeuwden voor meer. Mijn bloed droop via zijn arm naar beneden. Hij gooide de speer met een soepel gebaar op de zanderige grond van de ring. Hij wenkte iemand. Ineens kwam er een vrouw binnen met een jongen achter zich aan slepend. Zijn witblonde haar plakte aan zijn voorhoofd. Ik voelde mijn hart een slag overslaan. Zijn hoofd hing slap naar een kant en hij keek moeizaam rond. De vrouw pakte hem vast en duwde hem naar de man. Sebastian viel tegen hem aan. De man hield Sebastian stevig vast bij zijn schouders en gebaarde met zijn hoofd naar de vrouw. Ze knikte en pakte de zilveren speer van de grond. Ze veegde met haar vingers mijn bloed en wat zand van de speer af. Ze hield het in de lucht. De mensen om de ring gilden. 'Wij zijn Luna Venatores! En wij zullen het weerwolvenras uitroeien!' Riep de vrouw. De mensen om de ring gooiden hun handen in de lucht en schreeuwden. De vrouw wees met de speer tegen Sebastian's borst. 'Ave Atque Vale.' Zei ze. Ik voelde de tranen over mijn wangen glijden. 'Nee!' Gilde ik met mijn laatste kracht. Ik trok aan de handboeien en probeerde de stekende pijn te negeren. Ik zag Sebastian naar me kijken. Zijn lippen vormden een: "Ik hou van je" Ik schudde mijn hoofd en zei zonder geluid: "Ik hou ook van jou". Hij draaide moeizaam zijn hoofd terug naar de vrouw en keek haar vijandelijk aan. De vrouw trok de speer naar achter en gooide hem met een rotsnelheid recht in Sebastian's borst, op de plek van zijn hart. De man liet hem los en Sebastian viel met zijn hoofd in het zand. De vrouw gooide haar handen in de lucht en wees naar Sebastian. De man lachte breeduit. Hij draaide zich om naar mij en keek me doordringend aan. 'En dit is nog maar het begin.' Zei hij.

Bitten by an Alpha #1Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu